Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting belangrijkste theorie irw geslaagd!! Bernard Tilleman €9,96   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting belangrijkste theorie irw geslaagd!! Bernard Tilleman

2 revues
 324 vues  29 fois vendu

Belangrijskte theorie van inleiding tot de rechtswetenschap gegeven door Bernard Tilleman; ik had hiermee een 16/20 de 2 boeken, monitoraten en lessen gebruikt bij samenvatten

Aperçu 7 sur 81  pages

  • Non
  • De belangrijkste hoofdstukken
  • 1 juillet 2024
  • 81
  • 2023/2024
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (59)

2  revues

review-writer-avatar

Par: nx1 • 2 mois de cela

review-writer-avatar

Par: rechtenstudent2005 • 2 mois de cela

avatar-seller
estheragten
IRW: VAAKGEVRAAGDE THEORIE
SUBJECTIEF VS OBJECTIEF RECHT
Objectief recht (droit objectif; the law)
 het geheel van gedragsregels voor het maatschappelijke leven, waarvan het respect wordt afgedwongen
door de overheid. Die regels hebben tot doel de belangen van de mensen in hun onderling verkeer te
ordenen en te beschermen
 Het geheel van imperatieve door de overheid afdwingbare regels, voor de uiterlijke gedragingen
van de rechtssubjecten ter ordening van het maatschappelijke verkeer
 Imperatief karakter: rechtsregels verbieden (iets niet doen) of gebieden (iets doen)

Subjectief recht (droit subjectif; right)
 rechtsfenomeen individualiseren en bekijken vanuit standpunt van het individu (subject)
 een aanspraak die een persoon aan een rechtsnorm ontleent, hetzij om een zaak te gebruiken,
hetzij om van een ander individu een prestatie te vereisen


ONRECHTMATIGE DAAD (ARTIKEL 1382-1383 OUD BW)
 foutief veroorzaken van schade in een buitencontractuele context  buitencontractuele aansprakelijkheid
 3 componenten; fout, schade, oorzakelijk verband

FOUT (LA FAUTE)
 Wat is fout?

 objectieve component (= rechtsnorm die welbepaald gedrag oplegt of algemene zorgvuldigheidsplicht)
o overtreding van een rechtsnorm (=resultaatsverbintenis)
o overtreding van een algemene zorgvuldigheidsplicht (= inspanningsverbintenis)
↳ voorzichtig en redelijk persoon
 subjectieve component (=schuldbekwaam en toerekenbaar)
o schuldbekwaam
 Iemand moet in staat zijn bewust te handelen
 Infantes (zeer jonge kinderen) & geesteszieken zijn niet schuldbekwaam
 Uitz: foutloze aansprakelijkheid art. 1386bis oud BW voor geesteszieken
o toerekenbaarheid : geen sprake van vreemde oorzaak (bv. plotse weersomstandigheden)

SCHADE (LE PRÉJUDICE)
 materiële (stoffelijk) & immateriële (moreel) schade  integrale ‘schadeloosstelling’
 herstelmaatregel om benadeelde zo goed mogelijk te plaatsen in de hypothetische toestand waarin hij zou hebben
verkeerd, mocht onrechtmatige daad nooit hebben plaatsgehad

OORZAKELIJK VERBAND (LE LIEN DE CAUSALITÉ)
 verband tussen fout en schade
 Zou schade zich hebben voorgedaan, zoals die zich in concreto heeft voorgedaan?
 equivalentieleer : fout noodzakelijke voorwaarde voor intreden van concrete schade (België)
Zou feit niet hebben plaatsgevonden, was de schade dan nog geweest?
 voorbestemdheid : kijken naar oorzaken die voldoende waarschijnlijk zijn

1

,RECHTSHERSTEL VS SCHADEHERSTEL
RECHTSHERSTEL SCHADEHERSTEL

= oorspronkelijke rechten herstellen door fout recht te trekken = schade herstellen die hij door miskenning v/d
= stopzetting v/d onrechtmatige toestand verbintenis of rechtsplicht lijdt

 uitvoering in natura : nakoming v/d contractuele verbintenis  herstel in natura : slachtoffer krijgt alternatief
 betalende functie  vergoedende functie (schadevergoeding)
 bevel tot nakoming  (winstafdracht)
 herstelt de fout  herstelt de schade


