Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting: 'ethiek en deontologie van het pedagogisch handelen' €6,06   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting: 'ethiek en deontologie van het pedagogisch handelen'

 19 vues  0 fois vendu

Samenvatting van het boek 'Wat ervan te zeggen', de slides van de lessen en de nota's die in de lessen werden gemaakt. Docent van het vak, Wouter Vanderplasschen (Ugent).

Aperçu 8 sur 76  pages

  • Non
  • Hoofdstukken 1 t.e.m. 13
  • 8 août 2024
  • 76
  • 2023/2024
  • Resume
  • straathoekwerk en ethiek
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
lotteblondeel
Sem 1




ETHIEK EN
DEONTOLOGIE VAN
HET PEDAGOGISCH
HANDELEN
DOCENT: WOUTER VANDERPLASSCHEN

,H1: Inleiding
1. Ethiek
➢ Ethiek:
• De theorie van de moraal;
• De wetenschappelijke discipline die de moraal bestudeert
• De leer die zich buigt over wat juist en fout is

➢ Moraal:
• Opvattingen over goed en kwaad, juist of fout, …
• Gaat over waarden en normen; niet neutraal / niet waardevrij
- Bv. euthanasie? Afhankelijk van waarden en normen die spelen in de samenleving
• Relatief en veranderlijk

➢ Waarde:
• Wat mensen waardevol vinden, waarnaar ze streven
• Bepalen ons gedrag (bv. solidair zijn = snoepjes delen)
• Waarden veranderen en zijn relatief
• Idealen over hoe het leven moet zijn: vrijheid, gelijkheid, solidariteit. (maar waarden
botsen soms ook)
• Abstract + op verschillende niveaus:
- micro- (individu), meso- (organisatie), macro- (samenleving)
- wanneer interveniëren in conflictsituaties, wanneer behandeling starten?,…
➢ Norm:
• Handelingsvoorschriften, concreet, laten je zien hoe je moet handelen
• Dezelfde waarde kan zich vertalen in verschillende normen:
- Bv. solidariteit: “dagelijks bij ouders op bezoek” of “zorgen voor deskundige hulp”
• Bij conflicten over normen: achterliggende waarden onderzoeken:
- Bv. te laat komen op school/in de leefgroep
• Normen evolueren doorheen de tijd + cultureel bepaald
• ≠ soorten normen:
1. Morele normen (bv. geen vlees eten – niet bindend, er wordt niet tegen
opgetreden)
2. Fatsoennormen (ongeschreven regels, bv. smsen tijdens de les, kledij, op
tijd komen – bij overtreden van norm zal je minstens scheef bekeken worden,
vaak meer reactie)
3. Juridische normen (bv. Inzage- of hoorrecht); soms moreel juist, maar
onwettelijk (bv. kraakpanden – afdwingbaar, verantwoording of straffen)

➢ Waarde ≠ norm
• norm vertaling van een waarde
• dezelfde waarden kunnen zich vertalen in verschillende normen
• pedagogisch handelen is nooit waardevrij

➢ pedagogie ≠ pedagogiek
• gericht op het opvoeden ≠ studie van/ de leer van het opvoeden

➢ Deugd:
• een goede persoonseigenschap (eerder dan een eenmalige keuze) die bepaalt hoe
iemand zal handelen (respectvol, zorgzaam, …)
- bv. moedig, respectvol, …
• Houden verband met waarden, maar zijn gekoppeld aan een persoon + verinnerlijkte
waarden




1

,1.2 vormen van ethiek
1) Descriptieve ethiek:
• feitelijke moraal in een samenleving
• beschrijven hoe mensen zich gedragen in morele kwesties
• Bv. hoe is het gesteld met de waarden in de maatschappij → bv. hoe staat de
samenleving tegenover euthanasie?
2) Normatieve ethiek:
• reflectie over juistheid van morele opvattingen (waarden);
• hoe moreel juist handelen? (cf. ethische theorieën)
• Voorschrijven wat de beste manier is om met iets om te gaan → bv. hoe mensen uit
lijden verlossen?
3) Prescriptieve ethiek:
• voorschrijven van morele regels, bv. voor een bepaalde (beroeps)groep
(beroepsethiek) = ideaaltypische beschrijving
• Voorschrijven hoe we moeten handelen → bv. deontologische codes
4) Meta-ethiek:
• morele vragen van hoog abstractieniveau (bv. bestaat een universele ethiek, is moraal
cultureel bepaald, zijn mensen vrij in hun handelen,…?)

