Economie A
DEEL 1: BASISCONCEPTEN
Hoofdstuk 1: Wat is economie? Wat doet de econoom?
Het woord economie komt van een Grieks woord dat verwijst naar het beheer van een
huishouden.
Wie zal er werken en hoeveel?
Welke en hoeveel goederen moeten er geproduceerd worden?
Welke middelen moeten we gebruiken voor de productie?
Aan welke prijs moeten de goederen verkocht worden?
Hoe moeten de opbrengsten verdeeld worden?
-Schaarste: een middel is schaars wanneer de mogelijke aanwendingen van een middel de
beschikbaarheid van dat middel overstijgen.
• Schaarste Zeldzaamheid.
o Voor werken van beroemde schilders wordt veel betaald omdat er weinig te
koop aangeboden worden, maar er ook veel vraag naar is. In dit geval is er
dus schaarste.
o Als een onbekende schilder 1 werk heeft, dan zal niemand veel betalen,
omdat de vraag niet hoog is. Dus dit werk is slecht zeldzaam.
Zeldzame goederen of diensten zijn pas schaars als ze ook gewild zijn.
o “There’s no such thing as a free lunch!” ➔ Een lunch kan wel gratis zijn voor
de consument, maar die lunch is dan niet gratis, iemand heeft die toch
betaald.
Economie wordt soms ook beschreven als de wetenschap van de schaarste, of van de keuzes
die gemaakt moeten worden als gevolg van schaarste.
-Economie: Sociale wetenschap die keuzes inzake productie en consumptie onder
voorwaarden van schaarste bestudeert, inclusief de gevolgen van deze keuzes voor de hele
maatschappij.
-Economische behoeften: De verlangens van de mens waaraan hij/zij slechts kan voldoen
door het inzetten van schaarse middelen.
1
, • Mensen moeten keuzes maken. Naar de les gaan of uitslapen? Gamen of
vakantiejob?
Kiezen is verliezen. Het nemen van beslissingen vereist dus dat mensen objectieven
tegen elkaar afwegen bij het inzetten van schaarse middelen.
Er gebeurt dus een trade-off of een afruil.
1.1 Keuze, afruil en opportuniteitskosten
Beslissingen vereisen een vergelijking tussen kosten en opbrengsten van de verschillende
alternatieven.
-De opportuniteitskost
• =alternatieve kost
• Wat je moet opgeven om het te krijgen
• De niet gerealiseerde opbrengst van het best mogelijke alternatief voor de gemaakte
keuze
• Precieze opportuniteitskost bepaling is afhankelijk van gehanteerde tijdsperspectief
o Zo zal een student aan universiteit wel veel jaren niet kunnen werken, maar
achteraf een aanzienlijk hoger loon hebben
• Bv: Je hebt de keuze gemaakt om aan de universiteit te studeren. De
oportuniteitskost hier is niet de prijs van je studiegeld, ook niet de prijs van het
studentenleven. Maar wel de waarde van de alternatieve keuze dat je opgeeft om
gedurende enkele jaren je tijd exclusief te bestuderen aan een universitaire studie.
M.a.w. je had ook al die jaren kunnen werken.
In een economische context worden voor de winstberekening de opbrengsten verminderd
met de kosten, inbegrepen de opportuniteitskosten! Dit verschilt duidelijk van de
boekhoudkundige interpretatie van winst, waar in het in mindering brengen van de kosten
geen rekening wordt gehouden met de opportuniteitskosten.
1.2 Kosten tegenover baten; shortcuts of de marginale analyse
RATIONELE MENSEN DENKEN MARGINAAL.
-Mental shortcut: Een eerder intuïtieve beslissingsregel door het onvermogen om alle
informatie te verwerken of doordat relevante informatie ontbreekt.
• Je moet bv beslissen welke richting je gaat studeren maar bent onwetend of dat
diploma binnen 5jaar nog wel in trek is, laat staan er nog jobs zijn in dat domein
In heel wat situaties kan je een optimale beslissing nemen door stap per stap de marginale
baten van een beslissing te vergelijken met de marginale kosten.
2
,-Marginale kosten: De kosten van een bijkomende eenheid inspanning, output of productie.
-Marginale baten: De baten of opbrengst van een bijkomende eenheid inspanning, output of
productie.
Deze twee fenomenen worden gebruikt om bijvoorbeeld de ideale studieduur te berekenen
om er baat bij te hebben. De marginale opbrengst zal steeds minder worden, aangezien je
steeds meer weet en er steeds minder ruimte is voor verbetering. Deze rechte zal dus op de
grafiek dalen. De marginale kost zal steeds stijgen doorheen de jaren aangezien je steeds
meer jaren besteedt aan het studeren. Vanaf het ogenblik dat de marginale kost, de
marginale opbrengst overstijgt, ben je niet meer optimaal bezig. Hier is dus de beste
beslissing het snijpunt bij 5jaar studeren, een zesde jaar zou minder opbrengen dan je er
insteekt.
3
, Marginale veranderingen: dit zijn kleien incrementele veranderingen aan een bestaand plan
of een bestaande actie.
“Bygones or bygones”: de kosten gemaakt in het verleden zijn niet bepalend voor een
toekomstige keuze. Het verleden is voorbij.
1.3 Het gebruik van modellen en aannames
In de economische wetenschap gebruiken we vaak modellen om bepaalde keuzes,
verbanden, te verwachten evoluties of optimale beslissingen te analyseren.
Modellen zijn altijd een vereenvoudiging van de werkelijkheid.
Economen maken aannames om de wereld begrijpelijker te maken (modellen zijn een
vereenvoudiging, een abstractie). Een paar veelgebruikte aannames zijn ceteris paribus,
perfecte informatieen de mens is rationeel en streeft zijn/haar eigenbelang na.
-Ceteris paribus: deze Latijnse term betekent letterlijk:” de overige gelijk blijvend”. Deze
term wordt gebruikt om aan te duiden dat bij een studie van het verband tussen een aantal
economische grootheden aannemen dat alle overige verklarende factoren niet wijzigen.
• Een van die onverwachte factoren zou bijvoorbeeld bij de verkoop van
vliegtuigtickets, een aantal aanslagen zijn, dit heeft natuurlijk een negatief effect op
de verkoop.
-Perfecte informatie: De aanname dat alle kopers en verkopers in een bepaalde markt een
perfecte kennis hebben van de prijs , het nut, de kwaliteit en de productiekosten van het
betreffende goed(of de betreffende dienst).
4