MIDDELEN VS RESULTAATS VS GARANTIEVERBINTENIS
Resultaatsverbintenis (une obligation de résultat)
 5.72, lid 2 BW
 Sommige rechtsregels (of contracten) houden een verplichting in om een bepaald resultaat te bereiken,
onafhankelijk van de daartoe vereiste inspanningen. De enige manier om zijn aansprakelijkheid te
weerleggen, is het bewijs van overmacht  bewijs overmacht: art. 8.4 BW
 Bewijslast op Schuldenaar (SA)
o  het niet-bereiken v/h resultaat impliceert het vermoeden fout bij schuldenaar
o Schuldenaar moet overmacht bewijzen
 Overmacht: iets waar je niks aan kunt doen
 Voorbeelden ; tijdig beroep aantekenen door een advocaat

Garantieverbintenis (une obligation de garantie)
 Houdt in dat men zich onder alle omstandigheden verbindt tot het bereiken van een bepaald resultaat, en
het beroep op overmacht uitsluit

Middelenverbintenis of inspanningsverbintenis (une obligation de moyens)
 Verbintenissen die enkel een verplichting inhouden om de wettelijke zorgvuldigheidsnorm in acht te nemen
 Alle zorg verstrekken die eigen is aan voorzichtig en redelijk persoon om bepaald resultaat te bereiken
 Bewijslast op SE : te bewijzen onzorgvuldigheid door SE : Hij moet aantonen dat de schuldenaar NIET alle
middelen heeft aangewend die daartoe redelijkerwijze voor handen waren. (art. 5.72, eerste lid BW)
 Men gaat kijken hoe een voorzichtig en redelijk persoon zich in dezelfde omstandigheden zou hebben
gedragen (bv. rekening houden met professionele kennis)
 Culpa levis in concreto: er wordt getoetst aan de mate van zorgvuldigheid die je aan je eigen zaak zou
besteden (stel je bent zeer slordig met eigen zaken, dan mag bewaargever niet klagen dat bewaarnemer
onzorgvuldig is) (bv. bewaargeving (le depôt) (art. 1927 oud BW))
  culpa levis in abstracto : zorgvuldigheidsnorm
 De schuldenaar van de uit te voeren middelenverbintenis is bevrijd indien hij op zijn beurt het bewijs levert
dat overmacht hem belette de verbintenis uit de voeren (art. 5.226 BW)
 Aleatoir karakter resultaat : de verbintenis is meestal een middelenverbintenis wanneer het resultaat
afhangt vh toeval en de SA dus niet het resultaat kan garanderen door eigen handelen = onzekerheid
(bv. een dokter die een patiënt moet genezen)

Opm: als er zowel een inspannings als resultaatsverbintenis is, geef voorrang aan resultaatsverbintenis want dat is
makkelijker aan te tonen

2

,AFDWINGINGSVORMEN

VERBINTENIS TOT BETALING VAN EEN GELDSOM

PROCEDURE TOT AFDWINGING

 Gerechtelijke invordering: rechter bezorgt schuldeiser uitvoerbare titel
 Buitengerechtelijke invordering (facultatief)
o  voorwaarden
 Schuldenaar en schuldeiser staan in de Kruispuntbank van de Ondernemingen ingeschreven
 Geldschulden mogen niet betwist worden
 Niet toepasselijk op schulden van buitencontractuele verbintenis
 Schuld moet vaststaan en opeisbaar zijn op dag van aanmaning
o Schuldeiser kan invorderingskosten en wettelijke verhoging invorderen
o Procedure: zie boek p. 40-41

DWANGMIDDEL : BESLAG

 Beslag op deel van vermogen moet aanzetten tot betalen  dat deel w onder toezicht v gerecht geplaatst
  als schuldenaar nog steeds niet betaalt verkoopt het gerecht de goederen openbaar

