Diagnostische en therapeutische
INLEIDING TOT CHIRURGIE
LES 1
Inleiding
Definitie en oorsprong:
o Chirurgie komt van de Griekse woorden "cheiros" (hand) en "ergein" (werken),
oorspronkelijk gericht op behandeling via handmatige technieken.
o Het verschil tussen chirurgie ("heel-kunde", doeners) en geneeskunde ("genees-
kunde", denkers) is kleiner geworden door multidisciplinaire samenwerking en
geavanceerde technieken.
Evolutie:
o Van een ambachtelijk vak naar een multidisciplinaire wetenschap met invasieve en
minimaal invasieve technieken.
Historische Ontwikkeling
1. Oude methoden:
o Oudste chirurgische ingrepen dateren van 10.000 v.Chr.
o Basiskennis van fysiologie en anatomie.
2. Belangrijke pioniers:
o Hippocrates: Vier lichaamssappen.
o Galenus: Anatomische en fysiologische kennis gecombineerd.
o Vesalius: Grondlegger van moderne anatomie in de 16e eeuw.
3. Moderne doorbraken:
o Asepsis (19e eeuw): Steriele technieken om infecties te voorkomen.
o Anesthesie: Ontwikkeling van lokale, spinale en intraveneuze anesthesie.
Drie Fases van Chirurgie
1. Pre-operatieve fase:
,Diagnostische en therapeutische
o Diagnose, indicatiestelling, patiënteninformatie en evaluatie.
2. Operatieve fase:
o Uitvoering van de ingreep met focus op technieken en patiëntveiligheid.
3. Post-operatieve fase:
o Herstel, monitoring en voorkomen van complicaties.
Pre-operatieve Fase in Detail
1. Diagnose:
o Anamnese:
Gestructureerd uitvragen van klachten, nevenklachten, behandelingsresultaten
en risicofactoren.
o Klinisch onderzoek:
Inspectie, palpatie, auscultatie en technische onderzoeken zoals beeldvorming
(CT, MRI) en biopsieën.
o Belang van nauwkeurigheid:
Een correcte diagnose beïnvloedt de behandelingsresultaten en risicoafweging.
2. Indicatiestelling:
o Afweging tussen behandeling en risico.
o Voorbeelden:
Dringende ingrepen zoals trauma’s en infecties.
Tumoren: hoger genezingspotentieel versus ingreeprisico.
Preventieve chirurgie: risicobeheersing (bijv. aorta-aneurysma’s).
3. Patiënteninformatie:
o Patiënt moet begrijpen:
Doel, aard, risico’s, alternatieven en nazorg.
Wet op patiëntenrechten benadrukt volledige en begrijpelijke communicatie.
4. Pre-operatieve evaluatie:
o Doel:
,Diagnostische en therapeutische
Beperken van onvoorziene complicaties en aanpassing van
chirurgische/anesthesietechnieken.
o Middelen:
Vragenlijsten, bloedonderzoek, risicobeoordeling (cardiaal, pulmonaal,
endocrien).
ASA-Classificatie (Patiëntenrisico’s)
1. ASA I: Gezonde patiënt.
2. ASA II: Milde systemische aandoeningen (bijv. milde hypertensie).
3. ASA III: Ernstige systemische aandoeningen met functionele impact.
4. ASA IV: Levensbedreigende aandoeningen.
5. ASA V: Terminale patiënten zonder ingreep binnen 24 uur overlijden.
Belangrijke Pre-operatieve Evaluaties
1. Cardiaal:
o Factoren: Ischemie, hartfalen, diabetes, nierfunctiestoornissen.
o Diagnostische tests: EKG, inspanningstesten zoals de "two-flight test".
o Interventies: Medicatie (nitraten, statines), revascularisatie en perioperatieve
monitoring.
2. Pulmonaal:
o Risico: COPD, roken, thoraxoperaties.
o Interventies: Stoppen met roken, ademhalingskinesitherapie, infectiebehandeling.
3. Renale evaluatie:
o Risico’s: Shock, volumedepletie, nierziekten.
o Preventie: Adequate hydratatie en monitoring.
4. Endocrien:
o Diabetes: Verhoogde mortaliteit door cardiovasculaire schade.
o Andere aandoeningen: Hyper-/hypothyreoïdie, corticosteroïdengebruik.
, Diagnostische en therapeutische
5. Stollingsstoornissen:
o Voorzorgsmaatregelen: Tijdig stoppen van antistollingsmiddelen, gebruik van
substitutietherapie indien nodig.
Chirurgische Settings
1. Ambulante behandeling:
o Kleinere ingrepen zonder postoperatieve observatie.
2. Dagkliniek:
o Middelgrote ingrepen met korte observatie (2-8 uur).
o Vereisten:
ASA I of II.
Beperkte ingreeptijd (2-3 uur) en bloedverlies (<500 ml).
3. Opname:
o Complexere ingrepen met noodzaak tot langere monitoring.
Voor- en Nadelen van Dagbehandeling
Voordelen:
o Lagere kosten, minder kans op infecties, minimale impact op dagelijkse leven.
Nadelen:
o Minder toezicht op complicaties en laattijdige effecten.
Begeleiding na ontslag:
o Patiënten moeten adequaat geïnformeerd en begeleid worden.
LES 2
1. De Operatie
De operatie kent drie hoofdfases:
1. Pre-operatieve voorbereiding: