Hoofdstuk 1: Een bedrijf is geen vanzelfsprekendheid
1.1 Wat is een bedrijf?
Betekenis 1:
Elke organisatie die zakendoet, een organisatie die voor haar continuïteit afhankelijk is van
wisselwerking met een markt. Een bedrijf is een formele organisatie die erop gericht is producten te
leveren aan derden en hiervoor een economische tegenprestatie krijgt.
o NIET: organisaties die voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van de goodwill van de leden,
de overheid of liefdadigheid.
o De wisselwerking met de markt verplicht een bedrijf ‘economisch rationeel’ te zijn = een
bedrijf kan niet permanent verlies maken.
o Permanently failing organizations: vallen niet onder de rationaliteitsnorm.
§ Bepaalde belangengroepen kunnen zich zo organiseren dat de organisatie
haast permanent leeggeplunderd wordt, maar dat de organisatie toch blijft
bestaan. Bv. Amerikaanse gezondheidszorg.
o Gesubsidieerde sectoren ontsnappen aan de ‘norms of rationality’:
Marktmechanismen bleken niet in staat de problemen op te vangen, de staat moest
overnemen. => politieke rationaliteit ‘jobs van mijn kiezers redden’.
Betekenis 2:
Een aparte juridische economische entiteit met specifieke rechten en specifieke plichten.
o Beperken het risico: Moderne bedrijven hebben bijna steeds een beperkte aansprakelijkheid.
o = The limited liability corporation:
Bedrijven moeten er dus voor zorgen dat hun gesprekspartners zich niet al te sterk
bewust worden van die beperkte aansprakelijkheid, zodat hun leveranciers, klanten
en medewerkers hen ‘vertrouwen’. Zonder vertrouwen = economie onmogelijk!
In een moderne samenleving vallen beide definities grotendeels samen. Wanneer beide niet
samenvallen, krijg je een duidelijk signaal dat een samenleving zich in een overgangsfase bevindt.
Bv. peer-to-peernetwerken zoals Facebook: hangt af van markt, maar klanten ‘betalen’ niet.
Waarom richt niet iedereen een bedrijf op?
o Niet: ‘Omdat niet iedereen over kapitaal beschikt.’
o Wel: Ondernemen is erg risicovol. De meeste starters mislukken.
o Situatie tot 19de E: Indien hele hebben en houden én reputatie verloren gaat omdat
je een economische beoordelingsfout hebt gemaakt, nemen niet velen dit risico!
o Pas toen bedrijven aparte economische entiteiten met aparte
rechtspersoonlijkheden konden worden, waren voldoende mensen bereid dat
economisch risico te lopen.
1
, § Waarom risicobeperking?
Mensen zijn erg feilbare besluitvormers. De meeste econimische beslissingen
zijn te moeilijk. De omgeving van een modern bedrijf wordt gekenmerkt
door: RAPLEX (samentrekking van rapid en complex).
In een VUCA-wereld (volatile, uncertain, complex and ambiguous) blijven de
risico’s onvoorspelbaar, verschuiven en veranderen van aard.
Bedrijven zijn mixed blessings: bedrijven kunnen op sociaal, ecologisch en democratisch vlak geen al
te fraaie getuigschriften voorleggen. Bv. Eternit (asbest), Voedingssector (dierenwelzijn).
1.2 Waarom bestaan bedrijven?
In de economische theorievorming licht Ronald Coase de aard en de limieten aan de groei van
bedrijven toe aan de hand van de notie transactiekosten.
o Aan elke vorm van bedrijfsvoering zijn zogenaamde transactiekosten verbonden: afspraken
moeten gemaakt worden, afspraken moeten bewaakt worden.
o Soms is het veel goedkoper de transacties te laten plaatsvinden in een marktrelatie.
o Toch is het soms zo dat de transactiekosten lager liggen binnen het bedrijf. De
marktrelatie wordt dan vervangen door de goedkopere ‘hiërarchische’ relatie.
§ Marktrelaties vervangen door hiërarchische relaties is zelden rendabel. Toch
doen bedrijven dat voortdurend omdat voor hen hiërarchische relaties vaak
wel goedkoper zijn dan marktrelaties.
o Economisch gesproken, is een bedrijf geen vanzelfsprekendheid en in principe zouden
marktrelaties economisch rationeler zijn.
o Theories of the firm: Theorieën die trachten te verklaren waarom er dan toch
bedrijven bestaan. Bv. outsourcing, beheerscontracten met overheid, stijging
uitzendmarkt, etc.