SCHADEVERGOEDING WEGENS VERTRAGING IN NAKOMING GELDSCHULD:
MORATOIRE VS COMPENSATOIRE INTERESTEN

MORATOIRE INTEREST
 = schadevergoeding wegens laattijdige nakoming van een geldschuld
 Laattijdige betaling van numeriek bepaalde geldsom berokkent bepaalde schade.  Moratoire interesten
(intérêts moratoires), geregeld in artikel 5.206, lid 2 BW, zijn erop gericht die schade te vergoeden.
o Van toepassing wnr verbintenis primair tot betaling van een geldsom strekt
o Ook van toepassing op verbintenissen tot schadevergoeding voor zover hun bedrag numeriek bepaald is
o Indien de contractspartijen hierover niet zijn overeengekomen, wordt de moratoire interest bepaald volgens
een vast percentage (1,75% particulieren en 8 % ondernemingen)
 Als ze zelf percentage heeft bepaald kan de rechter dit wijzigen indien het onredelijk is
o De moratoire interest is een forfaitaire schadevergoeding: werkelijke schade kan en mag niet bewezen worden
o Anatocismeregeling: art. 5.207; vervallen niet-betaalde interesten brengen weer interesten op

COMPENSATOIRE INTEREST
 = schadevergoeding wegens laattijdige nakoming van een waardeschuld
 De vergoedende interest, ook compensatoire interest (intérêts compensatoires) (art. 5.206 lid 3 BW)
o Toepassingen van waardeschulden zijn de schulden resulterend uit een contractuele wanprestatie of
onrechtmatige daad


Compensatoire interesten Moratoire interesten
- Schade moet bewezen worden  recht op integraal - Schadevergoeding moet niet bewezen worden
schadeherstel - Wel ingebrekestelling nodig
- Geen ingebrekestelling nodig  interest vanaf - Wel voor verleden/toekomstige schade
ontstaan schade - Vaste rentevoet
- Niet voor verleden/toekomstige schade - Altijd anatocisme
- Rentevoet vrij door rechter bepaald - Forfaitaire schadevergoeding
- Niet altijd anatocisme

3

,- geen forfaitaire schadevergoeding

VERBINTENIS OM TE DOEN OF OM NIET TE DOEN

PROCEDURE TOT AFDWINGING

 Verbod op uitvoering manu militari
o = verbod op fysieke dwang schuldenaar

AFDWINGINGSVORMEN

DWANGSOM (UNE ASTREINTE) ART. 1385BIS – 1385NONIES GER.W.
 De dwangsom = een bijkomende rechterlijke veroordeling (naast bevel tot nakoming verbintenis) v/d
schuldenaar tot betaling van een geldsom aan de schuldeiser voor het geval hij niet voldoet aan de
hoofdveroordeling
o Die dwangsom kan per uur, dag, week, maand of ander tijdsinterval worden opgelegd
o De grootte van de dwangsom hoeft niet in verband te staan met de schade die de schuldeiser
ondergaat  De dwangsom is immers een middel om op de schuldenaar druk uit te oefenen opdat
hij de tegen hem uitgesproken hoofdveroordeling zou nakomen. De dwangsom moet hoog genoeg
zijn om de schuldenaar (indirect) onder druk te zetten om de verbintenis na te komen
 De veroordeling tot een dwangsom = accessorium (i.e. bijzaak) bij de veroordeling door de hoofdvordering.
 Voorwaardelijke karakter v/d dwangsom: een dwangsom kan maar worden verbeurd op voorwaarde dat de
veroordeelde de hem opgelegde verbintenis niet nakomt
 als SA hoofdveroordeling nakomt verdwijnt de dwangsom ook
 Drukkingsmiddel zonder schadevergoedend karakter
 Niet voor verbintenissen tot betaling geldsom of arbeidsovereenkomsten

(BUITEN)GERECHTELIJKE VERVANGING VAN DE SCHULDENAAR VOOR EEN MATERIËLE HANDELING DOOR
EEN DERDE
 Art. 5.235 BW
 Risico voor schuldeiser dat die vervangingskosten moet betalen (rechter kan schuldenaar veroordelen tot
een provisioneel bedrag ter vergoeding van de kosten van de vervaning)
 Kan buitengerechtelijk als (art. 5.85)
o de partijen het zo in het contract hebben afgesproken
 art. 5.85, tweede lid BW
o de schuldeiser dit schriftelijk laat weten  voorwaarden
 hoogdringendheid/ andere uitzonderlijke omstandigheden
 nemen van nuttige maatregel om de niet-nakoming van de schuldenaar vast te stellen
 schriftelijke kennisgeving die vermeldt
 welke tekortkomingen de SA ten laste w gelegd
 welke omstandigheden de vervanging rechtvaardigen
 art. 5.85, derde lid BW & art. 5.235 BW

