PAV I.1: de geschiedenis van België
Inleiding
A) Waarom een vak Geschiedenis?
- Geschiedenis
o Leidt tot zelfrelativering
o Geeft inzicht in feit dat ons denken/doen/laten niet zo uniek zijn
- = eindterm PAV 2de graad
→ ‘Leerlingen kunnen dagdagelijkse aspecten uit hun leven vergelijken met mensen in een
andere tijd of plaats.’
➔ Dagdagelijkse aspecten:
o Vrije tijd Dit soort info
o Hygiëne =
o Vervoer ‘geschiedenis met de kleine g’
o Discriminatie
- Bv. Alle landen waar napoleon is geweest rijdt men met de auto rechts. Alle andere landen rijdt
men links
- Geschiedenis met de grote G = klassieke geschiedschrijving
o De geschiedenis = het persoonlijke verhaal.
o De Geschiedenis = de grote maatschappelijke en politieke lijnen achter dat verhaal.
→ Geschiedenis kan niet zonder geschiedenis
→ geschiedenis kan niet zonder Geschiedenis
B) Geschiedenis en de actualiteit
- Actualiteit en geschiedenis zijn niet te scheiden
- Elke dag → geconfronteerd met verleden
o Tradities + gewoonten ( de kleine g)
o Instellingen + rechtssysteem + maatschappelijke verhoudingen +cultureel denken +
economie ( grote G)
- Zoeken naar oorzaken en gevolgen en -al dan niet - vaste patronen
o Orde brengen in de chaos van de geschiedenis
o Instrument om ingewikkelde + bewogen actuele problematiek te begrijpen + kritisch te
kaderen in groter maatschappelijk geheel
- Leerkracht die leerlingen informeert → beschikken over feitenkennis + moet met informatie
kritisch omgaan.
→ Kritische houding = essentieel → t.o.v. van heden als verleden
o Verleden kleurt onze visie op heden+ omgekeerd
o Heden bepaalt hoe wij kijken naar verleden
- Verleden wordt ook vaak gebruikt om zijn gelijk te halen
→ Oorlogen → vanwege “historische fouten”
→ Dagdagelijkse politieke debatten → geschermd met feiten + argumenten uit verleden
,- Hoe meer we weten over het verleden, hoe beter we geïnformeerd zijn en hoe beter wij de
actualiteit kunnen duiden
C) Geschiedenis is een verhaal
- Geschiedenis is het verhaal van de mens in tijd en ruimte
→ Geschiedenis van België bestuderen → staat niet los van de wereldgeschiedenis
DEEL I: HET ONTSTAAN VAN DE BELGISCHE NATIE
1. Het ontstaan van de Belgische Natie
- Nationale feestdag van België:
o 21 juli
o 1ste Koning der Belgen, Leopold van Saksen-Coburg-Gotha, in 1831 de grondwettelijke
eed afgelegd als koning
- Officiële tekst van Belgisch volkslied = de Brabançonne
→ versie van 1860 geschreven door Charles Rogier
A) Wat is een natie?
- Duits nationalisme
→ Verbonden door eenzelfde verleden, taal, gewoonten, godsdienst....
- Frans nationalisme
→ Verbonden door eenzelfde ideeën ( vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid); de algemene
wil en wens om samen dingen te verwezenlijken
- Gemeenschap van gelijke staatsburgers = hedendaags/ modern nationalisme
→ Rol van de staat is alle burgers ‘gelijk’ te maken ( o.a. via onderwijs)
- Wieg moderne natie:
o Verlichting
o Industriële Revolutie
o Franse Revolutie
B) De Verlichting
- Encyclopedie van Diderot = overzicht van alle wetenschappen + kennis van Franse geleerden
18de eeuw (28 boekdelen, 18.00 pagina’s)
→ Essentie encyclopedie = vroeger kennis te delen. Het was een statussymbool vroeger
1) De grondslagen (zie boek p.158)
- Onze hedendaagse beschaving wortelt in de Verlichting
o Cultuurbeweging = nieuwe 18de -eeuwse denken → verzet tegen elke vorm van denken
op gezag
o Duisternis ( = vorstelijk absolutisme + kerkelijk dogmatisme) moet verdwijnen + plaats
maken voor licht van de rede
,- Kerk bepaalde vroeger hoe mensen moesten denken
o Vorstelijke absolutisme = iemand dat alleen regeert en geen verantwoording moet
afleggen. Zijn wil was wet
o Kerkelijke dogmatisme = is een leerstelling die door een religie, ideologie of organisatie
als onbetwistbaar wordt beschouwd. Iets dat te nemen of te laten is.
- De belangrijkste grondslagen zijn :
o Rede:
→ De rede, het verstand = wezenlijke van de mens
→ Vooruitgang in wetenschap → mens = in staat de werkelijkheid te doorgronden
→ Kennis i.p.v. geloof
→ Durf te denken!
o Optimisme:
→ Mens kan wereld + maatschappij veranderen
→ Geloof in de vooruitgang
o Vrijheid: Mensen begonnen in steden te gaan leven
→ Alleen een ‘vrij’ mens kan redelijk handelen en men leefde in de nieuwe tijd van de
→ Ketens van tirannie moeten verdwijnen ambachten en handel. De economie
→ Vrijheid is weten verschuift van platteland waar boeren en
adel de economische molen lieten draaien
o Individualiteit: naar de steden waar men leefde van
→ Vrij van rang en stand handel en ambachtsberoepen.
→ Waardering van ‘arbeid’ Boeren werden ambachtslui en handelaars
→ burgers
o Natuurlijke goedheid:
→ De mens wordt ‘goed’ geboren
→ Kwaad is onwetendheid
→ Kennis is deugd
→ Erfzonden = de last die op elke mens rust door de fout van adam en eva
2) Vertegenwoordigers
- Vooral in Frankrijk:
1. Charles de Montesquieu
2. Voltaire
3. Jean-Jacques Rousseau
o Charles de Montesquieu
Grote invloed op politieke denken tot vandaag
• Van adel, Baron
• Niet tegen de monarchie, maar tegen het absolute koningschap
• Pleit voor constitutionele monarchie
→ Macht van koning moet vastgelegd worden in de grondwet
→ Grondwet wordt opgesteld door parlement, het volk
➔ Geen overlapping tussen machten
➔ Scheiding der machten = belangrijk om corruptie te vermeiden
o Voltaire
Zoon van notaris → reisde veel rond in hogere kringen
Wijze waarop hij opgevoed is uit zich in het politieke denken
• De macht ligt bij het volk
→ Volk = elite, rijken, diegene die gestudeerd hebben
→ Gewone arbeider/boer = verscheurd en blind monster
• Stemrecht alleen voor rijken = cijnkiesrecht
→ Hoe meer belastingen kunnen betalen, hoe rijker
→ Je moet kunnen aantonen dat je rijk was bv. Beschikken over groot herenhuis
met veel haarden (warmte in elke kamer) , hebben van diploma
o Jean-Jacques Rousseau
Vader was horlogemaker
Reist Europa rond met rugzak
Voor geld te verdienen wordt hij privéleerkracht voor rijke
• Vond elite hypocriet
• Droomt van maatschappij waar iedereen gelijk is (socialist avant la lettre)
• Pleit voor algemeen stemrecht
• Zijn ideeën vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid = slogan van Franse revolutie
- Duitsland:
o Immanuel Kant
→ Filosoof
→ Ideeën: durf te denken, heb de moed om uit uw onwetendheid te
komen, gebruik uw verstand
o Was ist Aufklärung?
→ ‘het uittreden van de mens uit de onmondigheid’
- Nederland:
o Spinoza
→ Grondlegger van het deïsme = tegenovergestelde van theïsme
→ Deïsme = God is alleen maar de schepper (horlogemaker)
→ God is niet meer aanwezig, je kan niet met God in contact komen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MH2003. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.