1.3 Een bedrijf als een bundel relationele contracten
Een bedrijf kunnen we beschouwen als een bundel relationele contracten.
o Een relationeel contract is een vorm van samenwerking of coördinatie die door partijen via
de samenwerking zelf in stand wordt gehouden.
o Een relationeel contract is een contract tussen partijen dat via de uitoefening ervan zichzelf
versterkt. Bv. een huwelijk
o Relationele contracten zijn de basis van elke vorm van samenleven, samenwerken en
maatschappelijke ordening.
o Juridische contracten bovenhalen maken bijna steeds relationele contracten stuk.
2
,Financiële sector in 2000-2007: heeft zich georganiseerd alsof alleen de contractuele financiële
relaties belangrijk waren.
o Vertrouwen (typisch relationeel) verdween (tussen de banken).
o Gevolg: grootste economische crisis sinds 1930.
=> Opkomst blokchaintechnologie: aanpak om vertrouwen in financiële transacties
te garanderen door nieuwe technologie.
1.4 Stakeholders versus stockholders
Door de beperkte aansprakelijkheid van bijna alle bedrijven ontstaat er een vertrouwensprobleem.
Daarom bouwen bedrijven zo sterk mogelijke relationele contracten op.
o Stakeholders: belangrijkste groepen met wie bedrijven relationele contracten onderhouden.
o Aandeelhouders
o Leveranciers: Hoe langer ik aan jouw bedrijf lever, hoe inschikkelijker ik word.
o Klanten
o Medewerker/werknemer: Hoe langer ik werk voor werkgever, hoe loyaler ik word.
o Management
o Gemeenschap in ruime zin
Primaire stakeholders: hebben direct belang in de organisatie: aandeelhouders, werknemers,
klanten, leveranciers, lokale gemeenschap.
Secundaire stakeholders: hebben indirect belang: overheid, vakbonden, ngo’s, media, academici.
Discussie stakeholdermodel - stockholdermodel:
o Stockholdermodel: legt primaat bij de aandeelhouders.
o Argument: ‘primum vivere deinde filosofari’ = ‘wie zal die stakeholders betalen?’
o Stakeholdermodel: legt primaat bij de belanghebbers, de stakeholders.
o Argument: een eenzijdig accent op winst heeft afschuwelijke gevolgen voor de
zwakken, de natuur, de democratie.
3
, Governance: Is het geheel van activiteiten van een onderneming ‘onder controle’?
o Corporate governance (actueel sinds 1980)
o Doel: besluitvorming efficiënter organiseren, doorzichtiger maken en objectiveren.
o Heeft zijn oorsprong in een aantal schadelen.
o Code Buysse (niet-beursgenoteerde ondernemingen):
§ Beveelt aan de visie en de missie van de onderneming duidelijk vast te
stellen.
§ Geeft richtlijnen over de taak en de werking van de raad van bestuur.
• Belang van niet-uitvoerende of externe bestuurders
• Regelmatig vergaderen (min. 4/jaar)
• Benoemingscomité
• Remuneratiecomité
§ Beklemtoont het nut van adviserende comités (auditcomité,
remuneratiecomité), ter aanvulling van de raad van bestuur.
§ Beklemtoont het belang van een performant senior management.
1.5 Stakeholders. Wie zijn zij?
In de eerste plaats heeft een bedrijf een relationeel contract met de maatschappij.
o Bedrijven moeten van die maatschappij een licence to operate krijgen.
o Bv. Kinderpornografie op internet zetten krijgen geen.
o Bedrijven hebben een franchise from society nodig. De maatschappij moet elk bedrijf
legitimeren. In een vrijemarkteconomie gebeurt dat in 99% van de gevallen via
economisch succes op die vrije markt.
o Bedrijven verliezen dagelijks deze licence to operate (meestal omdat ze failliet gaan).
o Maatschappelijke normen bepalen wel degelijk wat bedrijven wel en niet kunnen.
Ook de overheid is vaak de eerste belanghebbende van elk bedrijf. De overheid legt beslag op zo’n
50% van wat bedrijven produceren. Geen enkele stakeholder kan dus op meer beslag leggen.
o Maar ook omgekeerd: bedrijven hebben diezelfde overheid nodig om de ingewikkelde
transacties uit te voeren die typisch zijn voor het moderne bedrijfsleven.
o Niet alleen het economisch systeem kan de licence to operate intrekken, ook de overheid
kan bijvoorbeeld exploitatievergunningen weigeren.
Een bedrijf heeft naast dit meest fundamentele relationele contract met de overheid erg zichtbare
relationele contracten met zijn centrale of primaire stakeholders:
o Kapitaalverschaffers: stockholders, shareholders
o Personeel
o Klanten
o Leveranciers
o (Omwonenden soms ook bijgerekend)
4