3. Deontologie
➢ Deontologie:
• Plichtenleer/plichtenethiek
• Geheel van gedragsregels (van een beroepsgroep → beroepscode)
- gedragscode waarin zaken opgesomd staan waaraan je je moet houden (bv.
zwijgplicht, beroepsgeheim, …)
- wat in een deontologische code staat zijn eigenlijk gedragsvoorschriften → pas
strafrechtelijk vervolgbaar als het strafbaar is
• Beroepsethiek (ethische theorievorming) aan de basis ervan
• Niet louter juridische regelgeving

• Toenemende maatschappelijke bewustwording en aandacht voor deontologie:
o Grensoverschrijdend Gedrag (GOG) door hulpverleners en leerkrachten
o Gevallen van (seksueel) misbruik in instellingen voor geplaatste
kinderen/kinderen (met een beperking)
o Extreme gevallen van geweld en mishandeling (geval Jonathan Jacob)
o Maar ook bv. Prof. Diederik Stapel, die onderzoeksdata zelf verzon
o Ook in pedagogische contexten is deontologie essentieel!

➢ Deontologie binnen een evoluerende en steeds complexere hulpverleningscontext:
1. Professionalisering van de hulpverlening: beroepskrachten i.p.v.
vrijwilligers/religieuzen
• Microniveau: cliënt – hulpverlener
• Mesoniveau: nood aan een beroepsdeontologie of –organisatie
• Macroniveau: theorievorming binnen de beroepsgroep; leidt tot
maatschappelijke erkenning en autonomie voor de hulpverlener

➔ Belang van discretionaire ruimte: de mogelijkheden die je hebt als
hulpverlener om zelf te beslissen naast de codes die er zijn

2. Verdwijnen van het ‘colloque singulier’
• Individuele hulpverleningsrelatie, waarbinnen alles geheim blijft
• Multidisciplinaire benadering als gevolg van toegenomen complexiteit en
professionalisering
• Evolutie naar netwerken en zorgcircuits (gezamenlijke hulpverlening)
• Cliënt en zijn context in behandeling
• Pedagogische relatie: kind en zijn/haar ouders
2

, 3. Emancipatie van cliënten
• Van paternalistische, bevoogdende houding … naar empowerment, rekening
houden met hulpvraag van de cliënt, zijn/haar mogelijkheden en wensen
• Onderhandelingsrelatie, ook in de relatie tussen ouders en kinderen
• Toenemende juridisering: rechtendiscours (kinderrechten, patiëntenrechten, …)
4. Kwaliteitszorg: nood aan dossiervorming + informatisering
• Dossier- en registratieplicht
• Gebruik van moderne informatietechnologie
• Risico’s voor privacy
• Belang van wetenschappelijk onderzoek
5. Impact van sociale media en roep naar openbaarheid en transparantie

4. Het pedagogisch handelen
➢ De pedagogische praktijk = handelingspraktijk:
• Een interventie die intentioneel/methodisch wordt ondernomen waarbij er naar
gestreefd wordt een bepaald doel te bereiken

• Pedagogisch handelen:
a. sociaal handelen
b. geconstrueerd handelen
c. ambigue handelen

➢ Pedagogisch handelen gebeurt in verschillende opvoedingscontexten, bij
uiteenlopende doelgroepen:
• Onderwijs
• Preventie en hulpverlening (cf. Integrale jeugdhulp)
- Zorg voor personen met een beperking
- Jeugdhulp
- Geestelijke gezondheidszorg
• (Jeugd)welzijnswerk
• Recreatieve sfeer
➔ Kan aanleiding geven tot dilemma’s (soms onmogelijke keuzes)
➢ Ethische dillema’s:
• een keuze tussen twee of meer alternatieven, die geen van beide helemaal wenselijk
zijn of conflicteren
• In de pedagogische praktijk is er vaak geen eenduidige oplossing voor bepaalde
problemen en moeten we op zoek naar ‘second best’-oplossingen
- Bv. Wat is verkeerd aan de pedagogische tik? En wat zou het alternatief zijn?
- Bv. België wil kinderen tot 12 jaar repatriëren uit IS-gevangenkamp, IS-
vrouwen worden “geval per geval bekeken”
- Bv. Ozempic → voor mensen met diabetes, mag je dat dan geven aan
mensen om af te vallen?

