TAXONOMIE ENTEROBACTERIACEAE
- Familie enterobacteriaceae
o 60 genera, 25-tal klinisch belangrijke species
o Facultatieve gram-negatieve staven
o Omgevingssaprofyten en commensalen darmslijmvlies mens + dier
o Obligaat en opportunistische pathogenen
o Oorzaak nosocomiale infecties
o Oorzaken intestinale infecties, urinaire infecties, sepsis, pneumonie
ESCHERICHIA COLI
VIRULENTIEFACTOREN
- Genetische plasticiteit (genetic engineering)
o Serotypering obv verschillende K (capsulair), H (flagellair) en O (somatisch)
antigenen
▪ Serotypering virulente stammen: O157;H7
o Toxines
▪ Enterotoxines, shiga-like toxine, attaching and effacing protein,
hemolysines
- Adhesie op pili
o Adhesine bepaald weefselspecificiteit
▪ Enteropathogeen (ETEC, EPEC, EIEC, EHEC, EAEC)
▪ Uropathogeen
▪ Sepsis: urosepsis
▪ Meningitis: kapseltype K1
ETEC: enterotoxigene E. coli
- Waterige diarree (reizigersdiarree), braken, krampen, weinig koorts
- Enterotoxines stimuleren vochtsecretie
o LT (cholera-like): stimuleert adenylcyclase
o ST: activatie guanylcyclase
- Geen beschadiging enterocyt
EPEC: enteropathogene E. coli
- Cytopathogeen effect door attaching en effacing protein
- Ernstige diarree bij zuigelingen in ziekenhuis en chrèches
EIEC: enteroinvasieve E. coli
- Lijken sterk op Shigella (Shiga-like toxine)
- Invasie en destructie colonepitheel
- Waterige stoelgang tot dysenterie met koorts, krampen, bloed + WBC in stoelgang
EHEC: enterohemorragische E. coli
- Milde diarree tot hemorrhagische colitis
o Ernstige abdominale pijn, bloederige diarree
- Hemolytisch uremisch syndroom
o Actuut nierfalen, thrombocytopenie, hemolytische anemie
o Kinderen < 10 jaar
, - Hecthing via AEP en productie Shiga-like toxine
o Vooral serotype O157;H7
o Besmetting door onverhit rundsvlees
EAEC: entero-aggregerende E. coli
- Heterogene groep stammen + produceren verschillende toxines
- Specifiek patroon aanhechting (baksteen patroon – biofilm)
- Acute & chronische diarree in ontwikkelingslanden + aids patiënten
ZIEKTEBEELDEN
- Voornaamste oorzaak urineweginfecties
o P-fimbriae voorname rol in adherentie urineweg epitheel
o Hemolysines veroorzaken inflammatoir effect
o Besmetting vanuit anale streek + opstijgende infectie
- Sepsis
o Vanuit urinaire infecties, GI-infecties
- Neonatale infecties (meningitis)
o Met kapseltype K1
- Meeste infecties endogeen
DIAGNOSTIEK
- Cultuur van relevant staal
- Regel van Kass bij urineweginfecties
o Genitaal toilet
o Middenportie urine
o > 105 CFU/ml of > 104/3 CFU/ml uropathogenen
- Typering van stam soms nuttig
SALMONELLA ENTERICA
TAXONOMIE
- 2 species (S. enterica, bongori) met subspecies en serotypes
o Meeste infecties door subspecies S. enterica
▪ Strikt menspathogenen: S. typhi, S. paratyphi
• Invasieve infecties
▪ Strikt dierpathogenen: S. cholerasuis, S. dublin
• Infecties dieren
▪ Zonder duidelijke gastheer specificiteit: S. enteritidis, S. typhimurium
• GI-infecties
VIRULENTIEFACTOREN & PATHOGENESE S. ENTERITIDIS, S. TYPHIMURIUM
- Passage maag via zuur-tolerantie gen
- Adherentie & vermenigvuldiging in intestinaal lumen
- Inductie vochtsecretie
o Geïnduceerd endocytose via actine herschikking door inv genen
o Ontstekingsmediatoren: stijging intracellulaire cAMP
▪ Vochtsecretie