Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Politieke Filosofie lessen, ppt's en de cursus €10,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Politieke Filosofie lessen, ppt's en de cursus

2 revues
 205 vues  13 fois vendu

Uitgebreide samenvatting voor het vak Politieke Filosofie op basis van notities uit de les en het handboek

Aperçu 9 sur 58  pages

  • Inconnu
  • 29 mai 2020
  • 58
  • 2019/2020
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (4)

2  revues

review-writer-avatar

Par: levon-14 • 4 année de cela

review-writer-avatar

Par: fuzzface • 4 année de cela

avatar-seller
kay99
Politieke filosofie
Inleiding

Wat is filosofie?

 Een reactie op het methologische, religieuze en magische denken in de 6 de EvC
 Kijkt naar meta vragen: hoe zou de wereld in elkaar moeten zitten, wat zouden wij
daarvoor moeten doen?
 Kijkt ook naar de normatieve vragen: is-ought gap: er is een verschil tussen positieve
verstellingen (wat is) en normatieve vaststellingen (hou zou het moeten zijn) en het is
niet altijd duidelijk hoe we van het descriptieve naar het prescriptieve moeten
Bv. je kan vaststellen dat zwart werk goed is voor de economie, betekent dit dan dat
je het moet gedogen? Het een volgt niet uit het andere
 Gaat op zoek naar redelijke rationele antwoorden los van een bepaalde achterban,
politieke partij of programma, ethiek of ideologie
 Het is een abstracte, conceptueel-theoretische verheldering en analyse die kijkt naar
wat (in de politieke filosofie) de overheid moet doen en wat het niet mag doen

Methode in de filosofie

1. Methode van reflective equilibrium
Morele principes moeten zoveel mogelijk in overstemming zijn met onze morele opvattingen
intuities, en omgekeerd. Men vertrekt vanuit intuities over wat (on)rechtvaardig is, hier
wordt op doorgedacht tot men tot principes en theorieën komt. Als deze botsten met de
morele intuities is de theorie niet oké. RE is een soort evenwicht van het buikgevoel rond
thema’s en de theorie ervan maar omgekeerd moeten we soms onze intuities bijschaven aan
de theorie

2. Gedachtenexperiment
Filosofen gaan weg van de concrete werkelijkheid en zetten een gedachte-experiment op
om bepaalde intuitie's te gaan bekijken en wat de gevolgen zouden zijn.
 Natuurtoestand: Locke, Hobbes, Rousseau
 Onbewoond eiland: Dworkin
 Originele positie: Rawls
 Wilt Chamberlain, eyebal lottery: Nozick

Waarom is er een staat en niet veeleer geen staat?

1. Natuurtoestand
Plato: mensen zijn niet zelfvoorzienend en afhankelijk van elkaar, op die manier ontstaan
een vorm van arbeidsverdeling
Aristoteles: in de natuurtoestand is er automatisch politiek want de mens is van nature een
politiek wezen

,Hobbes: de mens is een verlangend wezen en dit botst met de schaarste waarin we leven. Er
is maar een beperkte hoeveelheid middelen en daarom gaan we erom vechten, om dit te
overstijgen komt er politiek. Onrechtvaardigheid bestaat niet vooraleer er politieke
afspraken zijn. (On)rechtvaardigheid wordt gecreëerd door het sociaal contract. Het is
rationeel om voor een overheid te kiezen die mogelijk onze vrijheid beperkt maar in ruil
daarvoor krijgen we stabiliteit en zekerheid. Hobbes pleit voor een absolute macht die koste
wat kost de veiligheid moet verzekeren
Locke: mensen zijn dragers van rechten in de natuurtoestand. De mens is door god
geschapen als een wezen dat drager is van rechten. Het idee van mensenrechten wordt
gezien als een soort van prepolitiek entiteit die als bestaat voor de politiek en deze
prepolitieke entiteit moet gegarandeerd worden door de politiek. Het sociaalcontract van
Locke is voorwaardelijke, als de politiek macht gebruikt om fundamentele rechten van de
mensen te schenden dan mag je daartegen in opstand komen want het is het geen legitieme
overheid. De overheid dient alleen om de mensenrechten te beschermen.

