SOCIALE PSYCHOLOGIE
2020 – 2021
1
,INLEIDING VAN DIT OPLEIDINGSONDERDEEL
HOOFDSTUKKEN DIE BEHANDELD ZULLEN WORDEN
Hoofdstuk 1: kennismaking met de sociale psychologie
De kracht van invloed van andere mensen worden hier heel hard in aangetoond. Dit wordt ook nog
uitgebreid besproken in dit hoofdstuk.
Man onzichtbaar maken
In het filmpje zie je een man die samen met een team acteurs een onbekende man wil doen
overtuigen dat hij onzichtbaar is. Zonder dat de man het doorheeft, helpen de omstanders hem te
doen geloven.
Hoofdstuk 2: groepsnormen
Hoe komt het dat iemand zo ver kan gaan onder druk van een groep da je je eigen leven
opgeeft. De druk van een groep (conformeren aan groepsnorm) kan zo groot zijn. Er kan ook veel
gehoorzaamheid zijn waardoor je ook bepaald gedrag stelt. Dit gaan we heel uitgebreid bespreken.
Voorbeeld: Sanda Dia
Jongen die gestorven is op een studentendoop in Leuven, waarbij de schachtentemmers onmenselijk
zijn geweest, hem slecht hebben behandeld en tot het uiterste hebben gedreven.
Hoofdstuk 3: pro sociaal gedrag (!)
Je wil goed doen voor anderen. Maar toch zijn er sommige momenten waar we geen hulp
aanbieden. We gaan kijken naar de factoren die gaan bepalen of we andere mensen gaan helpen of
niet. We helpen heel vaak, maar ook heel vaak niet.
Voorbeeldfilmpje: De Chinese peuter die overreden is
Het kind is overreden in de Chinese straten, en bijstanders zien dit gebeuren maar niemand van hun
biedt hulp aan. De laatste vrouw op het filmpje was de moeder van het kind. Het kindje is uiteindelijk
gestorven
Hoofdstuk 4: interpersoonlijke processen (tussen personen onderling)
Gaan we anders functioneren wanneer er andere personen bij ons zijn? Of spannen we ons meer of
net minder in wanneer we ons in een groep bevinden.
Hoofdstuk 5: sociale waarneming (individueel)
Hoe gebruiken we onze eigen ervaringen om indrukken te vormen over anderen. Hoe zit deze sociale
perceptie in elkaar. We zien wat we willen zien. Wanneer we indrukken opdoen van mensen kijken
we ook naar wat we willen zien. We zien meer met onze hersenen dan met onze ogen.
Voorbeeldfilmpje: basketballen met het witten en het zwarte team
Hierop moest je tellen hoeveel keer het witte team met een basketbal kon passen. Je moest deze
tellen, maar nadien halen ze aan of je ook de beer die langskwam ook hebt gezien. En je ziet dit
eigenlijk niet doordat je gefocust bent op het tellen.
2
,Hoofdstuk 6: groepsperceptie (wij en zij)
Dit hangt samen met hoofdstuk 5. Waarbij men gaat kijken naar groepen, en hoe groepsprocessen
plaatsvinden. Wij en zij groepen. Hierbij gaan we kijken naar stereotypen, vooroordelen en
discriminatie.
Voorbeeldfilmpje: Marokkaanse man en man in pak
Een man in pak met een koffer loopt op straat. Een vrouw is aan het wandelen met haard kindje, en
een man (Marokkaans) met een grote zak loopt evenwijdig naast haar. Ze hebben oogcontact. De
vrouw ziet nadien drie politieagenten haar kant uitlopen. Ze lopen langs de Marokkaanse man en
pakken de man in pak op.
Hoofdstuk 7: attitudes
Is onze houding positief, negatief of neutraal en hoe kan je deze beïnvloeden. Stemt hierbij het
gedrag altijd mooi overeen met mijn attitude?
3
,HOOFDSTUK 1: KENNISMAKING MET SOCIALE PSYCHOLOGIE
INLEIDING
We zijn obsessief sociaal. Hiermee bedoelen we dat we andere nodig hebben en de aanwezigheid
van andere mensen zoeken. We leven met anderen samen. We merken vooral als we niet in sociaal
contact netwerk zitten, dat wij als mens een netwerk nodig hebben.
