Deze samenvatting is gemaakt van het boek 'Het palet van de psychologie' geschreven door Jakop rigter. De samenvatting bevat hoofdstuk 1-6 + 8. Dit vak wordt gegeven in het tweede semester van het eerste jaar door Karin Temmerman. In eerste zit behaalde ik 14/20.
• Object is goed te formuleren
• Zowel interne als externe overeenstemming
Extern Intern
= tussen de psychologie en andere = Verschillende theoretische stromingen binnen
menswetenschappen de psychologie + de daarmee samenhangende
methode waarmee kennis wordt verworven
→ Veel raakvlakken met andere mens – of → Veel meningsverschillen tussen psychologen
sociale wetenschappen
Wetenschappen die “de mens” bestuderen ligt het object ingewikkeld
Vb. psychologie, psychiatrie, sociologie & culturele antropologie
• Psychologie: intern als extern GEEN eenduidigheid over object
Ene kiest voor onbewuste als object
Ene kiest voor ander gedrag of cognities als object
Verschillende methodes om kennis te verweven
Extern niet goed afgebakend van andere (mens)wetenschappen
Binnen als tussen psychologie & andere wetenschap ontstaan van rivaliserende
beschrijvingen en verklaringen over eenzelfde onderwerpen
Voorbeeld: depressiviteit
• Veelvoorkomende klacht
• Ene psycholoog klachten bekijken vanuit relatie met partner
verwant met invloed van gezins- of partnerrelatiesysteem
• Andere psycholoog klachten bekijken vanuit de ervaringen & belevingen in jeugd
verwant met psychoanalytisch gedachtegoed
EEN POGING TOT DEFINIËRING DEFINITIE
“Psychologie is een wetenschap waarbij zowel het gedrag van mensen wordt bestudeerd als de
gevoelens en gedachten die mensen hebben bij het ervaren van hun gedrag en de omstandigheden
waarin dat plaatsvindt”
Verschil met andere wetenschappen:
WETENSCHAP NADRUK OP …
PSYCHOLOGIE Beschrijving & verklaring van het object op
individueel niveau
SOCIOLOGIE Maatschappelijke of groepsverbanden
BIOLOGIE OF MEDISCHE WETENSCHAP Biologische bepaaldheid van het gedrag
Typeren van een wetenschap (3):
• De soorten vragen en problemen = het object (A)
• De methoden en theorieën (B)
Tussen A en B is er een dynamisch spel, met als gevolg niet vastliggende grenzen tussen de
wetenschappen.
Voorbeeld: depressie
• Sterke ontwikkeling richting biologisch en medisch denken
• Enorme toename van gebruik van antidepressiva (Prozac & Fevarin)
• Haaks op opvatting met nadruk op maatschappelijke stoornissen
Het maatschappelijk draagvlak van een wetenschap (C)
• Beïnvloed de grenzen en legitimiteit van wetenschap
• Af te leiden van weerklank in maatschappij
• Af te leiden van hoe sterk persoonlijke theorieën gekleurd worden door wetenschappelijke
kennis
Voorbeeld: psychologie sterke weerklank in westerse maatschappijen
gepsychologiseerde wereld = maatschappelijke verschijnselen bepaald door psychologische
theorieën
• De psychologie kent veel gezichten
• Meerdere indelingen over verschillende opvattingen en inzichten
• Theoretische ordeningen staan centraal
Theorieën = referentiekaders
• Bieden interpretaties om verschijnselen te verhelderen en te bekijken
• Psychologie kent een grote verscheidenheid (Vb. jaloezie bij pubers)
Theorieën over specifieke onderwerpen
Eenzelfde verschijnsel vanuit meerde theorieën, verschillend beschrijven en verklaren.
Theorieën kunnen komen en gaan
Voorbeeld: eetstoornissen anorexia nervosa en boulimia nervosa
(verschillende verklaringen ontstaan)
• Functioneren van het gezin
• Traumatische ervaringen van patiënt
• Karaktertrekken van patiënt
• Invloed van maatschappelijke schoonheidsideaal & erfelijk aanleg
FUNCTIES VAN THEORIEËN
Wetenschappelijke theorieën vervullen drie functies
→ men legt het verschil uit tussen ‘dagelijkse’ en ‘wetenschappelijke’ kennis
Functie 1: systematiserende of ordenende
• Verwijzing naar begrip theorie (theoria = beschouwing)
• Op niveau van beschrijving = systematische weergave van wat wordt waargenomen
• Waarschuwing op zijn plaats
Dagdagelijkse kennis Wetenschappelijke kennis
• Verloopt via expliciete regels
• Duidelijk en controleerbaar
• Persoonlijk gekleurd • Rapporteren van helder geformuleerde
• Weinig systematisch verbanden/wetten
• Menselijke waarneming gekleurd door • Eis: herhaalbaar (= repliceerbaar)
behoeften, emoties en kennis • Waarneming wetenschappers is
theoriegeladen (= referentiekader
bepaalt alles)
Functie 2: verklaren en voorspellen
Gehoorzaamheidsexperiment:
• Resultaten verklaren door aangeven van bereiken in specifieke omstandigheden
• Voorspellen proefpersonen minder afhankelijk = minder gehoorzaam zullen zijn
Functie 3: heuristische functie
• Inzicht theorie zorgt voor nieuwe voorspellingen
• Een theorie is nooit af, het levert steeds nieuwe ideeën op
KENMERKEN VAN PSYCHOLOGISCHE STROMINGEN
Stromingen gekenmerkt door:
• Geschiedenis (van ontstaan)
• Mensbeeld = visie op kenmerkende eigenschappen van mens
GESCHIEDENIS VAN STROMINGEN
Historische ontwikkeling:
Theoretische stroming:
• Lange geschiedenis
• Wortels in oude filosofische tradities & nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen
Wetenschappelijke psychologie:
• Doel: psychologie beschikken over alomvattende theorie van psychisch functioneren (Europa)
• Doel: kennis moet dienstbaar zijn aan maatschappelijke doelstellingen (VS)
→ Maatschappelijke problemen bepalen theorievorming
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Cultuurhistorische bepaaldheid:
Psychologische stromingen zijn product van de tijd
• Voorzagen in behoeften van periode
• Vertegenwoordigen waarden en normen van maatschappelijk belang
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Op elkaar reageren:
Behaviorisme verwaarloosde cognitieve eigenschappen van de mens
→ ontstaan van stroming die focus hier WEL oplegt: cognitieve psychologie
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Slingerbeweging :
Rogers: in ’50 ontstaan non-directieve vorm van hulpverlening
reactie op autoritaire vorm van hulpverlening
’80 & ’90: slinger op ‘terugweg’
snelle opkomst directieve hulpverleningstechnieken
psychoanalyse niet meer dominant
onderwerpen verwant aan psychoanalyse: hernieuwde belangstelling
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur femketemmerman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.