DEEL 1: BELEGGEN
1 Vermogensvorming (p 17)
1.1 Sparen en beleggen
Iemand die een inkomen verdient, kan 2 zakendoen:
• Consumeren (goed voor economie)
Vb.: Voedsel en kledij kopen, huur betalen, op reis gaan, …
• Sparen
o Oppotten (= onder matras steken) = als het gespaarde geld uit de economische
circulatie verdwijnt en het geen enkele economische meerwaarde meer heeft
o Beleggen = aanwerven van geld met de bedoeling om een extra inkomen te
verwerven of om het vermogen te laten aangroeien
Geen enkele belegging is vrij van risico
Beleggen <> speculeren1
1.2 Beoordelingscriteria van beleggingsvormen
De verschillende beleggingsvormen kunnen ten opzichte van elkaar beoordeeld worden door de
evaluatie van 5 criteria:
• Veiligheid
• Liquiditeit
• Return
• Fiscaliteit
• Kosten
1.2.1 Veiligheid
Veiligheid = de risicograad waarmee een belegger wordt geconfronteerd
Welk risico neemt belegger? (Vb.: Bij spaarrekening mogelijk faillissement van bank)
Risico = een maat voor onzekerheid. Voor die onzekerheid wil hij een compensatie (in de vorm van
een mogelijk hogere opbrengst, ook wel risicopremie).
Beleggen op een spaarrekening is veiliger dan een belegging in aandelen.
Basisregel: hoe hoger het risico is dat wordt genomen bij de belegging, hoe hoger de potentiële
opbrengst zal zijn die ertegenover staat.
Zie figuur 1.1 pagina 18
1 Het nemen van bovenmatige risico’s met het oog op een flinke en snelle winst, soort gokken
Het koersrisico
Bij sommige beleggingsvormen is het moeilijk om te voorspellen wat de toekomstige waarde is.
Zeker bij de spaarrekening en aandelen.
Debiteurenrisico
Debiteurenrisico = wanneer de partij aan wie u geld uitleent (uitgever) niet (tijdig) kan betalen op
het afgesproken tijdstip.
Het duidt meestal op een slechte financiële positie en zelfs een mogelijk faillissement van de
debiteur in kwestie. Voornamelijk bij het beleggen in obligaties.
• Rentebepaling
• Terugbetaling kapitaal
Bij obligaties uitgegeven door de staat loopt men geen risico op.
Renterisico
Bij een vaste rente (Vb.: Kasbon):
• Positief bij dalende rente
• Negatief bij stijgende rente
Bij een variabele rente (Vb.: Spaarrekening):
• Negatief bij dalende rente
• Positief bij stijgende rente
De rente heeft ook een invloed op de koersen van obligaties en omgekeerd.
• Rente stijgt → koersen obligaties dalen (vraag daalt)
• Rente daalt → koersen obligaties stijgen (vraag stijgt)
Valutarisico
Dit risico loopt u bij beleggingen in vreemde valuta.
Als de waarde van de vreemde valuta vermindert, zal dat een impact hebben op de opbrengst van de
belegging.
Vb. USD: Koers kan stijgen of koers kan dalen
EUR/USD = 1,17 (1 EUR is 1,17 USD)
→ aankoop USD voor 1 000 EUR = 1 170 USD
Munt depreciatie of munt ontwaarding! => EUR/USD = 1,20
→ aankoop 1 170 USD/1,20 EURUSD = 975 EUR
Het valutarisico wordt gelopen door de ontwaarding van de munt.
Laura Cooreman 3
, Beurs en beleggingen samenvatting
Inflatierisico
Inflatie of geldontwaarding = als de koopkracht van het geld vermindert
Producten en diensten worden almaar duurder zodat met eenzelfde bedrag minder kan worden
aangekocht.
Voorbeeld:
• Spaarrekening 1,00% • 1 000 EUR => 1 010 EUR
o Inflatie 0,75% dan hou je nog o 7,5 EUR gaat op aan inflatie
0,25% rendement over o Reëel rendement 2,5 EUR
Inflatie te hoog? Rente stijgt, dus vraag daalt
1.2.1.2 Het marktrisico en het specifiek risico
Doet zich voor bij aandelen en afgeleide producten (Vb.: Opties, warrants, futures, …).
Het marktrisico is altijd aanwezig, het is het risico dat de gehele markt zal ondervinden.
Enkele voorbeelden:
• Oorlog • Werkloosheidsgraad
• Wijziging rente (KT of LT) • Wisselkoers vreemde valuta
• Economische groei • Inflatie
• Algemeen beursklimaat • Gebeurtenissen in de wereld
• Politieke invloed
Het specifiek risico is het risico dat één specifieke onderneming ondervindt en dus ook de koers van
het aandeel van die onderneming zal beïnvloeden.
Enkele voorbeelden:
• Tegenvallende winstcijfers van de onderneming
• Verandering van directie
• Geruchten dat er een overname zit aan te komen
• Een faillissement
Laura Cooreman 4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lauracooreman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.