2. Natuurrechtsdenken
Thomas van Aquino: stelt verschillende niveau van wetten op:
- Lex humana: wetten die mensen maken (man kan weten of deze rechtvaardig zijn dor
ze te toetsten aan de lex naturalis)
- Lex naturalis: natuurwetten die God in de natuur heeft vastgelegd. Deze kunnen door
de rede gekend zijn, de bijbel si niet langer nodig om goed en kwaad te
onderscheiden
- Lex divina: komt tot ons via de bijbel
 Er zijn 2 wegen naar 1 waarheid: via de rede of via de openbaring, deze zijn
complementair
Rousseau: mensen leven in de natuurtoestand in harmonie samen, de mens is van nature
goed maar wordt verdorven door het systeem. Hij gaat uit van een volonté générale: de
samenleving kan niet bestaan uit verschillende willetjes maar men moet komen tot een
algemene wil, waaraan de politiek uiting moet geven. De natuurlijke vrijheid wordt ingeruild
voor staatsburgerlijke vrijheid op basis van volkssoevereiniteit. Het sociaal contract ligt hier
tussen het volk.

Staat
Niet hetzelfde als de natie
De staat is een politiek macht die wetten maakt en afdwingt, hij heeft het geweldmonopolie
en beschermt burgers tegen illegitiem geweld en dwang.

De overheid moet verschillende dingen garanderen volgens verschillende filosofen:
- (Vrijheid)rechten beschermen (Locke, Mill, Dworkin, Nozick)
- welke rechte/welke vrijheid (Mill, Berlin, Petitt, Rawls, Nussbaum, Sen)
- Gelijkheid nastreven (Rousseau, Marx)
- As eaquals (Dworkin)
- Rechtvaardigheid nastreven
- garanderen dat de wetten worden nageleefd (Kant)
- publieke goederen garanderen: onderwijs, recht veiligheid (Rawls)
- herverdelen (Rawls, Sen)
- Welvaart, economische groei, mark efficiëntie (Friedman, Hayek, utilitarisme)

, - Gelukkig maken (Bentham, Mill, utilitarisme)
- Gemeenschappen, traditie, culturen, identiteit beschermen (Taylor, Miller,
communitarisme, nationalisme)
- Beslissingen nemen democratisch of autoritair

Waarom de wetten gehoorzamen?

- Wetten zorgen ervoor dat het samenleven makkelijker is
- Uit angst voor de gevolgen als ze het niet doen
- In religieuze zin is het overtreden van wetten zondig
- Sociale druk
- Eigen moraal
- Nood breekt wet

Impliciete instemming:
Er is geen schriftelijke bevestiging dat je instemt met een sociaal contract. Volgens kant zijn
rechtmatige wetten deze waarbij elke redelijke burger mee instemt. Politieke wetten zijn
rechtvaardig als iedereen er mee kan instemmen. Als je vaststelt dat wetten niet rechtmatig
zijn dan kan je hier over redeneren maar je zal ze toch moeten volgen, er is geen recht op
verzet. Het enige wat je kan doen is het intellectueel debat aan gaan er ervoor zorgen dat
politici op de hoogte zijn waarom jij vindt dat de wetten niet rechtmatige zijn om zo de
politici te overtuigen. In iedere gemeenschap moet er gehoorzaamheid zijn onder de
dwingende wetten van het mechanisme van de staatsinrichting. (Kant)

Wanneer de staat is opgericht, blijkt de instemming uit het feit dat men er verblijft. Het
gebied bewonen betekent zich onderwerpen aan de soevereiniteit (Rousseau)

Hypothetische instemming:
Sociale contract theorie stelt dat als we ons de natuurtoestand verbeeld is het perfect
logisch en rationeel dat mensen in de natuurtoestand zullen besluiten dat ze een politieke
overheid nodig hebben. Het is rationeel om met een contract in te stemmen en een deel van
de vrijheid op te geven in ruil voor een veilig leven want zonder overheid lopen we het risico
om in een permanente oorlogssituatie terecht te komen.

Rule of law in een liberale democratie

De legitimiteit van een wet heeft te maken met:
- Het respecteren van de grondrechten ( Locke)
- De volkssoevereiniteit (Rousseau)
- Procedure waarbij er voldoende transparantie en controle is (Montesquie)

Drie dimensies van legitimiteit:
1. Input legitimacy: burgers achten een politiek systeem legitiem wanneer ze zich
voldoende betrokken voelen, wanneer ze hebben kunnen deelnemen aan de
politieke besluitvorming bij de input: participatie en representatie

, 2. Throughput legitimacy: een politiek systeem is legitiem als het intern functioneren
beantwoord aan principes zoals efficiëntie, transparantie, openheid en
verantwoording
3. Output legitimacy: burgers achten een politiek systeem legitiem als het systeem
oplossingen genereert, wanneer het beleid aanvaard wordt.

Wie beslist?
- Filosofen want zij hebben inzicht in het goede en het juiste (Plato)
- Zij die participeren (Aristoteles)
- Goddelijke ingestelde macht
- Het volk (Rousseau)
- Representatieve democratie (Locke, Mill)
- Participatieve democratie (Habermas)
- Experts

,Kleine geschiedenis van de (in)tolerantie

Tolerantie, godsdienstvrijheid en de scheiding tussen K&S zijn laatkomers in onze
samenleving en zijn er niet gekomen op basis van morele waardes maar uit pragmatische
overwegingen

Tweezwaardenleer
= geef aan de keizer wat de keizer toekomt, en aan God wat God toekomt

- Twee machten in de wereld met eigen bevoegdheden
-> wereldlijke macht over de wereldlijke en politieke aangelegenheden
-> geestelijke macht waakt over het zielenheil van de mensen
! Wereldlijke macht is ondergeschikt aan de geestelijke omdat iedereen zich uiteindelijk
zal moeten verantwoorden aan God. De paus oefende ook de wereldlelijke macht uit
doordat hij directe macht had over christelijke landen.
 Doel is elkaar versterken, dit leidde tot heilige oorlogen, kruistochten en de inquisitie.
 Tweezwaardenleer heeft niets te maken met de scheiding van K&S zoals wij die
kennen. Het gaat hier over een principiële en hiërarchische bevoegdheidsverdeling
binnen een gezamenlijk project: het uitbouwen van de stad van God. De wereldlijke
leiders hebben een eigen bevoegdheid maar kunnen die pas op legitieme wijze
uitoefenen als ze door de Kerk bekrachtigd zijn en willen bijdragen aan het
uitbouwen van de societas christiana. De wereldlijke macht krijgt een plaats binnen
de Kerk, waar de paus het hoogste gezag voert.

Tolerantie in de middeleeuwen

- Geloofseenheid is ook een staatszaak
- Andersdenkende werden gedoogd. Het heeft niets te maken met respect voor
andermans vrijheid mensen met afwijkende opvattingen konden blijven bestaan
zonder dat ze bestaansrecht hadden.
Bv. Joden werden soms actief opgejaagd, soms werden ze getolereerd, soms zelfs
actief aangetrokken door de steden wegens hun financieel potentieel. Joden
mochten geen rente vragen waardoor ze een belangrijke economische betekenis
hadden, zeker ook omdat de wereldlijke macht ze extra kon belasten. Ze werden dus
gedoogd maar er was vaak ook een anti-joods sentiment.
- Onderscheid tussen onwetende andersgelovigen en ketters. Ketters kregen de
doodstraf, onwetendheid was noch zondig, noch strafbaar
- Gebruik van geweld als legitiem instrument voor bekering. Volgens de naastenliefde
van de bijbel mag het niet en velen zeggen dat men dan niet oprecht geloofd.
Augustinus stelde dat dwang in combinatie met onderrichten mensen kan doen
inzien dat ze verkeerd zijn en zo uit eigen overtuiging weer voor het juiste geloof
kiezen
- Tolerantie was de second best option. Het was een pragmatische afweging tussen de
maatschappelijke K&B van het tolereren van onwaarheid en kwaad enerzijds en de
K&B van het verbeiden anderzijds.

, Bv. prostitutie is een zonde en verderfelijk maar het verbieden is geen optie als men
de wereld wil sparen van overspel, verkrachting en andere verderfelijke gevolgen van
de lust.

Het einde van de reconquista

- Convivencia (Islamieten, Joden en Christen leefde samen) in Andalusie tussen de 11 DE
en de 13de E.
-> Joden en Christenen werden voornamelijk gedoogd en werden niet op de voet van
gelijkheid behandeld en moesten extra belastingen betalen.
- In de 13de eeuw start de reconquista (herovering door het christelijke koninkrijk op de
moren)
-> joden en moslims werden nu tweederangsburger. Velen lieten zich uit angst dopen
- De val van Granada in de 15de Eeuw zorgde voor het einde van de Reconquista
-> Ferdinand en Isabelle ondertekende het verdrijvingsedict: islam werd per decreet
verboden.
 De politiek macht streefde naar religieuze eenheid en werd hierin gesterkt door de
katholieke kerk die felle veroordelingen uitsprak over joden en moslims

Erasmiaanse tolerantie
- Renaissancehumanisme als eerste hoogtepunt van tolerantie
-> beperkt tot binnen christelijke aangelegenheid
Erasmus wil in de eerste plaats de eenheid binnen het christendom bewaren daarom
geeft hij kritiek op de Rooms-Katholieke Kerk maar tolereert ze wel.
-> onderscheid tussen de gemeenschappelijke essentiële geloofspunten en de niet-
essentiële geloofspunten (adiaphora)
- Het gebruik van dwang als middel om mensen te bekeren sluit de ware overtuiging
uit
-> Haereticis: wijst op de onzekerheid als het om religieuze aangelegenheden gaat,
maakt net als Erasmus een onderscheid tussen essentiële christelijke geloofspunten
en punten waarover een verschil van mening is toegelaten.
 Eerste aanzetten in de richting van een moderne opvatting van tolerantie maar er is
nog geen sprake van een pleidooi voor de individuele godsdienstvrijheid. De
tolerantie die hier bepleit wordt is selectief en voornamelijk religieus en pragmatisch
gemotiveerd.

Doorbraak van het protestantisme

- De reformatie: einde van de West-Europese godsdiensteenheid
- Religieuze tolerantie was het resultaat van een pragmatisch zoeken naar vrede en
maatschappelijke stabiliteit.

Vredes van Augusburg en Westfalen:
- Elke rijksvorst mocht beslissen weke godsdienst zijn machtsgebied werd opgelegd
- Enkel van toepassing op de rooms-katholieke godsdienst en het lutheranisme
- Binnen een politiek ruimte deelde men best dezelfde godsdienst

,  Extern pluralisme en intern slechts religieuze uniformiteit, mensen die iets anders
geloven moeten zich bekeren of tegen betaling migreren.
 Niet de morele maar de pragmatische redenen gaven de doorslag

Vrede van Westfalen
- Herbevestiging van Augusburg
- Nederland werd een uitzondering in verband met het niet bestaan van individuele
godsdienstvrijheid en de scheiding van K&S: ander gelovigen mocht hun geloof niet
uitoefenen in de publieke ruimte maar wel erediensten houden in gebouwen die aan
de buitenkans als dusdanig herkenbaar waren

Edict van Nantes
- Godsdienstvrede in Frankrijk
- Katholicisme bleef de staatsgodsdienst maar de protestanten hadden het recht om in
het openbaar kerkdiensten te houden en kregen toegang tot de meeste ambten en
speciale rechters om hun belangen te behartigen
 Katholieken steunde dit edict omdat de intolerantie strijd inspanningen vergde maar
niet succesvol bleek, daarom koos men voor tolerantie (pragmatisme)

De weg naar godsdienstvrijheid als individueel recht

- Succes van de reformatie betekende het einde van de West-Europese
godsdienstigheid
- Religieuze tolerantie om godsdienstoorlogen te laten stoppen
 Tolerantie als pragmatisch antwoord voor vrede en maatschappelijke stabiliteit
- In de aanloop naar de verlichting wordt het recht op godsdienstvrijheid losgekoppeld
van het grondgebied en de heersers ervan

Locke:
- Christelijke visie voor de taakverdeling tussen kerk en staat, deze bepaalt ook de
middelen die de godsdienst of politiek overheid tot haar beschikking heeft om haar
macht uit te oefenen
- Overheid kan een beroep doen op sancties en dwang (beschermen van
eigendomsrechten)
- Kerken kunnen alleen aansporen, vermanen en raad geven, wanneer dit niet helpt
kan men de persoon afsnijden van de gemeenschap
- Kerken mogen geen geweld gebruiken want dwang leidt niet tot het authentieke
geloof
- Vanuit levensbeschouwelijk perspectief is het ineffectief maar mogelijk zijn er wel
andere reden om intolerant te zijn.
- Geen tolerantie voor katholieken en atheïsten
-> atheïsten hebben onvoldoende reden om moreel deugdzaam te zijn omdat ze zich
niet moeten verantwoorden aan god
-> katholieken moeten trouw zijn aan de paus en kunnen dus niet volledig loyaal zijn
aan het land waarin in ze leven

