DISTRIBUTIELOGISTIEK
HC1: TRANSPORTGEOGRAFIE EN GOEDERENVERVOER
DE ROL VAN DISTRIBUTIE IN DE GLOBALISERING
Distributie = hoe verdelen we onze goederen → beïnvloed door aantal trends
Rol van distributie in de globalisering :
Groei BNP
o Bruto nationaal productie → welvaart gestegen
o Vertaalt zich in een groei aan vraag → hoe groter de vraag naar goederen, hoe groter de vraag naar
transport (=afgeleide vraag)
Globalisering
o productiesystemen: geografische locatie van productie vs. consumptie (↔ nearshoring)
Op wereldschaal de productie en consumptie zijn uit elkaar gehaald
productie → verplaatst naar lage loonlanden
consumptie → is in de westerse (rijke) landen
Veel meer transport nodig en dus grote transportstromen
↔ Nearshoring = productie terug dichter bij halen (tegenbeweging)
o Distributiesystemen: EDC vs RDC
Organisatie distributienetwerk → veel meer gaan kijken naar Europese netwerken
EDC = European Distributie Center
Één locatie kiezen om naar heel Europa te distribueren
RDC = Regionale Distributie Center
Meer en meer bedrijven kiezen voor één specifiek knooppunt in de plaats van
meerdere regionale
distributiecenters
Geïntegreerde (Productie) Afgeleide
Afgeleide vraag vs geïntegreerde vraag vraag
vraag
o Traditioneel : transport = afgeleide vraag
Transport is afgeleid (gevolg) van
onze welvaart
(Transport)
o MAAR : transport = ook geïntegreerde vraag
Doordat de prijs van transport zo
laag is, kunnen we zoveel bestellen en kunnen we zoveel transporteren
Doordat de transportprijs zo laag is, kan je de productie zo ver plaatsen
Vb. Transport Azië naar Europa heel goedkoop, dus productie in Azië zetten,
hierdoor wordt productie en consumptie uit elkaar getrokken, dus meer transport
o Meer produceren → meer transport veroorzaken (afgeleide vraag) → maar ook omgekeerd →
doordat de transportprijs zo laag is, meer transport creëren
o !! Belangrijk : transport is niet alleen een afgeleide vraag, maar ook een geïntegreerde vraag
Vraag naar goederentransport en bbp :
Blauwe lijn : groei welvaart (bbp) op Europese schaal
Groene lijn: transportvolumes
Conclusie : we creëren door onze groei in welvaart (bbp) meer
transport (transportvolumes stijgen/dalen mee met de welvaart)
1
, Licht groene lijn : indicatie transportvolumes
(tmk = #ton km = hoeveel gewicht vervoert over hoeveel km)
Conclusie : verloopt heel parallel met bbp
o Economische slecht → transportstroom valt ook direct uit
o Logistiek : economische gezien een gevoelige sector
VRAAG: Hoe we kunnen we onze welvaart laten groeien zonder de
transport mee te late groeien → OPLOSSING : ontkoppeling
Ontkoppeling van wereldwijde productie en distributie :
Consumptie en productie uit elkaar getrokken
Transportnetwerken en geografische specialisatie :
Diversificatie = vroeger
o Alle locaties staan in voor fractie van elke product
Geografische specialisatie = nu
o Alle locaties specialiseren in 1 product
o Opkomst van EDC = één DC voor de hele transport regio
(in plaats van overal) → Specialisatie in de knooppunten
o Voordeel : kennis bundelen
o Nadeel : meer transportstromen creëren
Transportnetwerken en geografische concentratie :
Dispersion = verspreiding / verdeling (vroeger)
Concentratie = centralisatie (nu) → veroorzaakt veel transport
EVOLUTIE VAN LOGISTIEK
Evolutie van de logistiek :
Principe van flow
→ Gestroomlijnde SC met weinig voorraad en enkel op vraag van de klant produceren
o Lean management
Vroeger focus op voorraad aanhouden = produceren om voorraad te hebben
Trend : voorraad afbouwen → goederen moet doorheen de keten stromen (principe flow)
o Pull-systeem: vraaggericht
Enkel produceren op vraag van de klant, want voorraad zorgt voor hoge kosten
MAAR : voorraad → Safety buffer voor onverwachte gebeurtenissen
o Geïntegreerde toeleveringsketen
o Verticale integratie vs. uitbesteding (3PL's, 4PL's)
Verticale integratie = verschillende stappen in de keten
Specialisatie = delen van de logistiek uitbesteden (outsourcing) aan specialisten
3PL : Third Party Logistics → transport en opslag uitbesteden
