INTRODUCTIE
Niet kennen voor het examen.
DEEL 1: AANPASSING
1.1. CULTUURMATERIALISME (LEES HOOFDSTUK 1)
8 kenmerken van cultuur:
1) aangeleerd (en overgeleverd)
2) adaptief
3) gedeeld (en geïntegreerd)
4) symbolisch
5) subjectief
6) geconstrueerd
7) sociaal gestructureerd
8) in sociaal proces
1.1.1. materiële verklaring van culturele verschillen
case 1
Waarom vrouwenemancipatie in het Westen? Wat zijn de materiële redenen waarom vrouwenemancipatie als
idee mogelijk was?
Mogelijk door urbanisatie: het is geen toeval dat sinds de verstedelijking vrouwen geëmancipeerd
werden:
o Levensonderhoud-kost stijgt
o Kinderaantal daalt
o Goedkope arbeidskrachten voor fabriek
Door dit alles zou de vrouw meer tijd krijgen om vervolgens zelf ook te gaan werken en geld
te verdienen
↔ rurale agrarische samenleving: grote kroost voor levensonderhoud, taakverdeling op het erf met
vrouw als barend en domestiek
Cultuurmaterialisme: 2 types
Cultuurmaterialisten (CM) beweren dat cultuur louter het product is van de materiële noodzaak. 2 types van
CM: De naam van de 2 verschillende soorten ga je zelden tegenkomen omdat de overkoepelende term
‘materialisten’ voldoende is. Daarbinnen zijn er wel onderverdelingen:
Actor-materialisten: hierbinnen houdt men zich bezig met het zoeken naar materiële oorzaken van
gebeurtenissen en van cultuur-verschillen. Maar ze kunnen verschillende namen
(domeinen/denkrichtingen) aannemen: spelttheorie, behaviorisme, sociobiologie,… Ze kijken naar de
praktische rede. De rede van een actor die praktisch gericht is, en die zelf keuzes maakt om
veranderingen te veroorzaken in de omgeving om zijn of haar leven te verbeteren. Hier ligt de nadruk
op de praktische rede, gemotiveerd door de actor.
Structuur-materialisten: hier heb je andere richtingen: historisch materialisme (Marxisme) & de
systeemtheorie van world systems. Hier ga je kijken naar de materiële relaties tussen mensen die de
structuur vormen en die dan door die materiële relaties (zoals bijvoorbeeld de economie, een
bepaalde onderbouw) kunnen veranderen.
,Case 2
Links ziet u de culturele praktijk en rechts de materiële condities die die praktijk kunnen verklaren. Binnen de
materiële condities zie je telkens dat de term “aanpassing” centraal staat; aanpassen aan de omgeving. Bij de
culturele praktijk staat gebruik/institutie centraal.
culturele praktijk (gebruik, institutie) Wegens materiële condities (aanpassing)
Matrilineair en matrilokaal: laat Iroquois (NO van N-AM) mannen zijn
eigendom en maïs aan zusters’ kids ipv stropers, uithuizig, voeren oorlog te
eigen kids paard
Unilineair (patrilineaire) afstamming Tuinbouw, man als verdediger van land;
zijn zonen zullen samen het territorium
verdedigen en zijn werk voortzetten, het
land wordt dan ook verdeeld via de
vader
Non-unilineair, bv dubbele Ashanti en Mossi koningen moeten
verwantschap zoals matrilineaire machtsconcentratie vermijden van titel-
titel/patrilineaire eigendom erfgenaam die ook de rijkdom erft
Bv. een soort eigendom erf je via de vader en het Bv. eigendom dat je verkregen hebt mag je niet
ander via de moeder; men wil laten gaan naar de persoon die na u Koning
machtsconcentratie vermijden wordt. Koningschap verloopt via de moeder,
eigendom via de vader.
Case 3
Culturele praktijk (gebruik, institutie) Wegens materiële condities (aanpassing)
Shosone indianen en Khoi-San jagers Zij volgen rondtrekkend groot wild; ze
(denigrerend ‘bosjesmannen’): weinig zijn dus niet gebonden aan het land
territoriale gebruiken Aboriginals jagen op nabij klein wild; zij
Aboriginals hebben territoriale moeten nooit ver gaan reizen en blijven
gebruiken zoals opgraven van altijd op het zelfde gebied
voorouderlijk relikwie (churinga, plant-
totem van Aranda op foto dia)
Jared Diamond
JD is een hedendaagse cultuurmaterialist. Hij zegt in zijn boek “guns, germs and steel” dat de reden voor het
succes van het Westen, de opkomst politiek en economisch, te maken heeft met het continent waar Europa
zich bevindt. Het Euraziatisch continent heeft volgens hem de ideale planten en dieren voor een goede
landbouwsamenleving.
Collapse (2005), “the world until yesterday. What can we learn from traditional societies?” (2012): de
samenleving moet opletten! We hebben een veel te grote samenleving waar we niet voor gemaakt zijn.
