Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Limbo 1: module 7 €7,66
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Limbo 1: module 7

 1 vue  0 fois vendu

Samenvatting voor module 7 (verschillen tussen leerlingen in secundair onderwijs). Onmiddellijk geslaagd met een 8/10.

Aperçu 3 sur 16  pages

  • Non
  • Module 7
  • 6 janvier 2025
  • 16
  • 2024/2025
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (5)
avatar-seller
SammyCools
Module 7: verschillen tussen leerlingen in onderwijs

1 Hoe omgaan met verschillen tussen leerlingen? ..................................................................................... 2
1.1 Visies op omgaan met verschillen tussen leerlingen .............................................................................. 2
1.2 Van segregatie naar inclusie in Vlaanderen........................................................................................... 3
1.3 Differentiatie op macro-, meso- en microniveau ................................................................................... 4

2 Drie groepen van leerlingen naderbij bekeken ........................................................................................ 7
2.1 Leerlingen met leerproblemen in het secundair onderwijs .................................................................... 7
2.1.1 Wat zijn leerstoornissen?.............................................................................................................. 7
2.1.2 Kenmerken en gevolgen van leerstoornissen in het secundair onderwijs .................................... 7
2.1.3 Aanpak van leerstoornissen in het secundair onderwijs .............................................................. 8
2.1.4 Samenhang tussen leerstoornissen en andere problemen .......................................................... 8
2.2 Leerlingen met gedrags- en emotionele problemen in het secundair onderwijs ................................... 8
2.2.1 Externaliseren en internaliseren ................................................................................................... 8
2.2.2 Aanpakken van externaliserende problemen ............................................................................... 9
2.2.3 Leerlingen met ADHD.................................................................................................................... 9
2.2.4 Leerlingen met autismespectrumstoornis (ASS) ......................................................................... 10
2.3 Cognitief begaafde leerlingen in het secundair onderwijs ................................................................... 10
2.3.1 Wat is cognitieve begaafdheid? .................................................................................................. 10
2.3.2 Misvattingen over cognitieve begaafdheid: slim, maar sociaal incompetent? ........................... 11
2.3.3 Onderwijs aan cognitief begaafde leerlingen ............................................................................. 11

3 Verschillen in de loopbanen van leerlingen in het secundair onderwijs ................................................. 12
3.1 Watervalloopbanen ............................................................................................................................. 12
3.2 Zittenblijven ......................................................................................................................................... 13
3.2.1 Frequentie van schoolse vertraging en zittenblijven .................................................................. 13
3.2.2 Effecten van zittenblijven in secundair onderwijs ...................................................................... 13
3.3 Schooluitval.......................................................................................................................................... 14
3.3.1 Definitie en frequentie van ongekwalificeerde uitstroom .......................................................... 14
3.3.2 Gevolgen van ongekwalificeerde uitstroom ............................................................................... 14
3.3.3 Oorzaken van ongekwalificeerde uitstroom ............................................................................... 14
3.3.4 Indijken van ongekwalificeerde uitstroom.................................................................................. 15
3.3.5 Spijbelen...................................................................................................................................... 15
3.4 Begeleiden van studie- en beroepskeuze ............................................................................................. 15
3.4.1 Schoolloopbaanbegeleiding ........................................................................................................ 15
3.4.2 Hulpmiddelen en materialen voor schoolloopbaanbegeleiding ................................................. 16
3.5 Flexibele leerwegen ............................................................................................................................. 16




1

*

,Module 7: verschillen tussen leerlingen in onderwijs
Leerlingen verschillen zowel op vlak van voorkennis, intelligentie, leerproblemen, geslacht, leeftijd…
en daarenboven neemt de diversiteit in de leerlingenpopulatie ook toe, wat te maken heeft met 2
maatschappelijke evoluties:
- Toenemende migratie: mensen blijven niet meer op 1 plaats in de wereld om verschillende
redenen. Hierdoor komen leerlingen met andere moedertaal, etnische achtergrond… in ons
onderwijs terecht. In 4 jaar tijd was er bijna een verdubbeling van het aantal anderstalige
nieuwkomers (van 0,6% naar 1%).
- Evolutie in aantal leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (SOB)*