VERVANGING VAN DE WILSVERKLARING DOOR EEN RECHTER
 Bij verbintenissen met een intuitu personnae-karakter (als het uitmaakt wie schuldenaar is bv. bij schilderij)




4

,VERBINTENIS OM IETS TE GEVEN

EIGENDOMSOVERDRACHT

 Specifieke goederen
o Bij wilsovereenkomst: art 3.14, §2, eerste en tweede lid BW
 Soortgoederen
o Bij specificatio/individualisering: art. 3.14, §2, derde lid
 <-> tegenwerpelijkheid aan derden
o Roerende goederen: bezit (art. 3.28)
o Onroerende goederen: inschrijving in kantoor rechtszekerheid (art. 3.30)

PROCEDURE TOT AFDWINGING

 Roerend goed
o Dwangsom
 Onroerend goed
o Rechterlijke beslissing die geldt als akte


UITZONDERINGEN OP HET VERBOD OP EIGENRICHTING

WETTIGE VERDEDIGING
 Artikel 416 SW
 Voorwaarden
o De aanval moet tegen een persoon gericht zijn
o De aanranding die afgeweerd wordt, moet onrechtmatig zijn
o De verdediging moet noodzakelijk zijn  dreiging moet
 Actueel zijn
 Zeker zijn
 Ernstig zijn
 Niet op een andere wijze afgeweerd kunnen worden
o De verdediging moet in verhouding staan tot de aanval

BUITENGERECHTELIJKE OPSCHORTINGSRECHTEN
 Buitengerechtelijke nietigheid
 Buitengerechtelijke vervanging van de schuldenaar
 Buitengerechtelijke ontbinding bij ernstige wanprestatie
 Prijsvermindering
 Tegenpartij kan sancties aanvechten

ENAC EN RETENTIERECHT
ENAC (p.53-55 cursus)
 Partijen maken soms juridisch verbindende afspraken, waarbij de ene partij iets belooft in ruil voor een
tegenprestatie van de andere = wederkerige overeenkomsten (contrats synallagmatiques). Wanneer de
partij die eerst zijn prestatie moet leveren daaraan verzuimt, heeft de andere partij, zonder tussenkomst van
de rechter, het recht om zijn eigen tegenprestatie tijdelijk op te schorten, zolang de wederpartij in gebreke
blijft. Men noemt dat de exceptio non adimpleti contractus of niet-uitvoeringsexceptie. (art. 5.239 BW)

5

,  Toepassingsvoorwaarden:
I. WEDERKERIGE RECHTSVERHOUDING
 Er moet een wederkerige overeenkomst zijn of minstens een juridische verhouding die
wederkerigheid inhoudt
II. VERBINTENIS TEN LASTE VAN DE EXCIPIENS
 excipiens = partij die zich door de niet-uitvoering op de ENAC beroept
 maw de excipiens moet een prestatie leveren (bv. betalen van huurgeld)
III. ZEKERE, OPEISBARE EN NIET NOODZAKELIJK LIQUIDE SCHULDVORDERING
 Opeisbaar : excipiens heeft niet zelf de verplichting eerst te presteren
 Zeker : niet betwist door SA (= schuldenaar)
 Niet noodzakelijk liquide : precies in geld waardeerbaar, effen, vaststaand
 Anticipatieve opschorting :
o wnnr duidelijk dat SA verbintenis niet zou hebben uitgevoerd op einde vd uitvoeringstermijn
o gevolgen van niet-nakoming voldoende ernstig voor SE
o niet mogelijk indien voldoende waarborgen SA
o schriftelijke kennisgeving