Traditionele praktijken waren aangepast aan onze ‘human nature’ (bv conflictbeheersing, opvoeding,
ouderlingen, risico, dieet (ingrediënten gaan tegen de human nature in) en beweging)
Je leest bij hem niets over cultuur, tenzij cultuur als gebruik/product van aanpassing aan de omgeving. Hij
specialiseert zich in een specifiek soort aanpassing namelijk wat net vóór de aanpassing gebeurt, het
onaangepaste gedrag. Wij zijn bezig met ons aan het aanpassen. Aangepast gedrag ontwikkelt zich niet van de
ene dag op de andere maar dit kan generaties lang duren.
1.1.2. Actor-materialisme: Speltheorie en agency (Barth)
- Aangeleerd: actor
, - Adaptief: materieel
Speltheorie en agency
De speltheorie verwijst naar het spel. Naar een beperkt aantal mensen waarmee je de samenleving kunt
nabootsen. 2 of 3 mensen kunnen al genoeg zijn om een bepaald gebruik te verklaren.
Barth: een Noor die zich gespecialiseerd heeft in deze speltheorie. Hij zegt dat het belangrijkste in
cultuur de motieven van de actor zijn. Waarom doet een persoon iets? Zij gaan beslissingen nemen op
basis van rationele motieven. Sociale structuren en instituties ontstaan secundair. Zij zijn een gevolg
van wat die actor doet. Een gebruik is voor Barth gerelateerd aan het motief van degene die het
gebruik doet.
o Vb. je doet geen gift of koop om de institutie ‘markt’ in stand te houden. De markt is het
gevolg van wij die dingen kopen (= gebruik).
Fur + kritiek
Er werd onderzoek gevoerd bij de Fur. Dit is een gebied waar veel vluchtelingenkampen zijn maar het is vooral
een cultuur met eigen gebruiken:
De fur doet aan landbouw en het gebruik daarbij is dat mannen en vrouwen apart oogsten. Ze hebben
hun eigen velden en de oogst is voor de man wanneer hij die heeft binnengehaald. Omgekeerd is dit
ook het geval: wanneer de vrouw de oogst binnenhaalt is deze voor haar. Maar bij vele gezinnen
onder de Fur is er verandering ontstaan. Veel mensen hebben gekozen voor veeteelt in de plaats van
landbouw. Hier zijn verscheidene oorzaken voor. Door deze verandering is er nood aan
complementaire taken (karnen, vee hoeden,…).
o Barth zegt dat een verkeerde en idealistische analyse zou zijn dat deze man-vrouw relatie
Arabisch is geworden, beïnvloed door de Arabische cultuur. Hij zegt dat dit foutief is en zegt
dat de relatie tussen man en vrouw die niet complementair is niet Arabisch is geworden,
maar een gevolg is van hun keuze. Het is met andere woorden het gevolg van hun keuze om
aan veeteelt te gaan doen en de ene te laten karnen en de andere te doen hoeden.
Kritiek op Barth: Het klopt wel wat hij zegt maar er valt nog iets aan toe te voegen buiten die
complementaire taken “toch structure in agency”
o Structurele implicaties van praktijk: bij nieuwe veetelers rijst vraag van beslissingsmacht in
het gezin. Zulke discussies heb je tussen actoren in een spel (M/V). Dus praktijk vereist
mentale wijziging bij vrouw toch niet louter agency; er zit (mentale) structuur in cultuur,
die invloed uitoefent
o Zie sociale hiërarchie tussen clans is in termen van land/zee ideële structuur op Fiji: blijft
doorspelen.
Ruimtelijke verschillen: de hogere clan heeft woningen met zicht op zee, de lagere clans met
zicht op het land. Wanneer er een eiland is waar er geen enkele vertegenwoordiger van de
hoogste clan te vinden is, ga je binnen de andere clans krijgen dat degene met een hogere
status het zich op zee zal krijgen. Je ziet dat er toch ideële structuren zijn die blijven
doorspelen in veranderende omstandigheden. Er is ook iets mentaal aan de hand wanneer
het gaat over cultuur.
Swatvallei + kritiek + repliek
Toepassing speltheorie: Swat Vallei
De SV (Swat Vallei) is een vallei op de grens van Pakistan en Afghanistan die zeer vruchtbaar is. Over deze vallei
zegt Barth dat de vruchtbaarheid van deze vallei op zich niet de verklaring kan zijn van de conflicten die daar
heel lang bestaan. Geweld is daar sinds eeuwen een gebruik. Het eigenlijke geweld is eerder een gevolg en is
dus secundair. Het primaire dat gebeurt in de vallei is strategisch onderhandelen met andere partijen
coalities sluiten, voedsel sturen,… om de vruchtbaarste delen te bemachtigen. Het gevolg is gekend, een
bepaalde institutie genaamd de feodale Wesh. Moest je de Wesh vertalen betekent dit ‘rotatie van landbezit’.