SOB zijn onderwijsbehoeften ten gevolge van langdurige en belangrijke participatieproblemen die te
wijten zijn aan het samenspel tussen:
- 1 of meerdere functiebeperkingen op mentaal, psychisch, lichamelijk of zintuiglijk vlak;
- Beperkingen bij uitvoeren van activiteiten
- Persoonlijke en externe factoren (Vlaamse Ministerie van Onderwijs en vorming)

Het is voor leerkrachten niet eenvoudig om met deze diversiteit om te gaan. De meeste met SOB
bevinden zich in het bso, maar ze bevinden zich ook in andere onderwijsvormen. In de peiling
burgerschap (3e graad in 2016) gaven heel wat ouders aan dat hun leerlingen (leer)problemen hebben,
onafhankelijk of ze in bso zitten op niet, met dyslexie als grootste probleem, gevolgd door AD(H)D en
dyscalculie. Door dit te combineren met de vele leerlingen die SOB hebben, is er een stijging te zien
van het aantal leerlingen dat buitenschoolse hulp krijgt/nodig heeft (bv. logopedie). Dit allemaal samen
wijst op een toenemend aantal leerlingen met SOB met nood aan andere/extra ondersteuning
binnen/buiten de reguliere schoolcontext door een samenspel van factoren.

Er zijn inclusieve beleidsmaatregelen (bv. decreet leersteun = vroeger M-decreet) met een directe
invloed op het aantal zorgleerlingen in de reguliere klas. Dit zorgt ervoor dat scholen een strengere
norm hanteren van wat een ‘modale leerlinge’ is waardoor meer leerlingen een diagnose/label krijgen.
Daarnaast kan het ook te maken hebben met een grotere bekommernis van ouders, verminderde
draagkracht van school waardoor een sneller een probleem vastgesteld wordt waarvoor een traject
opgezet wordt.

1 Hoe omgaan met verschillen tussen leerlingen?
1.1 Visies op omgaan met verschillen tussen leerlingen
Er is een grotere gevoeligheid ontstaan voor verschillen tussen leerlingen. “Elke leerling heeft recht
op het beste onderwijs” wordt bijna unaniem onderschreven, maar in de praktijk bestaan daardoor 2
visies, namelijk ‘child-deficit’-visie en inclusievisie.

Child-deficit-visie vertrekt vanuit een tekort bij leerlingen. Het stelt dat leerlingen met SOB vanuit
deze tekorten nood hebben aan een gespecialiseerde begeleiding en aanpak op hun maat. De
leerlingen worden gezien als fundamenteel verschillend van hun klasgenoten. Sommige aanhangers
van deze visie zeggen dat leerlingen met SOB onderwezen moeten worden in aparte, beschermde
omgeving (bv. buitengewoon onderwijs) omdat zij een ruime expertise hebben in het ondersteunen
en begeleiden van leerlingen met SOB (bv. speciale manier van lesgeven voor dove leerlingen). Deze
visie vind je ook terug in reguliere schoolcontext. Bijvoorbeeld wanneer de leraar 1 aanpak hanteert
voor de meeste kinderen en zo nodig een aparte aanpak voor leerlingen met een probleem of
beperking (bv. gebruik woordenboek bij test Frans). Deze visie ligt onder vuur doordat de nadruk ligt
op problemen/tekorten en niet op de contextfactoren die aanleiding geven tot die problemen. Toch
neemt deze visie nog vaak de bovenhand.




