Alternatieve Conflictoplossing
DEEL I: INLEIDING
4 thema’s:
(1) Wat is ACO (les 1)
(2) Tussenpartijdige ACO (lessen 2-7)
(3) Bovenpartijdige ACO (lessen 7-9)
(4) Toekomst van geschiloplossing (lessen 10-11)
Studiemateriaal: literatuur + powerpoint (focus!) – zie ufora
Examen (80%)
− Schriftelijk, gesloten boek, maar niet-geannoteerde wetteksten toegelaten (Ger.W.)
− Open vragen
− Meerkeuzevragen
− Casus
→ Voorbeeldvragen: zie Ufora na afronden diverse thema’s
Werkstuk (20%): AI in alternatieve conflictoplossing (Thema 4)
Deze syllabus handelt over alternatieve geschillenoplossing, in het Engels Alternative Dispute
Resolution genoemd. Vaak wordt hiervoor de afkorting ADR gebruikt, in het Nederlands
vertaald als “Anders Dan Rechtspraak”.
De taak van de jurist bestaat er niet uitsluitend in om gerechtelijke procedures te voeren.
Juristen moeten ook kunnen adviseren, onder meer over de aanpak van conflicten. Zij moeten
hun cliënten kunnen ondersteunen, onder meer bij onderhandelingen en bemiddelingen.
Soms zullen juristen zelf als onderhandelaar en bemiddelaar moeten optreden. Het is dus van
belang om voldoende noties te hebben van onderhandelen, bemiddelen en andere vormen
van ADR, temeer daar ADR, de alternatieve geschillenregeling buiten de rechtbank om, steeds
belangrijker wordt.
Bij veel onderhandelingen en zeker bij bemiddelingen is het conflict aanwezig, soms enigszins
op de achtergrond, soms zeer nadrukkelijk. In deze syllabus wordt dan ook eerst stil gestaan
bij conflicten. Hoe ontstaan ze? Hoe escaleren ze? Kan je een onderscheid maken tussen
verschillende soorten conflicten? Welke soorten conflictstijlen zijn er? Welke benaderingen en
hulpmiddelen zijn er om een conflict te analyseren?
1
,Deel II.: Wat is ACO?
H1. Terminologie
Alternatieve Conflict Oplossing
1.1 Alternatief
= verwijst naar het anders zijn dan de gebruikelijke weg die we bewandelen
Buiten de rechtbank – ‘out-of-court’ dispute resolution: Dit omvat ook het zoeken naar een
snellere oplossing, goedkoper en minder tijdrovend.
Vb.: bemiddeling, arbitrage, bindende derdenbeslissing, collaboratief onderhandelen
≠ minnelijke schikking
OF anders dan door adversarieel strijdmodel?: De reden dat we kijken naar andere methodes
is omdat het vaak leidt tot een duurzamere oplossing, meer gericht op het herstellen van
relaties. De rechtbank werkt meer vanuit een eigen grote gelijk.
Bv. bemiddeling, collaboratief onderhandelen, minnelijke schikking , verzoening
≠ bv. arbitrage, bindende derdenbeslissing
! Wij gaan ons niet focussen op die 2 grote definities van in de literatuur, maar op andere
manier bekijken.
Alternatief betekent voor ons ‘appropriate’
Begrijpen dat er geen soort van one side fits al voor een conflict is. Het is belangrijk om
aandacht te hebben voor de noden van partijen, conflict en context.
Onder deze definitie zou zelfs de gerechtelijke procedure kunnen vallen (maar geen focus
hier)
1.2 Conflict (cruciaal begrip!)
Dit is een ruim begrip, ruimer dan de traditionele term dat we gebruiken als juristen.
Verschil tussen conflict-geschil: nuanceverschil
Geschil: gejuridiseerd conflict, vaak gereduceerd naar rechten en plichten vna partijen en in
welke mate daar inbreuk is gemaakt
Conflict: kan ook gaan over conflicthistorie
Het begrip ‘conflict’ is geen typisch juridisch concept, daarom is het belangrijk dat we ook
kijken naar het psychologische aspect van het begrip.
We maken hier een onderscheid tussen tussenpartijdige en bovenpartijdige alternatieve
conflictoplossing.
− Tussenpartijdige alternatieve conflictoplossing: conflict aan de wortel proberen te
behandelen
− Bovenpartijdige alternatieve conflictoplossing: focus ligt meestal op het geschil en
minder op het oplossen conflict die aan de basis ligt.
=> Focus ligt op conflict oplossing minder op de conflictpreventie (bv. dispute boards: zijn
bepaalde soort van tribunalen (groep van 3 experts) die uitvoering van contract van begin
tot einde mee moeten opvolgen. Ze geven bv. aanbevelingen van hoe onenigheden
worden opgelost hoe je moet omgaan met overmacht etc.
2
,1.3 Oplossing
Dit is een brede term, ontleend aan de Engelse term resolution. Het bevat meer dan louter
beslechten (door een derde) van een geschil. = focus procesrecht
Het is meer dan ‘onderhandelen en bemiddelen’ (door partijen) = focus (en titel) vroeger vak
→ in dit vak ligt de focus vooral op de manieren waar partijen zelf inbreng kunnen doen om
tot een oplossing te komen.