,Spinoza:
- Pleitte als een van de eerste voor individuele godsdienstvrijheid
- Pleitte voor de libertas philosophandi: de vrijheid van denken en van meningsuiting
op alle vlakken
- Tolerantie en vrijheid zijn noodzakelijk om de staatsvrede en de moraal te behouden
- Het doel van de politiek is in werkelijkheid vrijheid
- Mensen in een bepaalde richting dwingend laten denken veroorzaakt
maatschappelijk onvrede wat het staatsgezag in gevaar brengt

Bayle:
- Tegen dwang als legitiem middel om mensen tot het juiste geloof te brengen
- Pleit voor gewetensvrijheid omdat mensen op religieus vlak de eindigheid van de
menselijke rede moeten erkennen
- Opvoeding is belangrijk
- Politiek van verdraagzaamheid die aanhangers van alle levensbeschouwingen
dezelfde vrijheidsrechten geeft
- Komt tot een brede liberale opvatting van tolerantie waarin hij zegt dat elke mensen
eigen mogelijkheden heeft om de religieuze waarheid op te sporen en dat deze
zoektocht gerespecteerd moet worden.

, Mill: over de vrijheid


John stuart Mill

- Utilitarist en (sociaal) liberaal
- Pleit voor representatieve democratie en de gelijke rechten van vrouwen
- Systeem van herverdeling en wijst op het belang van de overheidsinterventie om de
vrijheid van mensen mogelijk te maken.
- Schrijft On liberty in de periode waarin liberale constituties zich door zetten, de
slavernij wordt afgeschaft, vrijheidsdenken op komt en er een scheiding komt tussen
K&S
- Onderscheidt zich op drie manieren van zijn voorgangers
1. Beperkt de problematiek niet meer tot het omgaan met religieuze diversiteit, het
gaat over alle domeinen waarin mensen moeten omgaan met medeburgers die er
andere opvattingen en levensstijlen op nahouden
2. Seculiere argumenten om vrijheid en diversiteit te beschermen
3. Morele argumentatie die de ruimte waarbinnen de vrijheid zich kan manifesteren
als de grenzen ervan vastlegt

Tirannie van de meerderheid
= de druk van de publieke opinie die zich ook in de democratische regimes voor doet.
 Er is een grens aan de rechtmatige bemoeienis van de publieke opinie op de
onafhankelijkheid van het individu
 Vorm van vrijheidsbeperking die diep doordrinkt en de ziel tot slaag maakt, maar ze
is moeilijk te traceren waardoor er soms geen ruimte is om eraan te ontkomen.

Het vrijheids/schadeprincipe
= principe dat bepaalt wanneer de mens het recht heeft om in te griepen in de vrijheid van
anderen

- Het individu mag niet in zijn vrijheid worden beperkt, ook niet door een autoriteit die
het beter weet en het goed voor heeft -> tegen goed bedoeld paternalisme (alleen bij
minderjarigen en achtergebleven samenlevingsvormen)
- Dwang is enkel gerechtvaardigd wanneer men mensen wil weerhouden andere
schade toe te brengen
bv. dronkenschap moet toegelaten zijn, overheidsoptreden is pas legitiem wanneer
de dronken persoon een gevaar is voor anderen
- Overheid moet ingrijpen in geval van schade, dit kan ook preventief zijn
- Geen apathische samenleving met onverschilligheid en egoïsme wel meer
onbaatzuchtige inspanningen om het welzijn van anderen te bevorderen.
- Verplicht onderwijs (dwang kan hier wel want het gaat over minderjarigen)
-> geen staatsonderwijs want dit is een middel om alle mensen gelijk te laten denken

Nuancering en toepassing

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kay99. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

50843 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,99  13x  vendu
  • (2)
Ajouter au panier
Ajouté