H4 - De Peutertijd
4. De peutertijd
Twee nieuwe vaardigheden:
Zelfstandig voortbewegen: lopen zorgt voor ontdekking
Taal: eerste woordjes sociale communicatie, ondersteunt het
denkproces
4.1 Lichamelijk en motorische groei
Grove motoriek
Rechtop lopengaat steeds beter, ze starten aarzelend maar worden
geleidelijk aan geautomatiseerd daardoor is er aandacht vrij om andere
dingen tijdens het lopen. De bewegingen worden ingewikkelder.
Fijne motoriek
Ze krijgen meer controle over de fijne motoriek, de handelingen uitvoeren
wordt meer preciezer. Ze stapelen blokken, maken kralenketting, eten
zelfstandig met een lepel en kunnen eenvoudige kledij aan- en uittrekken.
Onlineplatform pagina 58
Zindelijkheidstraining
Belangrijk aspect van de peutertijd is zindelijk worden. Dit is een complex
proces de peuter moet de motivatie hebben, moet leren voelen wanneer
het naar toilet moet, moet controle krijgen over de sluitspieren. De meeste
kinderen worden zindelijk overdag rond 2/2,5 jaar en nachts tussen de 3
en 4 jaar. Meestal eerst stoelgang en later urine.
Het is belangrijk om een kindgerichte aanpak te gebruiken, je gebruikt een
vaste routine, af en toe de pamper weglaten, positief bevestigen bij
succes. Het zal even duren je moet geduld hebben en er kan nog een
ongelukje gebeuren.
4.2 Groei in de waarneming en de cognitie
Piaget zegt dat kinderen tussen 1-3 jaar een overgang maken in hun
cognitieve mogelijkheden. In het begin zijn ze vooral bezig met
zintuigelijke waarnemingen. Vanaf 2 jaar krijgen ze te maken met
innerlijke voorstellingen. Daardoor komen ze in de periode pre-
operationele denken. Dit betekent dat de peuter al kan bezig zijn met
dingen die niet hier en nu aanwezig zijn, bijvoorbeeld fantasie. Ze zijn nog
niet in staat om logische bewerkingen uit te voeren. Ze nemen vaak hun
fantasie boven werkelijkheid. Zo ka het geburen dat kinderen tussen 2-3
, een nare droom hebben en het moeilijk kan zijn om ze gerust te stellen. Bij
kleuters kan dit ook het geval zijn.
De waarneming
Peuters zijn al meer in staat om hun aandacht op iets te richten waar ze
mee bezig zijn. (Toren bouwen, boekje lezen) Naarmate het kind ouder
wordt, worden de activiteiten complexer en kunnen ze zich langer
concentreren erop. Ze hebben ook vormdiscriminatie.
Cursus pagina 60
Leren en geheugen
Peuters kunnen dingen steeds beter onthouden: ze vinden vlotter de weg
in huis, spellen vaak lievelingsspelletjes, kijken prentenboeken waar ze
niet genoeg van krijgen. Ze hebben al een goed geheugen maar toch
kunnen we ons als volwassene niet meer veel van denken. Dat noemen we
de infantiele amnesie.
We vergeten niet alles uit deze periode er is een verschil tussen dingen
nog bewust herinneren als volwassenen (expliciete geheugen). Of
vroegere ervaringen die onbewust in ons gedrag blijven hangen (impliciete
geheugen). Dit zijn ervaringen die verankerd blijven in ons gedrag en onze
persoonlijkheid dit kunnen ook negatieve ervaringen zijn. Wie als peuter
negatieve ervaringen heeft gehad kan er als volwassene op een heel
andere manier kijken naar de wereld.
Denken en fantaseren
Peuter kunnen steeds beter dingen van vroeger oproepen en er over
nadenken. Pre-operationeel denken volgend Piaget. Ze kunnen beelden in
hun hoofd bedenken zonder dat ze er echt zijn. Ze kennen het verschil
tussen realiteit en fantasie nog niet. Ze fantaseren in hun geest
bijvoorbeeld “stoute deur” als ze tegen de deur lopen. Ze kunnen
daardoor enge gedachten hebben en vinden het moeilijk om onderscheid
te maken tussen echt en ingebeeld.
De taalontwikkeling
De peutertijd is een belangrijke periode voor de ontwikkeling van de taal.
Ze beginnen te praten en leren woordjes. De peuter noemen we
vroeglinguale periode. In tegenstelling met de prelinguale periode van de
baby’s is er nu wel taal. De periode duurt tot de leeftijd 2,5 – 3 jaar tegen
dan heeft de peuter de basistaal al onder de knie. Brabbelwoordjes is het
onstaan van de taal. Het is in het eind eerste levensjaar, één of twee
lettergrepen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MVOBG1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.