Overzicht van de historische kritiek
Inleiding
Casus: de Vikinginvallen
1e probleem bij recreëren geschiedenis: spanning tss feiten & fictie/presentatie
Eind 8e E – 9e E: Plundertochten vanuit Scandinavische landen in Britse eilanden, toen
Karolingische Rijk & onze streken
Info uit verleden accuraat?
o Mythevorming (toen & nu) (vb: vikinghelm met hoorns, wel gebaseerd uit opgraving,
maar dateert uit vroeger tijdperk)
o Stereotypering
Overblijfsels geven beeld v periode (bv types klassieke schepen) (weinig bij ons gevonden,
vooral in Scan)
Welke bronnen? Niet allemaal betrouwbaar kritiek op uitvoeren
o Functie bronnen: feiten reconstrueren (info =/ kennis)
o Vandaag nog meer bel (politieke belangen, manipulatie, fake news)
o Contemporaine bronnen? Liefst v ooggetuigen (viking zelf of slachtoffer v
invallen)
Geen teksten v Noormannen zelf: inscripties met runen op vw’n h/ hele andere functies:
herdenking overlevenden, magisch, voorspellingen (geen info over wat ze waar in welk jaar
deden)
Bijna alle getuigenissen v slachtoffers geschreven door clerici vh Europese vasteland
o Genre: Annalen (kronieken waarbij per jaar gebeurtenissen genoteerd w/) geven
uiterst beknopt, stereotiep discours
o Bijna allemaal Latijn
Monumentale overblijfselen? de oprichting van forten in Brugge en elders (castella
recens facta)
o 851: Gentse monniken van Sint-Bavo vluchten naar Brugge en verliezen er een
zilveren kruis
Archeologische overblijfselen: muntschatten, wapens?
o Archeologisch onderzoek naar Vikingschepen
Afbeeldingen
Schema verloop historische kritiek:
Deel I: De bron, bouwstof voor de kennis van het verleden
De notiebron
= voorwerpen (artefacten) die uit verleden tot ons gekomen zijn (= overblijfselen)
o Onderzoeksterrein vd archeologie
= getuigenissen over verleden (= overleveringen)
, o Onderzoeksterrein vd geschiedenis
Archeologie & Geschiedenis laten zich alle twee in met verleden & h/ er voordeel bij
overblijfselen & –leveringen met elkaar te combineren
Overblijfselen = voorwerpen die alleen al door bestaan spoor v verleden opleveren
Overleveringen = mondelinge/geschreven getuigenissen die eenvoudige/complexe
gebeurtenis beschrijven/v commentaar voorzien (niet zo betrouwbaar, zeker wnr eerst lang
mondeling overgeleverd & dan opgeschreven in manuscript)