1. Sociale deprivatie
Sociale deprivatie = Je krijgt de prikkels die te maken hebben met andere mensen of met
de maatschappij niet meer. Je tekort aan sociale contacten heeft
schadelijke effecten.
Voorbeeld: Roemeense weeskinderen
Een deel van de kinderen ging men in een gezin plaatsen, en de andere helft lieten we in het
weeshuis. Hier zien we sterk dat de kinderen in het weeshuis nood hebben aan dit menselijk
contact.
Voorbeeld: Corona
Tijdens deze corona crisis is er ook een beperking aan het sociaal contact en heel veel mensen
ervaren dit als iets negatiefs. Ze hebben nood aan dat menselijk contact.
2. Sociale paradox
Hieraan is er iets contradictorisch. Het is enerzijds duidelijk dat we menselijk contact nodig
hebben maar toch hebben heel veel mensen het moeilijk met onbekenden aan te spreken om
contact te vormen. Wat leidt tot een sociaal paradox
Sociaal paradox = Mensen zijn kuddedieren en willen dus een deel uitmaken van een
groep. Maar mensen vinden het ook heel moeilijk om zomaar met
iemand in contact te komen.
3. Invloed
Mensen hebben elkaar sterk nodig. Het is een kleine stap naar mensen beïnvloeden. Dit is de
kern van sociale psychologie. Dit in ons gedrag, gevoelens en gedachten. Iedereen is ooit al eens
beïnvloed.
Invloed = Ons gedrag, gedachten en gevoelens kunnen beïnvloed worden door de
andere omgeving. Je stelt ander gedrag dan je normaal zou doen, door
anderen.
Voorbeeld: Sanda Dia
De drie schachten die over hun eigen grensgaan door de invloed van de schachtentemmers van
de studentenvereniging. Dit is een extreme vorm van invloed.
Voorbeeld: Hamsteren
Een persoon begon te hamsteren tijdens de corona periode. Heel veel andere mensen gingen dit
ook doen doordat het een invloed heeft op hen.
4
,STUDEOBJECT VAN DE SOCIALE PSYCHOLOGIE
1. Gebiedsomschrijving
Sociale psychologie = De wetenschappelijke studie van de manier waarop gedachten,
gevoelens en handelingen van mensen beïnvloed worden door de
feitelijke, voorgestelde of geïmpliceerde aanwezigheid van andere
mensen.
1) “Wetenschappelijke studie”
Mensen hebben allen gezond verstand. Hieruit trek je besluiten maar dit kan niet altijd
waar zijn, want dit is geen wetenschap. Dit is subjectief. We moeten het wetenschappelijk
benaderen, objectief benaderen. Typisch aan een wetenschappelijke aanpak is het
doorlopen van de empirische cyclus. Dit kan een aanleiding zijn om een of enkele mogelijke
verklaringen of hypothesen te formuleren. Deze worden nadien ook herhaaldelijk getoetst
vooraleer ze het statuut krijgen van wetenschappelijke verklaring.
Twee variabelen zijn hierbij erg van belang.
1) Onafhankelijke variabele = Diegene waarvan verwacht wordt dat hij invloed
heeft op de afhankelijke variabele
2) Afhankelijke variabele = Diegene die afhankelijk is van de onafhankelijke
variabele, het gedrag dat gemeten wordt.
2) “Gedachten, gevoelens en handelingen van mensen”
Sociale psychologie houdt zich bezig met het zichtbare gedrag, denken en voelen. Dit
noemen we ook het ABC-model:
- A= Affectieve component (gevoelens)
- B= Behaviour (gedrag)
- C= Cognitieve aspecten (waarneming, geheugen en denken)
3) “Feitelijke, voorgestelde of geïmpliceerde aanwezigheid”
Feitelijk/ fysiek aanwezigheid = Er is een rechtstreekse invloed
Voorgestelde aanwezigheid = De keuze die je maakt wordt bepaald door
hoe je denkt dat andere zullen reageren op je
keuze
Impliciete of verborgen aanwezigheid = Hierbij wordt je keuze beïnvloed door
creaties van ontwerpers (pijlen op grond in
Ikea, reclame, vertragen bij
verkeersdrempel…)
We worden niet vooral beïnvloed door wat anderen werkelijk denken. We worden vooral
beïnvloed door wat wij denken dat andere denken.