, Deze institutie is het gevolg van conflicten en allianties tussen verschillende partijen en de institutie zegt dat er
elk jaar een rotatie plaatsvindt. Als 1 iemand één jaar een zeer vruchtbaar deel kan bewerken, zal dit het
volgende jaar niet zo zijn. Het probleem is dat niet vast staat wie het volgende jaar de winnaar zal zijn van het
beste stuk. Dit hangt af van strategie en alliantie. Om te winnen is het handig als je heel veel familieleden hebt
want grote groepen hebben meer kans om te winnen. Hiermee zijn uw problemen nog niet opgelost want eens
je met uw grote groep gewonnen hebt moet je beginnen met het stuk grond te verdelen tussen al die leden. Dit
bleek dus ook geen oplossing te zijn. Wat mensen in de vallei doen is allianties aangaan met externen, met
verre verwanten. Een nabije verwant is gevaarlijker want die kan meer delen grond afdwingen. Door coalities
te voeren met externe coalities heeft men een grote, sterke groep naar de buitenwereld toe maar zullen zich
intern opnieuw problemen voordoen inzake het verdelen van de grond.
Het is een zero-sum game: wanneer je actoren hebt in een spel waarbij de optelsom van winst en
verlies 0 moet zijn. Als iemand wint, moet iemand anders verliezen. In de Wesh is dit een centraal
begrip, aanvaard door iedereen.
Majority zero-sum game: in de Wesh is het de meerderheid die altijd wint.
Non-zero sum game: het idee dat iedereen kan winnen. Win-Win is mogelijk, maar ook het idee dat
iedereen kan verliezen. Doordat die coalities niet vastliggen voor een jaar, kan je ‘vandaag’ verliezen
maar je weet dat het weer goed komt in de toekomst.
Kritiek van Assad en repliek
Assad is een antropoloog die een kritiek heeft geuit op de theorie van Barth. Hij zegt dat, als je je afstemt op
die spelletjes tussen actoren, je de coalities zult zien. Dus feitelijk klopt het maar de interpretatie is gebrekkig
bij Barth. Assad is iemand die zich richt op sociale structuren en sociale klasse en is van mening dat Barth een
simpel feit vergeet: het is een feodale systeem, waarbij 1 clan de baas is. De spelletjes, de coalities, die Barth
beschrijft bevinden zich op een bepaald niveau in de samenleving, namelijk de hoogste clan: de “Yusufzai-clan”
= landeigenaar. Assad vraagt zich af waarom de onderdrukking door deze clan niet centraal mag staan in het
verhaal, dat is uiteindelijk de structuur achter die agency. Zij zitten in een luxueuze positie van het strijden en
coalities vormen maar uiteindelijk zijn ze toch goed genoeg verzekerd en weten ze toch dat ze voldoende
voedsel zullen hebben. Ze krijgen 4/5 van de eigenaars.
In de eerste helft van de 20 ste eeuw is er een ‘boeropstand’ geweest van die lijfeigenen tegen de Yusufzai-clan
omdat de boeren plots doorhebben dat die spelletjes en coalities niet gingen over hun bazen die gingen zorgen
dat zij gingen winnen. Of ze wonnen of niet, uiteindelijk moesten ze toch gewoon werken op het land; of de
grond nu vruchtbaar was of niet. Ze moeten nog steeds 4/5 de van hun oogst afgeven en hiertegen wou men in
actie gaan zodat men die structuur kan doorbreken. Op een bepaald moment is dit gebeurd door de Akhund.
Dit is de leider van de Soefi’s (= mystieke moslims; zij ervaren de band met Allah nog sterker). Het zijn de Soefi’s
die de boeren bewust maken van de structuur die niet juist zit, en hierdoor ontstaat rebellie. Er ontstond een
verzet vanuit die Soefi’s-beweging met de boeren tegen de Y-clan. Dit verzet is gelukt en ineens was het gedaan
met de Wesh. Je ziet dus dat er meer nodig is dan een speltheorie om te begrijpen wat er gebeurt. De mens
moet zich bewust zijn van de sociale structuur. Dit was de kritiek van Assad op Barth. Barth reageerde direct
door te wijzen op wat er rap gebeurde na die rebellie: die zonen van de Akhund werden direct betrokken in de
spelletjes van de Y-Clan, die toch weer in staat waren om de Wesh in te stellen zonder die term te gebruiken.
De clan probeerde dus ook een coalitie te starten met de zonen van de Akhund wanneer zij zelf dood waren.
Dit bleek een repliek te zijn van Barth. Hij gaat erin verder ook. Hij zegt dat, wanneer je dan naar de
geschiedenis kijkt, dat er een prins is opgestaan: Wali. Dit was een kleinzoon van de Akhund, die in staat is
geweest om dan toch weer die Y-Clan uit te schakelen door het majority game. Hij is alle (zeer) kleine groepen
gaan verenigen tot een grote groep. Het systeem van het jaarlijks tourneren werd weer stop gezet. Dit blijft wel
een illustratie van de speltheorie van Barth. Je ziet opnieuw dat het gaat over agency. Je kan zeggen dat een
sociale structuur bestaat, maar die moet wel doorzien worden. En dat is wat er gebeurd is in de geschiedenis
bij het verlaten van de Wesh- institutie.
1.1.3. Structuur-materialisme: Causale structuren (Harris)
Theorie