HOC 1:
Communicatie, proces en
basishouding
1.Gespreksvaardigheden
Het communicatiemodel van V.Satir:
Vier elementen van een boodschap
1. Letterlijke inhoud: feitelijke betekenis van wat wordt gezegd
2. Expressief deel van de boodschap: weergave van de boodschap
3. Informatie over de relatie: de informatie in deze boodschap die weergeeft hoe de zender de relatie
tot de ontvanger (op dit moment) ziet
4. Appelerend deel van de boodschap: de zender doet een appel, wil dat ander iets doet met de
boodschap die hij/zij zendt
→ Vier elementen tegelijkertijd in één boodschap!
Inhouds- en betrekking niveau
1. Inhoudsniveau van communicatie: de feitelijke boodschap die wordt overgebracht.
2. Betrekkingsniveau van communicatie: de informatie in deze boodschap die de relatie tussen
zender en ontvanger weergeeft, zoals gezien door de zender. Interpretatie van betrekkingsniveau
afhankelijk van toon en non-verbale aspecten van communicatie.
,Interpreteren van een boodschap
Gebruik van vuistregels of heuristieken
Doel: omgeving voorspelbaar maken, snel kunnen reageren, controle te krijgen, om om te kunnen
gaan met complexiteiten…
Bijvoorbeeld:
Causale actor-observator attributieneiging: neiging om eigen gedrag te verklaren uit
instabiele, externe (dus situationele) factoren en het gedrag van anderen te verklaren uit
stabiele, interne (dus eigenschappen van de persoon) factoren
Gedragsconfirmatie: het uitlokken van responsen die de eigen vooronderstelling
ondersteunen
Beschikbaarheidsheuristiek: gebruikmaken van wat (gemakkelijk) beschikbaar is in het
geheugen
Confirmatorische strategie: de neiging alleen informatie te zoeken die overeenkomt met de
eigen veronderstelling
Waarden en normen
Waarden: eigen vooronderstelling van wat goed of fout is, voorbeeld: gelijkwaardigheid
Normen: gedragsregels die uit waarden worden afgeleid, voorbeeld: beide partners helpen evenveel
mee in het huishouden.
1) Bewust zijn van directe en indirecte manieren van waarden- overdracht (hoeveelheid
aandacht naar bepaald onderwerp, nonverbaal goed- of afkeuren,…)
Psycholoog/hulpverlener
Basishouding, gespreksvaardigheden en interactionele vaardigheden
= zijn belangrijkste methodieken/instrumenten van onze job!
“Een professionele hulpverlener moet in staat zijn om te kunnen spelen met zijn gedragsdisposities;
hij moet kunnen kiezen uit een repertoire van vaardigheden, heeft een respectvolle, empathische,
transparante grondhouding en moet kritisch naar eigen handelen kunnen kijken (zelfreflectie).
Grondhouding: Roger
3 kernelementen van een zijnshouding:
Echtheid Empathie Onvoorwaardelijk respect
=Zijn een noodzakelijke voedingsbodem om een veranderingsproces bij een cliënt op hang te
brengen, maar ook het cruciale medium waardoor verandering mogelijk is.
1) Echtheid
Elke psycholoog heeft zijn eigen uitstraling, zijn persoonlijke kenmerken die de interpersoonlijke
relatie kleuren. Hij is een reëel aanwezig persoon (geen façade).
Dmv zelfreflectie, supervisie, intervisie, … exploreert de psycholoog wat er in zijn binnenwereld
afspeelt en hoe dat de kleur en vorm van zijn interactie met de cliënt kleurt.
,Dubbele gelaagdheid:
1. Elke psycholoog heeft zijn eigen uitstraling, zijn persoonlijke kenmerken die de interpersoonlijke
relatie kleuren. Hij is een reëel aanwezig persoon (geen façade). = De onderstroom.
2. Wat wekt deze cliënt bij mij op? Aandacht voor hier en nu gedachten en gevoelens = Bovenstroom
Dmv zelfreflectie, supervisie, intervisie, … exploreert de psycholoog wat er in zijn binnenwereld
afspeelt en hoe dat de kleur en vorm van zijn interactie met de cliënt kleurt en kan hij tot
CONGRUENTIE komen.
Indien relevant voor het proces zal de therapeut TRANSPARANT zijn, m.a.w. psychologen hebben een
gedisciplineerde spontaniteit.
Vormen van onechtheid
Niveau 1: Gedrag en uitspraken komen niet overeen wat je innerlijk denkt en voelt ! Soms kan je
oppervlakkigheid bewust aanwenden om bv vragen naar zelfonthulling te vermijden
Niveau 2: Niet transparant zijn uit eigenbelang of angst om relatie met client te schaden
Niveau 3: Verbergen van bewuste hier-en nu gevoelens die belangrijk zijn en waar de cliënt baat bij
zou kunnen hebben.
Kijk met een open bril naar je eigen incongruenties met een zekere mildheid. Supervisie, intervisie,
feedback van anderen kunnen je helpen om je black box te onderzoeken.
Filmpjes
CONGRUENTIE in gedrag en voelen: Zonder façade, authentiek je gevoel laten zien, vanuit echte
oprechte belangstelling contact maken… maakt het ondraagbare draaglijker.
MEEVOELEN maar niet OVERSPOELEN
TRANSPARANTIE ✓ In proces: Laat je zien in je mensheid en niet als alwetende expert/supermens:
durf te NIET weten
TRANSPARANTIE ✓ Indien het verhaal iets loswekt bij de therapeut, kan je ervoor kiezen om dit
gevoel naast het gevoel van de cliënt. Ook al staat dit veraf van het gevoel van je cliënt.. Een
voorbeeld van CONFRONTATIE
TRANSPARANTIE -indien functioneel, afgestemd -om interferentie in het gesprek te minimaliseren
(bv : een telefoontje dat je geraakt heeft) -heftige emoties bij de psycholoog: te dicht of black box? -
zeer zeldzaam: therapeut onthult iets over zichzelf op een sobere manier (= zelfonthulling)
2) Empathie
Empathie is een wijze van in-relatie zijn waarbij ik mijn eigen referentiekader ter zijde leg en meekijk
en meevoel vanuit het referentiekader van de andere, zonder ermee samen te vallen. = Binnenkant
van empathie.
Ik geef terug aan de andere wat ik voel (non-verbaal, verbaal) =Buitenkant van empathie
BINNENKANT: Leegmaken, Ontvangen, Afstemmen, Container, Interageren, Registratie binnenin
, BUITENKANT: Communiceren, Sturen, Reflectie
Expressievormen: empathie
1. Inhoud van de reflectie:
- Onderbreken na betekeniseenheden.
- De emotie in zijn intensiteit respecteren
- Articuleren wat impliciet aanwezig is
2. Vorm van de reflectie:
- tentatief.
- In vragende vorm
- Ev. met metafoor
- Procesdirectieven
- Intuïtieve flits
- Niet-verbaal
3) Respect
Luisteren zonder vooroordelen, evaluatie of kritiek
Je hoeft het niet eens te zijn met de ander, maar je schort jouw mening even op om open te luisteren
naar de ander zijn wereld en perspectief
Vier componenten:
• Betrokkenheid tonen t.a.v. cliënt
• Inspanning doen om cliënt te begrijpen
• Onvoorwaardelijke aanvaarding
• Warmte uitdrukken en nabijheid