Artevelde Hogeschool - Toegepaste psychologie. Deze samenvatting is gebaseerd op de powerpoints, lessen en het boek.
De samenvatting bevat 69 pagina's.
Wat wordt er besproken?: Ontwikkelingspsychologie van kind tot volwassene
- Fundamentele ontwikkelingstheorieën
- Pre- en postnatale ontwikk...
Thema 1: terreinverkenning
De ontwikkelings- of levenslooppsychologie → de studie van het gedrag door de
verschillende levensfasen van de mens.
Gedrag verwijst niet enkel naar zichtbaar handelen, maar ook naar de wijze waarop mensen
zichzelf en de wereld waarnemen, hoe ze denken en fantaseren en welke gevoelens en
verlangens ze daarbij ervaren.
1.1. Een korte historiek
1.1.1. De verre voorgeschiedenis
Voorwetenschappelijke ontwikkelingspsychologie
● Voorwetenschappelijke denkbeelden
○ Alledaagse opvattingen: intuïtieve mensenkennis
○ Theoretische beschouwingen: filosofische overpeinzingen (soms raakten
ze niet veel verder dan het uitschrijven van wat volgens hen ‘typisch’ was
voor de een of andere levensfase, maar er waren er ook die tot meer
genuanceerde inzichten kwamen).
Nativisten: we ontwikkelen ons als mens uiteindelijk tot wat de natuur ons heeft
meegegeven, alles ligt al min of meer vast bij de geboorte.
Empiristen: nadruk op de rol van ervaring en opvoeding, ieder kind dat geboren wordt kan
nog alle kanten uit.
● Nature-nurture-debat
● Nog geen wetenschap
○ Geen systematische observaties
○ Geen samenhangende theorieën
1.1.2. Start van de ‘genetische’ psychologie
● Begin van systematische observaties
○ Eind 18e + 19e eeuw: baby biografieën (op systematische basis
aantekeningen maken over vorderingen in het gedrag van eigen kinderen)
○ Niet meer beperkt tot nadenken over hoe de mens zich ontwikkelt, maar ook
rechtstreeks observeren
○ Maar: aantekeningen subjectief en slechts over 1 of 2 casussen (over
kinderen)
● Beginnende theorievorming
○ Sommige geleerden dachten parallellen te kunnen aantonen tussen het
ontstaan van de verschillende levensvormen en de manier waarop een
individu zich ontwikkelt.
○ Eind 19e – begin 20e eeuw: recapitulatietheorie
■ de ontogenese (ontwikkeling van ieder apart individu) is een versnelde
recapitulatie of herhaling van de fylogenese (evolutie van primitieve
naar meer gecompliceerde levensvormen).
, ■ Maar: inhoudelijk achterhaald
○ Theorievorming o.b.v. observaties
○ De basis van wetenschap -> nieuwe wetenschap: genetische psychologie
○ Maar: de ‘wording’ (genese) van de (volwassen) mens
1.1.3. Omvorming tot een ontwikkelingspsychologie
● Nieuwe onderzoekstechnieken voor
○ Verzamelen van gegevens
○ Verwerken van de gegevens
● Nieuwe theoretische inzichten
○ Naast biologische rijpingsprocessen -> belang van opvoeding en
ervaringsprocessen
● Genetische psychologie wordt ontwikkelingspsychologie
○ Minder eenzijdig gericht op de volwassenheid als eindstation
○ Maar: ‘ont-wikkeling’ = ontvouwen wat verborgen eigenlijk al aanwezig was
1.1.4. Uitgroei tot een volwaardige levenslooppsychologie
Tot halfweg de 20ste eeuw richtten ontwikkelingspsychologen zich vrijwel uitsluitend op de
evolutie bij kinderen tot aan de puberteit. Iedereen leek ervan overtuigd dat de evolutie
nadien zo goed als stil viel. Puberteit: definitief afscheid van de kindertijd en het zich
geleidelijk invoeren in het volwassen leven.
Vandaag vat men de ontwikkeling het liefst op als een levenslang veranderingsproces.
