VOEDINGS EN EETSTOORNISSEN
ANOREXIA NERVOSA Comorbiditeit:
A. Het beperken van de energie-inname ten opzichte van de energiebehoefte · Osteopenia en osteoporose
a. Kan leiden tot vermageren · Depressie
· Angststoornissen
b. Of tot onvoldoende bijkomen volgens de groeispurt ad hoc (<10de percentiel)
· Middelenmisbruik
B. Verlangen om te vermageren staat minder op de voorgrond, wel selectieve voedselinname en controle over
· Persoonlijkheidsstoornissen
voedselinname om gewichtstoename te voorkomen
· Suicide
C. Puberteitsontwikkeling komt tot stilstand
· OCD
Kenmerken Types:
Beperking van energie-inname volgens behoefte - Restrictieve
Significant te laag lichaamsgewicht gezien lengte, sekse, ontwikkeligstraject en lichamelijke health
- Eetbuien/purgerende
Intense angst om aan te komen of aanhoudend gedrag om toename gewicht te voorkomen
Verstroing vn het lichaamsbeeld
Onevenredig grote invloed van lichaamsgewicht/vormen op zelfwaardering
Andere gespecificeerde voedings- of
eetstoornis:
BOULIMIA NERVOSA - Atypische anorexia nervosa
Kenmerken
Terugkerende episodes van eetbuien: - Subklinishce boulimia nervosa
- Hoeveelheud voedsel die groter is dan wat meeste mensen zouden eten gedurende dezelfde tijd onder - Ongespecificeerde voedings- of
dezelfde omstandigheden eetstoornis
- Een gevoel van gebrek aan controle over eten gedurende die episodes
- Voorag gegaan door gevoelens van verveling, eenzaamheid, angst of spanning
- Terugkerend ongepast compensatiegedrag (braken, misbruik van laxeermiddelen, .. )
, - Wekelijks, gedurende drie maandan
Differentiaal:
- Sterke invloed van figuur/gewicht op zelfwaardering
- Organische stoornissen met
BINGE EATING DISORDER
gewichtsverlies
Kenmerken
Herhaalde episodes van eetbuien - Conversie stoornis (psychische
Gemiddelde wekelijks, gedurende drie maanden
klachten omzetten lichamelijk)
GEEN COMPENSATIEGEDRAG
De eetbui episodes hangen samen met drie of meer van de volgende kenmerken: - Depressie
- Veel sneller eten dan normaal - Schizofrenie
- Dooreten totdat een onaangenaam vol gevoel ontstaat
- Grote hoeveelheden voedsel nuttigen zonder lichamelijke trek te hebben
- Alleen eten, uit schaamte over de hoeveelheid die de betrokkene nuttigt
- Achteraf van zichzelf walgen, zich somber of erg schuldig voelen
GEDRAGSSTOORNIS
OPPOSITIONELE – OPSTANDIGE GEDRAGSSTOORNIS Comorbiditeit:
A. Een patroon bestande uit een boze/prikkelbare stemming; brutaal/uitdagend gedrag; of ontevredenheid, dat - ADHD
minstens 6 maanden duurt, zoals blijkt uit minstens 4 van de symptomen uit een van de volgende
- Angststoornissen
categorieen:
Boze/prikkelbare stemming - Stemmingstoornissen
1. Verliest vaak zijn of haar kalmte - Depressie
2. Is vaak lichtgeraakt of snel geergerd - Middelenmisbruik
3. Is vaak boos en ontevreden - Taal- en leerproblemen
Ruziezoekend/uitdagend gedrag
4. Maakt vaak ruzie met gezagsfiguren, of, bij kinderen en adolescenten, met volwassenen
, 5. Verzet zich vaak actief tegen of weigert te voldoen aan regels of verzoeken van gezagsfiguren Differentiaal:
6. Ergert anderen vaak opzettelijk - Opvoedingsproblemen
- ADHD
7. Geeft anderen vaak de schuld van zijn of haar fouten of wangedrag
- Reactieve hechtingsstoornis
Wraakzucht
- Depressie
8. Is in de afgelopen maanden minstens 2x hatelijk of wraakzuchtig geweest
- Sociale fobie/schoolweigering
B. Er is sprake van lijdensdruk bij de betrokkene zelf of anderen in zijn of haar onmiddellijke sociale omgeving - ASS
C. Gedrag kan niet verklaard worden door andere stoornis - Antisociale persoonlijkheids
NORM – OVERSHRIJDENDE GEDRAGSSTOORNIS stoornis
A. Een repetitief en persisterend gedragspatroon waarbij de grondrechten van anderen, of belangrijke bij de
leeftijd passende maatschappelijke normen of regels worden geschonden, zoals blijkt uit de aanwezigheid
Subtypes:
van minstens 3 van de volgende 15 criteria:
Agressie jegens mensen en dieren - Childhood-onset
1. Pest, bedreigt of intimideert vaak anderen - Adolescent- onset
2. Begint vaak met vechten - Ongespecificeerd
3. Heeft een wapen gebruikt dat bij anderen ernstig lichamelijk letsel kan veroorzaken
4. Heeft mensen mishandeld Specificatie:
5. Heeft dieren mishandeld - Licht
6. Heeft in directe confrontatie een slachtoffer bestolen - Matig
7. Heeft iemand gedwongen tot seksuele handelingen - ernstig
Vernieling van eigendommen
8. Heeft opzettelijk brand gesticht met de intentie ernstige schade te veroorzaken
9. Heeft opzettelijk eigendommen van anderen vernield (niet brandstichting)
, Bedrog of diefstal
10. Heeft ingebroken in een huis, gebouw of auto van iemand anders
11. Liet vaak om goederen of gunsten te verkrijgen of verplichtingen te ontlopen
12. Heeft zonder directe confrontatie met een slachtoffer waardevolle spullen of geld gestolen
Ernstige overtredingen van regels
13. Komt ’s avonds en ’s nachts vaak niet op tijd thuis ondanks een verbod van de ouders
14. Is minstens 2x weggelopen van huis
15. Spijbelt vaak van school
B. Stoornis veroorzaakt klinisch significante beperkingen
Specifieer indien: met beperkte prosociale emoties (psychopathie), 2 of meer van onderstaande kenmerken
gedurende 1jaar in meerdere relaties (gebrek aan rouw, grootheidswaan, meedogenloos, gewetenloos, gevoel-
en liefdeloos)
PERIODIEKE EXPLOSIEVE STOORNIS
A. Recidiverende uitbarstingen van gedrag die een uiting zijn van het niet kunnen beheersen van agressieve
impulsen:
- Verbale agressie of fysische agressie, gemiddeld twee keer per week in een perode van drie maanden.
Leidt niet tot schade of vernielen van eigendommen of verwonden anderen.
- Drie agressieve uitbarstingen binnen een periode van één jaar, met schade aan of vernielingen tot gevolg,
en/of fysiek geweld jegens dieren of andere mensen met verwondingen tot gevolg
B. De mate van agressiviteit tijden de uitbarsting is in grove mate disproportioneel ten opzichte van de
aanleiding
C. De uitbarsting is niet van tevoren beraamd en vinden niet plaats om een bepaald concreet doel te behalen