4PL : ontwerpt, bouwt en organiseert het hele logistieke proces in de SC
o Strategisch meedenken over strategische keuze
Flexibilisering en globalisering
o Flexibilisering naar de klant : wij verwachten meer en meer dat het bedrijf flexibel reageert
2
, o Globalisering : wereldwijd distribueren
Uitbreiding van transportinfrastructuur: spoorwegen, snelwegen, terminals en luchthavens
o Enorme expansie / investeringen in de transportinfrastructuur
o Dit nog verder uitbreiden gaat niet de oplossing zijn
Integratie : van verschillende logistieke beslissingen
Evolution of logistical integration, 1960-2000 :
Fragmentatie: alle taken apart bekijken
Consolidatie: taken bundelen in grondstofmanagement en
fysieke distributie
Functionele integratie: 1 noemer: logistiek
Supply chain management: focus op waarde toevoeging →
informatietechnologie, marketing, strategische planning;
verdere integratie
Veranderingen in het relatieve belang van logistieke functies in
distributiesystemen :
Vroeger : produceren om voorraad aan te houden → grote kost
Nu : vraaggericht produceren → voorraadkost kleiner
MAAR : transportkost weegt nu veel meer door
→ Als we weinig voorraad willen, moeten we snel kunnen reageren op
de vraag → goede informatiesystemen nodig
GEOGRAFISCHE DIMENSIES VAN LOGISTIEK
Geografische dimensie → verbonden aan de locatie waar we gelegen zijn → landschapskenmerken bepalen mee wat
mogelijk is in de logistieke stromen
Geografische dimensie van logistiek :
Convergentie ruimte/tijd
o Hoeveelheid ruimte verhandeld met hoeveelheid tijd
Manier waarop we transporteren veel efficiënter
Zelfde afstand afleggen in kortere tijdsspanne
o Organisatie / consolidatie van stromen in transportnetwerk
Verbeteringen: infrastructuur en IT-ontwikkelingen
o Verbetering van distributiesysteem: DS1 → DS3
De tijd tussen een bestelling plaatsen en de levering zo kort mogelijk krijgen
→ !! Tijd tussen behoefte en effectieve levering versnellen
Regionale ruimte/tijdconvergentie, (Londen - Edinburgh, New York -
Boston) : vroeger duurde vervoer veel langer
3
, Kerncomponenten (onderdelen) van transport :
Modi (modus/middel)
o Vervoermiddelen (voertuigen) die worden gebruikt om passagiers of vracht te verplaatsen.
o Mobiele elementen van transport → verplaatsbaar
Infrastructuur
o Fysieke ondersteuning van transportmodi, zoals routes en terminals (wegennetwerk)
o Vaste elementen van transport.
Netwerken
o Systeem van verbonden locaties (knooppunten) → alle mogelijke verbindingen tussen 2 locaties
o Functionele en ruimtelijke organisatie van transport .
Stromen
o Bewegingen van mensen, vracht en informatie over hun netwerk
o Stromen hebben oorsprong, tussenliggende locaties en bestemmingen.
Het transportsysteem :
Stromen (flows) :
o Lagere volumes, hogere frequentie, langere afstanden
Veel kleinere hoeveelheden leveren, want bedrijven
willen geen grote voorraden meer
o Concentratie van inventaris: één enkel DC met doorvoercapaciteit
Globalisering → meer transport → kleinere volumes
o Groei in weg- en luchtvervoer
Evolutie zorgde ervoor dat weg- en luchtvervoer veel populairder werden
o Containerisatie
Uitving container : de container heeft ervoor gezorgd dat wel veel kostenefficiënter gaan
vervoeren (gemakkelijker) → transportkost daalt
Conventionele en hedendaagse indeling van goederenstroom :
o Voordien op 3 locaties voorraad
→ geïntegreerde keten = maar 1 grote
voorraadlocatie
o Voorraadlocaties sterk verminderd :
voorraad doorheen de hele keten
afgebouwd en samengevoegd op 1 locatie
op vraag produceren, kleine hoeveelheden
en veel transporteren
Knooppunten :
o Concentratie van logistieke functies op strategische locaties:
schaalvoordelen (Europees in plaats van regionaal niveau)
o Grootschalige goederenstromen via grote gateways en hubs
Vb. havens, luchthavens, knooppunten van snelwegen
o File, landbeperkingen, dichtheid
o Binnenlandse hubs
Benelux, Noord-Frankrijk
Dicht bij EDC's : link tussen wereldwijde inkoop en regionale distributie
Altijd dicht gevestigd bij DC
Locaties met lage kosten, goede transportverbindingen, 24-uurs operaties
4