Enkele aanvullingen
Toch is de definitie van Allport niet volledig. Het gaat niet enkel om de manier waarop mensen
beïnvloed worden door anderen maar ook hoe ze zelf actief inspelen op die anderen. Deze
beïnvloeding is dan ook niet altijd bewust of intentioneel. Het is een heel breed terrein, want
alles is sociale psychologie.
5
,2. De eigen invalshoek van de sociale psychologie
Het bevindt zich tussen sociologie en psychologie. Nu blijkt ook dat sociologen en psychologen
vaak werken rond eenzelfde soort vraagstelling. Toch heeft de sociale psychologie in de loop der
jaren een eigen plaats weten te verwerken, binnen de psychologie als de sociologie.
1) Onderscheid met de sociologie
Ze gaan meer kijken naar de kenmerken of groepskenmerken. Sociale psychologie gaat zich
meer focussen op het gedrag van individuen en de onmiddellijke omgeving (situatie of
context)
2) Eigen plaats binnen de psychologie
Iedere specialisatie heeft haar eigen interesse en benaderingswijze:
Persoonlijkheidspsychologen = Houden zich bezig met de innerlijke factoren die aan de
basis liggen van het gedrag (disposities). Hij gaat gedrag
verklaren door te kijken naar de persoonlijkheid van
iemand.
Sociaalpsychologen = Houden zich bezig met de externe factoren die inwerken
op het individu (situationisme). Niet enkel wie iemand is,
maar ook de situatie speelt een rol.
3) Interactionisme
Een multidisciplinaire aanpak is daarom cruciaal doordat onderzoek de dag van vandaag niet
meer door individuele wetenschappers gebeurd die vanuit hun eigen discipline benaderen.
Er komen meer en meer verschillende disciplines bij elkaar.
6
, ENKELE BELANGRIJKE EVOLUTIES
1. Kenmerken van bij het ontstaan
Onderzoek in de sociale psychologie maakt gebruik van experimenten. Dit is de beste
toegangsweg om op een eenduidige manier aan te tonen welke factoren een invloed hebben op
de fenomenen die onderzoekers in kaart willen brengen. Experimenten geven bovendien ook
meer zekerheid om de te bestuderen verschijnselen zelf uit te lokken dan om dingen op hun
beloop te laten.
1) Sterke experimentele traditie
1892 – 1887 Voorloper van sociaalpsychologisch experiment
De Franse landbouwingenieur Max Ringelmann deed een experiment
met kinderen. Hierbij vroeg hij kinderen om individueel of per twee
zo goed mogelijk te presteren bij het uitvoeren van eenvoudige
motorische taken. Hij concludeerde dat de kinderen die de taak
alleen moesten uitvoeren beter presteerde dan die kinderen die
samenwerkten.
1898 Eerst gepubliceerde sociaalpsychologisch experiment
Dit experiment was van de Amerikaanse psycholoog Norman Triplett.
Hierbij deed hij een gelijkaardige proef als Max Ringelmann. Wel
bleken zijn resultaten het tegenovergestelde. Hij concludeerde dat de
kinderen die in de sociale conditie waren beter presteerde dan de
kinderen die de taak alleen moesten uitvoeren.
1908 Verschijning van de eerste boeken over de sociale psychologie.
Deze werd geschreven door psycholoog William McDougall en
socioloog Edward Ross.
1913 Publicatie resultaten van experiment tussen 1882 en 1887
De resultaten van het experiment van Max Ringelmann werden pas
in 1913 gepubliceerd, dit dus na de resultaten van de Amerikaanse
psycholoog Norman Triplett
2) Theorie en praktijk
1939 – 1945 Tweede Wereldoorlog
De tweede wereldoorlog zorgde voor een stroomversnelling in de
ontwikkeling van de sociale psychologie maar ook voor praktische
problemen. De aandacht ging vooral naar de praktische
bruikbaarheid van de onderzoeksresultaten.
1950 Explosie van sociaalpsychologische theorieën
Er kwam na de oorlog meer tijd om zich te bezinnen over wat
onderzoekers gevonden hadden en om uit te zoeken hoe deze
verklaard en gekaderd konden worden. De tal van theorieën gaf
aanleiding voor nieuw onderzoek om de houdbaarheid te toetsen.
De meeste basisinzichten blijven ook nu nog overeind als vaste waarden. Die verwevenheid
tussen de theorie en de praktijk is een belangrijke eigenschap van het sociaalpsychologisch
onderzoek
7