➢ Beroepscode voor pedagogen
• Niet één deontologie of beroepsgroep
• Gebonden aan een bepaalde beroepsorganisatie of een beroepsprofiel of setting
- Geen beroepsprofiel of beroepscode voor pedagogen; gevolg van gebrek aan
een overkoepelende beroepsvereniging, wel:
o Deontologische code van de Vlaamse vereniging van orthopedagogen
o Lerarenverenigingen
o Beroepsvereniging sociaal werkers ziekenhuizen
o Beroepsvereniging van Maatschappelijk Assistenten (BEMA)
o Discussie over beroepsvereniging sociaal werkers in Vlaanderen


3

, - In Nederland:
o Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen:
 ‘Beroepscode voor pedagogen’
o Beroepsvereniging van professionals in sociaal werk:
 ‘Beroepscode voor de maatschappelijk werker’:
- Specifieke deontologische codes, vooral vanuit bepaalde
organisatiestructuren, niet vanuit een beroepsdiscipline
o Voor CLB-medewerkers
o Voor jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren
o Gemeenschapsinstellingen voor bijzondere jeugdbijstand
o Voor straathoekwerkers: intern afgesproken code
o Voor OCMW-medewerkers
- Voor bepaalde werkvormen: bv. Herstelbemiddeling, cliëntenoverleg
(Integrale Jeugdhulp)
- Wel voor andere beroepsgroepen: advocaten, politieagenten, psychologen, artsen, …
- Ook internationaal actueel thema

➢ Illustratie: de eed van Hippocrates
• = uitdrukking van een zeer verfijnde, hoogstaande moraal
• Meest bekende deontologische code = artsencode
• Artsen moeten zich geheel ten dienste stellen van de patiënt:
- "Ik zweer bij Apollo, de genezer, bij Asklepios, bij Hygieia, bij Panaceia, en alle goden en godinnen,
hen tot getuigen makend, naar mijn vermogen en oordeel, deze eed, deze verbintenis ten uitvoer
te zullen brengen. Dat ik hem, die mij deze kunst leerde, gelijk zal stellen met mijn ouders, have
en goed met hem zal delen, hem op zijn verlangen in zijn noden tegemoet zal komen, zijn kinderen
op één lijn zal stellen met mijn broeders, hun, als zij dat onderricht wensen, deze kunst zal leren
zonder beloning of schuldbewijs; aan de voorschriften, voordrachten en aan het overige onderricht
zal laten deelnemen: mijn zonen en die van mijn leermeester, benevens de leerlingen die zich
hebben aangesloten, en gehouden zijn aan de medische wet. De geneeskundige behandeling zal
ik aanwenden ten nutte der zieken naar mijn vermogen en oordeel; van hen houden wat ten
verderve of tot letsel kan zijn. Ik zal aan niemand, ook niet op zijn verzoek, enig dodelijk
geneesmiddel toedienen, noch mij lenen tot enig advies van dien aard: evenmin zal een vrouw een
abortief middel van mij bekomen. Want rein en vroom zal ik mijn leven leiden en mijn kunst
uitoefenen. Ik zweer geen steenlijders te zullen snijden, doch bij die operatie voor deskundigen
plaats te zullen ruimen. Waar ik een woning binnentreed, zal ik dat doen in het belang der zieken,
mij onthouden van elk moedwillig verkeerde handeling, in het bijzonder van lijfsgenot met vrouwen
en mannen of slaven. Al, wat ik tijdens de behandeling zal zien of horen, of ook in de praktijk in
het leven der mensen, voor zover dit nimmer mag worden rondverteld, zal ik verzwijgen, ervan
uitgaand dat zulke dingen geheimen zijn. Moge, indien ik deze eed in vervulling breng en niet
breek, het mij welgaan in leven en kunst en moge ik bij alle mensen ten alle tijde eervol bekend
staan: bij overtreding echter en meineed moge het tegendeel mijn lot zijn."