Vb mbt casus: middeleeuwse annalen over invallen v vikingen
1. Bronnen: bewuste creaties?
Typologie (= bronnen in types indelen) ifv intentie:
Auteurs v getuigenissen leveren antwoord op wat in verleden is gebeurd, hoe & in welke
omstandigheden, en waarom
Komen niet in elke bron even intens voor
Artefacten: aanvankelijk objecten uit dagelijkse leven (voor ze bronnen werden, onthullen
later onbewust realiteit)
Getuigenissen: op korte & lange termijn bedoeling bewijs te leveren vh bestaan ve
rechtsfeit of –handeling
o → duidelijke & specifieke functie voor mensen in die periode
Artefacten & getuigenissen k/ met opzet gecreëerd w/ (om bepaald doel te bereiken –
hakbijl maken) of per ongeluk/onbewust (etensresten in afvalput)
Sommige bronnen ontstaan met bepaalde intentie, maar krijgen voor historicus andere
functie
Audiovisuele bronnen in principe bewust gemaakt, maar: unwitting testimony
o Casus: 22 november 1963: kleermaker Abraham Zapruder wil camera uittesten
wanneer JFK voorbijrijdt, moordaanslag op Kennedy vastgelegd. Am publiek ziet
beelden pas in 1975 (getuigenis ook basis voor complottheorieën)
Onbewust bewijsmateriaal later samengelegd met wel bewuste bronnen (bv
politiegetuigenisen)
Nu door ontwikkeling digitale media kan men ongeplande beelden v gebeurtenissen
makkelijk verspreiden: geven bepaalde realiteit weer & laten toe dat zich publieke opinie
vormt
o → slecht nieuws voor wie wil dat zaken niet ontdekt w/
Bewust gecreëerde bronnen k/ objectief of subjectief zijn & vaak bedoeld om
tijdgenoot/historicus iets voor te houden
Naarmate men aandacht kreeg voor opinies & mentaliteiten die zich rond feiten h/
ontwikkeld, is dit zeer waardevolle categorie voor info geworden
Zowel bij reconstructie v feiten als v ideeën moet men kritisch zijn tov inhoud &
ontstaanscontext
2. De vormeigenschappen: geschreven en ongeschreven bronnen
1. Geschreven bronnen
Verhalende of literaire teksten, tussen ‘Dichtung und Wahrheit’ (JW von Goethe) –
egodocumenten
Kronieken of traktaten in narratieve vorm
Dagboeken/brieven/autobiogr/mémoires/schilderijen; zeer onbetrouwbaar
o Vb: Felix Nussbaum: schilderijen tijdens leven in concentratiekamp
Bloeitijd egodocumenten: 1750-1850
Doel = bepaalde boodschap doen overkomen
, Uiteenlopende motieven (tijdgenoot/nageslacht inlichten via wetenschappelijk
traktaat, hen visie & opinie opdringen via editoriaal ve krant, kroniek waarin feiten in
bepaalde logica worden gegoten, etc)
Egodocumenten (Presser naam bedacht): probleem v intentie
o = documenten waarin ego zich opzettelijk of onopzettelijk onthult/verbergt,
bronnen met opzettelijk ik- of wij-perspectief, bewust gecreëerd voor auteur zelf,
maar ook voor anderen
o Onthullen & verhullen terzelfdertijd: als onbetrouwbaar gezien
Werden in tijd van Presser binnen ideeën- & cultuurgeschiedenis benut als bron voor
studie van proces van toenemende individualisering (sinds ME op gang)
‘Dichtung’ door auteur als ‘Dichtung’ ervaren, maar ook als ‘Wahrheit’
o Deze ‘Dichtung-Wahrheit’ is hoe dan ook historische waarheid, maar anders
dan die van harde feiten
Veel egodocumenten geven meer beeld v wat auteur buiten zz waarneemt dan onthulling
v zz & eigen ervaring
o Zelfs intiem dagboek is geen totale waarborg voor accurate weergave v subjectief
ervaren realiteit
o Men moet rekening houden met zelfbedrog & met kans dat auteur rekening hield
dat het later toch door een ander zou k/ w/ gelezen
Tendens tot:
o Teleologisering = een poging om een structuur, een lijn te krijgen in een
geschiedenis, uitgaande van het eindpunt van die geschiedenis
o Rationalisatie post factum (achteraf feiten rationeler maken dan ze waren)
o Doelbewust accent leggen op breuk in leven of onderstrepen vd continuïteit
o Narcisme
Oorzaken v vervorming k/ gedetecteerd w/ door onderzoek uit welk milieu auteur komt,