2

*

, De inclusievisie stelt dat leerlingen met verschillende kenmerken zoveel mogelijk gelijk behandeld
moeten worden. Een klasgroep of school moet volgens deze visie een weerspiegeling zijn van de
diversiteit in de samenleving, diversiteit wordt dus gezien als een rijkdom, niet als een probleem. Het
UDL-model (universal design for learning) pleit expliciet tegen verschillende behandeling voor
verschillende groepen leerlingen. Het stelt dat onderwijs goed afgestemd moet zijn op zoveel mogelijk
verschillende leerlingen. De afstemming van de leeromgeving op diverse leerlingenkenmerken moet
mogelijk zijn voor alle leerlingen en dus niet enkel voor diegene met SOB. Zij zeggen dat alle leerlingen
recht en baat hebben op/met specifieke behandelingen. Bijvoorbeeld:
- Voor alle leerlingen voldoende groot lettertype gebruiken.
- Alle leerlingen 20% extra tijd geven voor maken van toetsen/examens.
- …
Leerlingen met SOB ervaren hun behoeften niet noodzakelijk als een tekort (deficit), want hierbij wordt
niet uitgegaan van een tekort, maar wel van een diversiteit.

Beide visies hechten belang aan differentiatie, maar bij de ene is het specifiek gericht op leerlingen
met SOB en bij de andere geldt het voor elke leerling.

1.2 Van segregatie naar inclusie in Vlaanderen
Er is zowel internationaal als in Vlaanderen een verschuiving van segregatie naar inclusie rond het
omgaan met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, wat gepaard gaat met de internationale
ontwikkelingen rond de rechten van personen met een handicap (VN-verdrag 2009). Het verdrag
bepaalt dat mensen met een beperking recht hebben op een goed leven en volwaardige deelname
vaan de maatschappij, dus ook onderwijs. Streefdoel is inclusief onderwijs als regel, niet als
uitzondering. Het verdrag resulteerde in wijzigingen op:
- Vlaams beleidsniveau = decreet leersteun (1 september 2015) bepaalt hoe de ondersteuning
van leerlingen met specifieke noden wordt georganiseerd.
Dit vloeit voort uit VN-verdrag. Sinds dit verdrag moeten
voor leerlingen met SOB in het reguliere onderwijs (elke
gewone school) de nodige redelijke aanpassingen
(differentiërende, remediërende, compenserende of
dispenserende maatregelen) voorzien zijn zodat alle
leerlingen op een evenwaardige en zelfstandige manier
kunnen deelnemen aan het onderwijs. Daarnaast zegt het
ook dat in Vlaams onderwijs gewerkt wordt met
zorgcontinuüm (opeenvolging van 4 fasen in de
organisatie van de leeromgeving):
o Brede basiszorg (bestaat uit structurele en
preventieve maatregelen) school moet kwalitatief goed onderwijs bieden voor alle
leerlingen (bv. krachtige leeromgeving, aanwenden van aangepaste instructiewijzen,
differentiëren in functie van OB van leerlingen).
o Verhoogde zorg: gezocht naar specifieke oplossingen die gerealiseerd kunnen worden
binnen de reguliere werking van de school. Leraar doet hierbij beroep op het
multidisciplinair team om de SOB van de leerlingen te bepalen en zoeken hoe eraan
tegemoetgekomen kan worden (in samenspraak met leerling en ouders). De
interventies moeten concreet uitgewerkt worden, systematisch uitgevoerd en tijdig
geëvalueerd (bv. organiseren van bijlessen op school).
o Uitbreiding van zorg: waarbij het CLB betrokken wordt voor bijkomende inzichten in
de individuele onderwijsleersituatie. Vaak start ze een traject van handelingsgerichte
diagnostiek uitgevoerd in samenspraak met schoolteam, ouders en leerling. Men
brengt daarbij de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de leerling en de
ondersteuningsbehoeften van de leraar en ouders in kaart en formuleert adviezen



3


*

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SammyCools. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

51683 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€7,66
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté