Samenvatting wondzorg
Herhaling 1V
• Wondfysiologie – de verschillende fasen
Ontstekingsfase(0-6dagen) Granulatie fase 3-24 dagen
Fase met acute ontstekingsreatie vorming van nieuw bindweefsel en nieuwe
Opruiming dood weefsel bloedvaten
Productie van collageen en elastine door
Vasodilatatie met bloeding fibroblasten vormen een nieuw netwerk
waar fibroblasten macrofagen en
endotheelcellen zich kunnen bewegen en
Capillaire druk daalt nieuw wondbed kunnen vormen
Vocht in omgevende weefsel= Vorming van nieuwe capillairen die
oedeemworming indringen in het zich nieuw vormend
Migratie RBL & BP vanuit bloedbaan naar collageennetwerk = neovascularisatie
wondgebied Dit geeft een rood korrelig aspect =
(rode bloedplaatjes, bloedplaatjes) granulatieweefsel
* collageen= eiwit extantie
Vasoconstrictie: bloedverlies beperken
Coagulatie: bloedplaatjes stoppen bloedverlies Geslote wonden
Productie van fibrinogeen - zwelling,roodheid,warmte,pijn
Afscheiding chemotactische stoffen door (tumor;rubor,dolor,calor)
bloedplaatjes
Opruimfase Openwonde
o Dood weefsel + vreemde partikels en - wondvocht en bloed
- stolsel
bacteriën, via fagocytose en digestie
-pijn
door macrofagen en andere
leukocyten,…
o Debris(=vuil) resorberen via lymfe of
als pus uit de wond gestoten
Muturatifase tot 6 maanden littekenvorming
Bindweefselreorganisatie Diepere weefsellagen worden vervangen door
Collageenvezels sterker weefsel versterkt bindweefsel of littekenweefsel
Wondcontractie 1. Eerste weken zacht en zwak
Fibroblasten vormen om tot myofibroblasten zorgen 2. Na 1 maand: hard, rood, dik en sterk
voor wondranden die samen trekken 3. Later: zacht, wit en soepel
Epithelialisatie Dit procces kan maanden tot zelfs jaren duren
Vorming nieuwe epitheelcellen migreren over afhankelijk van de wonden
wondoppervlak maken wonde dicht stoornissen in litekenvorming=
Bescherming tegen vochtverlies of indringen van MO hypertrofisch litteken: bindweefsel groei blijft
(contaminatie) doorgaan
contractuur= samentrekken litteken weefsel
, Wondclassificatie
Indeling van wonde = wondclassificatie
Gebasseerd op de volgende items:
• de continuïteit van de huid;
• de oorzaak van het ontstaan van de wonde;
• het type wonde;
• de aan- of afwezigheid van pathogene micro-organisme in de wonde;
• het uitzicht van de wonde;
• het verloop van de wondheling.
Er is meer aan een patiënt dan een wonde
• Voedingstoestand
• Voorgeschiedenis
• Psychosociaal
• Medicatie en therapie
• Leeftijd
• leefstijl
Wanneer we ontsmetten(nog aanvullen)
Wanneer?
Vanaf punt van kritische kolonisatie , als een wonde begint te stagneren of als er tekenen van infectie zijn
openwonde: product op basis van water
Gesloten wonde: product op basis van alcohol/water
Wat een biofilm is
Biofilm is een slijmerige laag van bacteriën en schimmels die zich stevig vasthechten aan het wondbed
is minder gevoelig voor antibiotica en antiseptica.
De biofilm tracht zich ook steeds te herstellen waardoor het correct toepassen van wondzorg
noodzakelijk is.
Dit laagje vertraagt de wondgenezing en verhoogt het risico op herhaaldelijke wondinfecties.
Een wonde moet je observeren
T = Tissue (weefsel) I = Infection M = Moisture E = Edge (wondrand
(infectie) (vocht)
Welke soort weefsel nemen Hier wordt er De mate van Hier kijkt men de kwaliteit
, we waar? Necrose, fibrine, nagegaan of het vochtigheid (nat, van de wondranden na.
vetweefsel, bot, epidermis, gaat om vochtig en droog), Zijn deze wel of niet intact,
spierweefsel, bindweefsel…? contaminatie, maar ook de en hoe ziet de
Is het weefsel vitaal of niet? kolonisatie, kritische aanwezigheid van wondomgeving eruit?
Bevat de wonde kolonisatie of oedeem. (maceratie = verweking,
levensvatbaar of necrotisch infectie. Produceert de droog of excematisch?)
weefsel, en dit over de gehele wonde te veel Zijn de wondranden
wonde of gedeeltelijk. exsudaat of is de teruggetrokken of
Debrideer waar nodig. wonde te droog? ondermijnd?
De vochtbalans kan
hersteld worden
door het gebruik
van gepaste
verbanden.
Wondzorg is een B1 – en C handeling
Debriment ( P 39-45)
= Verwijderen van dood of gecontamineerd weefsel
Mechanisch debridement
Handmatig met curette of met een monofilament fiberpad extra proper maken
Autolytisch debridement
beschrijft het natuurlijke proces waarbij leukocyten en macrofagen necrose en fibrine uit een wond
verwijderen. Dit proces wordt ondersteund door de aanwezigheid van een vochtig wondmilieu.
Werkingsmechanisme
Een autolytisch debridement wordt verkregen door vocht af te geven aan droge wonden en door overtollig
vocht op te nemen uit natte wonden.
proteolytische enzymen een optimale werking in een vochtig milieu.
De meeste van deze enzymen worden geproduceerd door leukocyten. Deze enzymen zorgen voor
een afbraak van avitaal(dood) weefsel waarna dit ‘verteerd’ wordt door macrofagen. Dit proces
begint ongeveer 3-4 dagen nadat de wond is ontstaan.
de aanwezigheid van voldoende vocht in het wondbed het necrose- en fibrineweefsel laten opzwellen door
de absorptie van water. Hierdoor zal het avitale weefsel gemakkelijker loskomen van het wondbed.
De volgende productgroepen bevorderen de aanwezigheid van een vochtig wondmilieu:
hydrogels: geven vocht af in een droog wondmilieu;
hydrocolloïden: worden gelvormig in contact met wondvocht;