IV. SUBJECTIEF EN OBJECTIEF TE GOEDER TROUW ZIJNDE EXCIPIENS
 Subjectieve goede trouw : excipiens niet zelf oorzaak v/d niet-nakoming door de wederpartij
 Objectieve goede trouw : evenredigheid tussen nadeel dat excipiens ondervindt en nadeel
van ENAC voor SA
V. OPSCHORTING MAG DE NAKOMING VAN DE EIGEN PRESTATIE NIET DEFINITIEF ONMOGELIJK MAKEN
 ENAC is niet meer dan een tijdelijke exceptie

RETENTIERECHT
 = persoon mag goed achterhouden totdat prestatie geleverd is (art.73. Pandwet)
 Bv. Garage houdt je auto bij zolang je niet hebt betaald voor de montage

Vergelijking retentierecht en ENAC
 Retentierecht soms als bijzondere toepassing ENAC (bv. art. 1612 oud BW)
 Begrip retentierecht dekt 2 ladingen
i. Retentierecht als toepassing van ENAC: bij wederkerige overeenkomsten waarvan één verbintenis
afgifte v/e zaak tot voorwerp heeft en de andere bijvoorbeeld strekt tot betaling van geld, is dat
verband een juridische band en valt het retentierecht samen met de exceptie van niet-nakoming.
ii. Zuiver retentierecht, het zelfstandig retentierecht. : samenhang tussen zaak en schuldvordering die
de bezitter van die zaak heeft op de eigenaar. Het eigenlijke retentierecht is de bevoegdheid van de
houder van andermans zaak om de teruggave van die zaak aan de eigenaar uit te stellen, totdat
die hem de schuld betaalde die met betrekking tot de zaak verschuldigd is. Vereiste = dat de
schuldvordering haar oorsprong vindt in de achtergehouden zaak en dat er tussen partijen geen
andere rechtsverhoudingen bestaan die de schuldvordering rechtvaardigen. (bv. takeldienst)

VASTSTELLINGSOVEREENKOMSTEN (= BUITENGERECHTELIJKE OPLOSSING VAN CONFLICTEN)
 manier van buitengerechtelijke geschillenbeslechting, altijd over een subjectief recht

 Dading (la transaction): bijzondere soort vaststellingsovereenkomst
o Def: art.2044 e.v. oud BW



6

, o Een vaststellingsovereenkomst waarbij partijen een gerezen geschil (schriftelijk) beëindigen of een
toekomstig geschil voorkomen en waarbij beide partijen wederzijdse toegevingen doen.
o Je kunt niet meer naar de rechtbank gaan over wat in de dading getekend is

o Geen uitvoerbare titel tenzij het is ondertekend door een openbaar ambtenaar

 Bindende derdenbeslissing (la tierce décision obligatoire) (art. 5.49, lid 2 BW)
o houdt in dat partijen een onzeker punt van hun rechtsverhouding aan een bepaalde of bepaalbare
onafhankelijke en onpartijdige derde ter beslechting voorleggen en zijn beslissing als definitief
bindend erkennen.

 Arbitrage (l’arbitrage) (art. 1676 e.v. Ger. W.)
o een overeenkomst waarin de partijen alle geschillen of sommige geschillen die tussen hen gerezen
zijn of zouden kunnen rijzen met betrekking tot een bepaalde, al dan niet contractuele,
rechtsverhouding aan arbitrage voorleggen (art 1681 Ger.W)
o Elke arbitrage start zodoende met een voorafgaande overeenkomst waarbij partijen, binnen de
grenzen van de wettelijke bepalingen daarover (art 1676 Ger.W), een tussen hen bestaande
betwisting voorleggen aan het oordeel van derden (scheidsrechters of arbiters genoemd), die
rechtstreeks of onrechtstreeks door hen zijn aangeduid.
o De eigenlijke arbitrage is niets anders dan de uitvoering van de arbitrage-overeenkomst.




Een uitvoerbare titel = de benaming voor een akte opgesteld door een openbaar ambtenaar en die toelaat om een
andere partij te dwingen iets te doen of te laten, goedschiks of kwaadschiks. Concreet kan het gaan om één van de
volgende stukken:
 Een vonnis
 Een dwangbevel/ dwangschrift
 Een authentieke akte




7

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur estheragten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,96. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

84251 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,96  29x  vendu
  • (2)
  Ajouter