H2. Indeling
Beginsel: tweedeling
Participatieve of tussenpartijdige conflictoplossing
− Ook wel ‘niet-bindende’ of ‘consensuele’ ACO genoemd
Adversariële of bovenpartijdige conflictoplossing
− Ook wel ‘bindende’ of adjudicerende ACO genoemd
Dit is echter geen zuivere tweedeling, er bestaan echter ook nog andere vormen.
2.1. Participatieve of tussenpartijdige conflictoplossing
De beslissingsautonomie ligt bij deze vorm bij de partijen. Zij beslissen of ze al dan niet een
oplossing aanvaarden, de partijen blijven altijd aan het roer van de inhoudelijke beslissing.
Objectiviteit: Hierbij probeert men meestal het bewerkstellingen van een win-win: beide
partijen hebben het gevoel dat ze niet verloren hebben. Hierbij probeer men sterkt de taart
te vergroten.
→ vb.: Conflict tussen een managementvennootschap en een trasportbedrijf. Van de
ene dag op de andere werd het contract tussen de managementvennootschap en het
transportbedrijf verbroken. Bij de beëindiging hiervan zou een bepaalde som moeten
worden gegeven als er een contractuele wanprestatie was. In het contract stond ook
een niet-concurrentiebeding en het was voorzien in een conflictoplossingsbeding
waarbij bij een geschil bij de beëindiging ze naar de ondernemingsrechtbank van Brussel
zouden moeten gaan.
Het transportbedrijf zat in slechte papieren en had enkele zaken op de kerfstok staan die
niet in het goede licht stonden en had dus geen zin om naar de rechtbank te gaan. De
dame van de managementvennootschap had ook niet veel zin om naar de rechtbank
te gaan omwille van haar imago. Zij zat met een debt. Als het geschil voor de rechtbank
zou komen dan zouden al deze zaken naar boven komen. Beide partijen hadden er dus
belang bij om andere manier te zoeken om dit geschil op te lossen.
• ! opmerking: verschil tussen collaboratief onderhandelen en bemiddeling
➢ Collaboratief handelen: beroep doen op advocaat die daartoe
erkenning heeft gekregen
➢ Bemiddeling: konden beiden dan met hun eigen advocaat naartoe.
Hebben dit gekozen.
3
, Standpunten partijen:
• Dame: wilde niet dat het niet-concurrentiebeding veel op haar van toepassing
was
• Bedrijf: wilde niet betalen
Bij tussenpartijdige conflictoplossingsmodellen moet je niet per se zoeken naar de stok in
2 te willen doen. Hier wordt er gefocust op het belang van de partijen in de plaats van
de standpunten van de partijen! Belangen zijn andere zaken. Hier zal men sterker werken
met methodes om belangen bloot te leggen.
• Dame: uitbetaald worden want zat met gap in de boekhouding. Wl niet dat het
naar de buitenwereld toe wordt gekend en ze wilde ook niet dat het niet-
concurrentiebeding voor haar van toepassing zou zijn.
• Bedrijf: alles zoveel mogelijk confidentieel afhandelen, het niet-
concurrentiebeding leek minder belangrijk. Het bedrijf wou wel uitbetalen maar
kon dat niet zo snel omdat het niet in goede papieren zat.
Deze twee belangen zijn al minder tegenstrijdig tegen elkaar dan de standpunten.
Beslissing: opzegging helemaal betaald worden maar op termijn + confidentialiteitsovk
+ niet-concurrentiebeding niet helemaal van toepassing (dame kon binnen ruimere
context van transportsector wel nog werken maar niet met rechtstreekse concurrenten)
Methode gericht op samenwerking/communicatie/(belangengericht) onderhandelen (zie
voorbeeld)
Een zeker psychologische deskundigheid is belangrijk (multi-disciplinariteit!)
Bij zo’n methodes hangt het succes vaak grotendeels af van de partijen.
Impact op toegang tot de rechter/arbiter?
In principe is de toegang tijdelijk gesloten, maar indien er een oplossing is gevonden dan is
dit definitief. Belangrijk is dat dit met uitzondering is van voorlopige en bewarende
maatregelen.
Voorbeelden: bemiddeling, verzoening, minnelijke schikking, collaboratief onderhandelen,
(‘gewoon’) onderhandelen.
2.2. Adversariële of bovenpartijdige conflictbeslechting
De beslissingsautonomie ligt hier bij een derde.
Objectief doorgaans: win-loose maw ‘gelijk halen’.
Bij het oplossen van het geschil is het resultaat vaak een win-loose. Het gelijk halen betekent
dat ook argumenten winnen en verdedigen van standpunten vaak de strategieën zijn.
In deze vorm staat het ‘gejuridiseerd conflict’ (geschil) bij het beslechten centraal.
Methode gericht op verdedigen van standpunten en winnen van argumenten
Belang van (meestal juridische) deskundigheid
Succes hangt af van (meestal juridisch) gelijk
Impact op toegang tot de rechter
4