• Artseneed orde van geneesheren:
- “Op het ogenblik dat ik opgenomen word onder de beoefenaars van het medisch beroep,
verbind ik mij plechtig mijn leven te wijden aan de dienst van de mens.
Ik zal mijn leraars en meesters de achting en dankbaarheid betonen die hun verschuldigd zijn.
Ik zal mijn beroep nauwgezet en waardig uitoefenen.
Ik zal de gezondheid van mijn patiënt als mijn voornaamste bekommernis beschouwen.
Ik zal het geheim eerbiedigen van al wie zich aan mijn zorgen toevertrouwt.
Ik zal tot het uiterste de eer en de edele tradities van het medisch beroep hooghouden.
Ik zal mijn collega's als mijn broeders beschouwen.
Ik zal niet gedogen dat mijn houding tegenover mijn patiënt beïnvloed wordt door
beschouwingen van godsdienst, nationaliteit, ras, partij of sociale stand.
Ik zal het menselijk leven van bevruchting af eerbiedigen.
Zelfs onder bedreiging, zal ik mijn medische kennis niet aanwenden in strijd met de wetten der
menselijkheid.
Dit verklaar ik plechtig, vrijwillig en op mijn woord van eer.”


4

, ➢ Kenmerken van beroepscodes
• Doelstellingen:
- Onaanvaardbaar gedrag regelen (non-maleficence)
- Optimaal gedrag bevorderen (bene-ficence)
• Voordelen:
- Bescherming voor cliënt en hulpverlener
- Houvast: wat noodzakelijk, wat verboden?
- Stimulans voor hulpverleners: streefdoel waarnaar men zich kan richten
- Klacht- en beroepsprocedures moeten altijd gekoppeld worden aan zon
beroepscode
• 4 basiswaarden:
1. Erkennen + respecteren autonomie van de cliënt (autonomy)
2. ‘Weldoen’ (beneficence) → welbevinden van een persoon bevorderen
3. Geen schade berokkenen (non-maleficence)
4. Rechtvaardig handelen (justice)
➔ Elke beroepscode kan gekoppeld worden aan de 4 basiswaarden
➔ EXA: examenvraag regels van beroepscode voorschotelen en linken aan basiswaarden

➢ Is de deontologische code afdwingbaar?
• Gedragsregels in beroepscode gelden enkel voor de beroepsgroep: geen juridische
gevolgen, maar bv. wel sanctie mogelijk van de Orde der Geneesheren
• Wel gerechtelijke vervolging mogelijk op basis van strafrechtelijke feiten of
schending van algemeen geldende en bindende regels.
- Bv. Wetgeving op het Beroepsgeheim, Wet ter bescherming van de
Persoonlijke levenssfeer, Wet op de Patiëntenrechten, Decreet Rechtspositie

5. Voorbeelden van ethische dilemma’s

• Moet er een aparte groep zijn voor kinderen met een beperking of
juist meer inclusie?

• Diende aanvraag voor euthanasie in na het
geen hulp krijgen
• Is het moreel verantwoord om bv. super veel te
betalen voor een medicijn, werkt het dan ook?

• Toptalent bij Anderlecht, maar lieten hem – tegen
zin van de vader – niet meedoen aan
internationale tornooien
• Plaatste filmpjes van zijn zoon op YouTube, meer
dan 300 000 keer bekeken
• De ‘nieuwe Messi’, volgens zijn vader
• Alle topclubs toonden interesse (zetten clubiconen
in om familie te overtuigen)
• Transfer + verhuis naar AS Roma
• Club regelt job en huis voor gezin
• Verhuizen tegen midden september, zodat zoon al op eerste schooldag
aanwezig is

5.1 Vragen die gesteld moeten worden bij een ethisch dilemma
1. Wat is hier het ethisch dilemma?
2. Welke waarden zijn in het spel? Welke waarden conflicteren?
3. Welke argumenten zie je voor de verschillende handelingsalternatieven van het dilemma?



5

,H2: Stromingen in de ethische theorievorming
1. Inleiding
➢ Ethisch handelen
1. Subjectivisme (context factoren in beeld brengen) <-> objectivisme
2. (Cultureel) relativisme: besnijdenis, homoseksualiteit, ….
3. Universalisme (VN-verdragen, algemeen geldende principes)
4. Verlichtingsdenken: verlichtingswaarden
- Vrijheid
- Gelijkheid
- Solidariteit

➢ Vrijheid
• Mogelijkheid om eigen keuzes te maken
• Impliceert verantwoordelijkheid: andere keuzes kunnen maken
• Wilsvrijheid: onbeïnvloed kunnen kiezen? Dwang? Geen sociaal wenselijk antwoord…
• Negatieve vrijheid:
- Afwezigheid van dwang, geen inmenging
- Overheid/hulpverlening moet zich niet moeien
- Geen inmenging
- Autonomie
• Positieve vrijheid
- Zeggenschap hebben, kunnen beslissen
- Actieve inmenging (bv. informatie geven, …)