● Naast de kindsheid ook interesse voor andere levensfasen
○ Jongeren
■ Vrijgesteld van arbeid → eigen omgangsvormen
■ Langer naar school gaan i.p.v. direct werken.
○ Ouderen
■ Medische problemen + pensionering → groep met eigen kenmerken
■ Ontstaan psychogerontologie
○ Volwassenheid
■ Gezien als stabiele periode zonder gedragsveranderingen + al genoeg
bestudeerd in algemene psychologie
→ blijven lange tijd uit beeld
● Samenvoegen van de verschillende levensfasen
○ Heel geleidelijke synthese
○ Ontwikkeling : een levenslang veranderingsproces
,1.2. De indeling in fasen
1.2.1. Continuïteit of discontinuïteit in de ontwikkeling
● Geleidelijke of bruuske overgangen tussen de levensfasen?
● Aanwijzingen voor discontinuïteit in ontwikkeling
○ Zowel kwantitatieve als kwalitatieve versch tss fasen
■ kwantitatief
→ bv: lichaamsgestalte en hoeveelheid kennis en vaardigheden
waarover je beschikt
■ kwalitatieve verschillen
→ bv: in manier van denken, voelen en handelen
○ Periodes van stabiliteit, met korte overgangsperiodes
→ bv crisis waar men doorheen moet: puberteit of adolescentie)
● Aanwijzingen voor continuïteit (dat mens continu verandert)
○ De meeste overgangen gespreid over een zekere tijd
→ kind kan op bep moment zelfstandig lopen, maar niet perse op
datzelfde moment cognitief anders functioneren
○ De veranderingen lopen niet steeds synchroon
→ bv kunnen lopen kan al onzichtbaar aanwezig zijn bij het kruipen
○ Interculturele verschillen
→ sommige fasen niet bij alle culturen
● Verschillende ontwikkelingsmodellen
○ Trapmodel
○ Gelaagde model
○ Lijnmodel
1.2.2. Het trapmodel
● De levensfasen gezien als de treden van een trap
● Treden die telkens een jaar of 10 omvatten en met een hoogtepunt rond de
leeftijd van 50 jaar
, ● Iedere fase voorgesteld als een zinvol deel binnen een groter geheel
● Vb: Charlotte Bühler:
○ Alles in het leven draait rond het verwezenlijken – meestal in de
middenvolwassenheid – van een eigen levensdoel.
○ Indeling → 5 grote levensfasen
○ Binnen de eerste fase: een parallelle indeling in vijf deelfasen
Kritiek op theorie:
● Lage sterkte biologische bepaaldheid
● Hoogtepunt van leven (realiseren van levensdoel) valt niet noodzakelijk samen
met de biologische top
● mensen ook op hoge leeftijd geestelijk kunnen blijven ontplooien, zelfs wnr hun
biologische krachten al vele jaren aan het afnemen zijn
1.2.3. Het gelaagde model
● Levensfasen gezien als toevallige opeenvolging van gebeurtenissen die elkaar in
het verleden hebben opgevolgd
● Niet op zoek naar zinvolle overgangen tussen fasen (trapmodel)
● Drastische invloed van de vroegere fasen op de latere
○ Sterke klemtoon op de vroege kindsheid
○ In bovenste lagen (adolescentie/volwassenheid) kunnen crisissen
voorkomen die gevolg zijn van spanningen in de diepere lagen
(traumatische gebeurtenissen uit kindertijd)
● Gericht op het nu en verleden om verklaring te vinden voor wat er zou mislopen
→ NIET op toekomst en realiseren levensdoel
● Vb.: Sigmund Freud
○ Het libido (nastreven van lust) zet zich telkens vast op verschillende
erogene zones (lichaamszones)
○ Psychoseksuele ontwikkeling: gewaarwordingen en verlangens
concentreren zich dan rond de specifieke erogene zone die op dat
moment de hoofdtoon voert
orale fase baby mondzone
anale fase peuter ontlastingszone
fallische fase kleuter aan-/ afwezige fallus
latentiefase schoolkind verdringing
genitale fase puberteit (en verder) genitalia
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vanessaavangoethem. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.