met welke vooroordelen hij schrijft, wnr hij schrijft (afstand in tijd tot feiten) & met welk
doel
Vorm v literaire bronnen is vrij, slechts gebonden aan normen van mode & traditie
Diplomatische teksten
= Teksten die rechtssituatie vaststellen of nieuwe scheppen
Indelen advh kenmerken:
o Externe kenmerken: schrift, schrijfstof (bv inkt), beschrijfstof (bv papier), zegel
(autoriteit oorkonder)
o Interne: taal, stijlfiguur, terugkerende termen
Oorkonde = tekst met doel getuigenis af te leggen over voltrokken
o Rechtshandeling of over bestaan van rechtsfeit. Ze vormt bewijs bij evte betwisting
tss betrokken partijen (voorzien v watermerk/zegel/handteken)
Oorkonden: vorm niet vrij; vertonen strikte, formele vormeigenschappen die bepaald w/
door normen v recht & traditie (wisselend in tijd)
o 3 delen:
Protocol: naam auteur, bestemmeling, begroeting, etc
Context: narratief gedeelte, verhaal van motieven, bekendmaking beslissing
Eschatocol: aankondiging validatietekens, getuigen, datering
k/ getuigen voor wetgevende activiteiten, vrijwillige rechtspraak & juridische activiteiten
Bestudeerd door hulpwetenschap v diplomatiek
Bronnen van de sociale boekhouding
= Teksten die schriftelijke neerslag vormen van uitvoerende macht of v beheer v openbare
& private administraties, ondernemingen of verenigingen
, Brengen verslag uit over:
o Opdracht (bv stadsrekeningen)
o Vergaderingen (notulen van parlement)
o Zakenbeleid (boekhouding)
Of geven overzicht v:
o Bezitsstructuur (grondboeken ve abdij)
o Fiscale structuur (belastingskohieren)
o Sociale structuur (registers v burgerlijke stand)
o Politieke structuur (kiezerslijsten)
Casus: de types bronnen over het leven van Jan van Eyck:
o Meeste info uit kwatrijn om houten omkadering schilderij (schilder, schenker,
wanneer)
o De schilder Hubert Van Eyck, een groter man werd nooit gevonden, vatte dit werk aan. Zijn broer
Jan, de tweede in de kunst, voltooide die zware taak op verzoek van Joos Vijd. Die nodigt u, op 6
mei [1432], met dit vers uit om te aanschouwen wat werd verricht.
Authenticiteit kwatrijn zeer vaak in twijfel getrokken (Boek Hubert v Eyck – personnage de
légende (Emiel Renders: zelfs niet meer in bestaan Hubert geloofd (verzonnen uit rivaliteit
tss Gent & Brugge?)
o Latere biografische bronnen over bv leefplaats (Van Vaernewijck, kroniekeur van
Mander)
o Lijfspreuk Jan van Eyck bevestigt dat hij v Maaseik is (dialect)
o Rekeningen v hertog Filips de Goede
2. Ongeschreven bronnen
Materiële voorwerpen:
Leren ons aanwezigheid v welbepaalde cultuurgroep op bep plaats, haar leefpatroon,
artistieke ambities
Archeologische bronnen
Overblijfselen
Munten
Manueel vervaardigde afbeeldingen (iconografische bronnen)
Mechanisch vervaardigde afbeeldingen (foto en film)
Orale tradities:
Uit verleden of eigen tijd
Hedendaags vb: interview
o Oorspronkelijk zuiver & exclusief oraal
o Recenter vaak vastgelegd in geschreven vorm of op geluidsband, film of digitale
drager → niet meer zuiver oraal
Casus: West-Afrikaanse griots & Heer Halewijn
o West-Afrikaanse griots
= zangers die oude verhalen doorvertellen (v oude dynastieën)
Afrikaanse rijken voor de rest vaak alleen gekend door buitenlandse bronnen
(bv moslimreizigers)
Jan van Sina bestudeerde mondelinge gesch v Afrika (dankzij hem gesch obv
v orale traditie weer meer naar waarde geschat)
Externe testen (bronvgl): Andere bronnen naast leggen, vgl’n met
hedendaagse antropologische observaties betrouwbaarheid leek best groot
Intern testen: woorden uit bep periode, is inhoud logisch
o Heer Halewijn; vrouwenmoordenaar onthoofd door prinses
Zelfde narratieven komen terug in andere verhalen (bv Blauwbaard)
Pas in 19e E opgetekend door folkloristen (vers versies)
Gezien dat het authentiek was door structuur v verzen