➢ Gelijkheid
• Iedereen gelijk?
• Natuurlijke ongelijkheid: geslacht, ras, leeftijd,…
• Socio-economische ongelijkheid
• Rechtsgelijkheid
• Gelijkheidsparadox: gelijke behandeling in ongelijke situaties creëert ongelijkheid
o Bv. kisten → 1 kist is voor de ene genoeg, maar voor de andere totaal niet

➢ Solidariteit
• Verbindt vrijheid en gelijkheid
• Verbondenheid tot groep of gemeenschap
- Bv. hoe kunnen we met mensen samen een gemeenschap vormen? → de taal
leren, de warmste week, …
• ‘Difference principle’: ongelijkheid gerechtvaardigd indien het ten goede komt aan
minst bedeelden

Casus: vrijheid van opvoeding en alle ouders gelijk?
• Mogen we ouders die kinderen hebben die uit huis geplaatst zijn, het recht ontzeggen om nog
kinderen te krijgen?
- Wel tussenkomen: belang van het kind, …
- Niet tussenkomen: gevolgen op korte en lange termijn, …
• Jeugdrechter: "Ik wou geen polemiek starten met uitspraak over geen kinderen krijgen“
• Hebben alle burgers recht om kinderen te krijgen?
- Minderjarigen?
- Personen met een beperking?
- Personen met een verslavingsproblematiek?
- Ouders met geplaatste kinderen?
- Homokoppel?
- Vrouw ouder dan 50 jaar?
- Wat met adoptie in voornoemde situaties?

6

, ➢ Kenmerken van een goede ethische theorie
1. Abstracte reflectie en argumentatie
2. Systematisch overzicht van de ethische principes en basiscomponenten
3. Integratie in een coherent geheel
4. Systematische rechtvaardiging van de uitgangsprincipes
➢ Beoordelingscriteria voor ethische theorieën
• Vroeger: voorschrijven en rechtvaardigen van algemeen geldende normen
• Recent: kritische reflectie over actuele morele normen en praktijken
1. Helderheid
2. Coherentie - consistentie
3. Volledig en omvattend
4. Simpliciteit
5. Verklaringskracht
6. Rechtvaardigheidkracht
7. Meerwaarde als geheel
8. Praktische toepasbaarheid

2. Ethische theorievormingen (zie artikel syllabus)
2.1 Ulitarisme (gevolgenethiek)
➢ Het trolleyprobleem




➢ Kenmerken
• Handelen als goed of slecht beoordeeld op basis van de gevolgen ervan
- kosten-baten analyse
• Kiezen voor handeling met meest wenselijke uitkomst voor alle partijen
• Eén ethisch basisprincipe: nuttigheid/algemeen nut; geen absolute regels of principes
• Streven naar maximale baten/genot voor iedereen in vergelijking met kosten/lijden
- Greatest happiness for the greatest number
- Vb. Terrorismebestrijding → Twin Towers?
- Vb. Wat doen we met mensen die langdurig werkloosheid zijn?
▪ 1 dag in een week vrijwilligerswerk in hun eigen belang en in het belang van de
maatschappij
▪ nuttig werk verrichten voor de maatschappij, die per slot van rekening ook
solidair is met hen
▪ Werkloosheidvergoeding daar mag iets tegenover staan
- Vb. Opvang van dak- en thuislozen
▪ Kost een samenleving veel hoe we nu dak- en thuislozen opvangen
▪ Meer inzetten op house in first (eerst dak boven hoofd geven en daarna proces
opzetten om de mensen te helpen)

➢ 2 stromingen/strekkingen binnen het utilitarisme
1. Rule utilitarianism: Uitgaan van algemene waarden die bepalen wat goed of slecht is (bv.
clinical deception)

2. Act utilitarianism: Kijken naar specifieke handelingen in specifieke situaties
- Noodzakelijk om uitzonderingen te maken op algemene regels
- bv. in sommige situaties nefast om de waarheid te vertellen om mensen hoop te geven
 bv. ernstig ongeval gehad, wanneer zeg je dan dat midden passagiers overleden zijn?

7

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lotteblondeel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,06. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79271 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,06
  • (0)
  Ajouter