Inleiding tot de medische Filosofie
1.Hoe is filosofie?
Inleiding
- Filosofie= filein (begeren) en sofia (wijsheid)
- Zijn= totaliteit van wat is en wat de wereld mogelijk maakt <-> zijnde= datgene wat zich erbinnen bevind
(boom,stoel,…)
1.1 Toogfilosofie en andere misverstanden
Zie vooral vb boek
- Filosofie is geen zoekmachine of mirakel
Feit en opinie
- Subjectivistisch= volstrekt niet onderbouwde en persoonlijk mening
- Subjectief= vanuit menselijk perspectief tot stand gekomen
- Objectief
1.2 componenten van filosoferen
- Verwondering is startpunt van filosoferen (noodzakelijk), maar geen voldoende voorwaarde om te
filosoferen. Wijze waarop verwonderd wordt, dat is hoe filosofie is.
Aporetisch
- Weten hoe de wereld in elkaar zit, verklaring hebben -> geruststelling, vertrouwen in wereld “Alles heeft
een zin”
- Aporie -> aporos : gebrek aan toegang, radeloosheid van het denken, we geraken niet verder -> filosofen
zoeken dan verder in andere richtingen = FILOSOFEREN ! Vaak nooit tot definitieve oplossing
- Fundamentele vraagstukken die voorheen probleemloos leken / kwesties waar niemand een antwoord op
kon bedenken.
Fundamenteel denken
- Filosoferen = probleem uit context oplichten
Kwestie van tot het einde doordenken, relativeren
Methodische twijfel
- Aristoteles : de mens (een redelijk wezen) blijft zich de vraag stellen , ookal geen antwoord, naar zichzelf,
omgeving,…
- Réne Descartes: twijfel als methodische filosofie aan alle waarheden (Je pense, donc je suis) , eerst hard
twijfelen en controleren
- Socrates: ook twijfel, hoe meer je problemen bestudeerde, aan twijfelde, over nadacht, hoe meer je de
complexiteit ervan ontdekte
- ‘Relatieve waarheid’ : iedereen heef zijn eigen waarheid, vanuit zijn gevoel gevoel <-> waarheid, waarheid
- Ervaring: opinies door ervaring krijgen statuut van feiten. Waarheid werd vaak achtergelaten
- Zoektocht naar eigen waarheid -> twijfelen aan eigen standpunt!
Systematisch en logisch redeneren
- Logisch, systematisch en streng argumentatief redeneren
- Inzicht is noodzakelijk
- Zelfkritiek
- Logische redenering is geen voldoende, wel noodzakelijk
- Probleem complex -> veel verklaringen nodig vanuit verschillende perspectieven
Geen pasklaar en helder antwoord, maar dat moet wel steeds het doel blijven
2. De Grieken, of wie anders?
Inleiding
- Filosofie historisch gezien in Griekenland ontstaan als praktijk
- Tot bloei in polis
- Begeren van de wijsheid en verlangen naar de waarheid
2.1 De griekse polis en het medisch-filosofische denken
2.1.1 De maatschappelijke ontstaanscontext van de wijsbegeerte
,- °polis -> °filosofische logos -> ° politiek debat, discussie -> ° democratie ‘als idee’
- Polis = grote stad
- Logos= op een rationele manier denken, beargumenteren v/e standpunt
- Agora = plaats van bijeenkomst (discussie en debat over samenleving, politiek-> oordeel)
- Logos kon zich maar realiseren door het politiek gebeuren
- Democratie (volk=demos, kratein = zichzelf) volk regeert over zichzelf
2.1.2 De Atheense democratie
- Demos was niet iedereen (geen barbaroi, werklieden, vrouwen, armen en slaven) (enkel aristocratie)
- Slaaf = bezit, vrouw subject
2.2 Logos en de kunde van het genezen
- Filosofie en medische theorieën zijn familie van elkaar
- Worden allebei beschouwd als pharmakon (= geneesmiddel, vergif )voor de ziel
- Arts gefocust op evenwicht in stand houden van humores
- Publieke aangelegenheid
- Hippocratische kunde: genezen van het individu -> zorgende instantie
2.2.1 De natuurfilosofen
- geneeskunde = iatrikè (wetenschap) en technè (kunde)
- ontstaan hiervan begint met rationele zoektocht naar inzicht van ≠ verschijnselen
Vroeger Later
Ziekte = wrok van goden of natuurlijke oorzaken Rationele logica door opkomst natuurfilosofen
Genezer= mannen met magische krachten Wkhd: kosmos/ orde, waarmee men met logos
dingen verklaart
- filosofen gaan op zoek naar nomoi (wetmatigheden) in de kosmos -> lichaam, ook ° van phusus (natuur) ->
zelfde wetmatigheden
- Herakleitos: alles ontstaat uit vuur
- Empedocles, werkte elementenleer uit : niet 1 substantie, maar 4 oerelementen (basis humoresleer)
- Net zoals liefde en haat (strijd), verbindingen komen tot stand en vallen uiteen
2.2.2 Hippocrates van Kos en de humorale leer
- H. onderwees geneeskunde
- Corpus hipocraticum
Heterogene verzameling van geschriften
Verzamelden medische kennis systematisch, empirisch werken
Evenwicht lichaamssappen is noodzakelijk voor goede gezondheid
Afrekening met natuurfilosofen (moesten er niet echt iets van weten)
Hielden zich bezig met natuurlijke constitutie: ziekte ≠ heilig -> humorale leer (poging om enkel
natuurlijke oorzaken van ziekte te verklaren)
Alles in de phusis (natuur) in bepaalde ordening geplaatst
Ziektebeeld volgens seizoenen
Fysiologish pluralisme: mens ° uit meerdere substanties -> meerdere ziekten -> meerdere remedie nodig
Humorale leer
Volgens polybios
4 lichaamssappen: bloed, gele gal, zwarte gal en slijm
, Sappen corresponderen met elementen en bepalen temperament
Ziek = sappen in onevenwicht (opl: aderlatingen, …)
- Prognosis en geen diagnosis, voorspellen ziekte verloop, patiënt overtuigen van zijn voorspelling
2.3 Socrates, Plato en Aristoteles
Socrates
- Oervader filosofie (weten niet zoveel over hem, onrechtstreeks door Plato)
- Lastige vragen steller
- Symbool twijfel en an-archè (zonder oorsprong)
Plato
De vormenwereld
- De mens, De boom, De stoel -> geen universele verschijningsvorm, algemeen begrip (ousia) nergens waar te
nemen.
- Alle begrippen hebben algemene vorm (eidos) in Vormenwereld
- Vorm is onveranderlijk en eeuwig
- Wat wij zien op aarde: slecht een afschaduwing van Vormenwereld, onvolmaakte kopie
- Allegorie van de Grot: uitleg over bereiken volmaakte kennis, ketenen afdoen door verstand om echte
vormenwereld te zien.
Antropologie
- lichaam is sterfelijk en veranderlijk
- Ziel is eeuwig
- Lichaam= gevangenis ziel
- Wedergeboorte= idee van Plato
- Nature (Plato) vs nurture
De staat
- Filosofen staan dichtst bij waarheid, meeste inzicht -> staat regeren
- O.b.v waarheid en inzicht in vormen
- Steeds in belang van de staat
- Plato: mensen die het meeste weten, kennis hebben, moeten regeren.
Een hoofd met een dun been, Plato over gezondheid
- Geneeskunde = stuurmanskunst
- Geneeskunde= echte wetenschap (epistème), redeneert vanuit logos en is gericht op het Goede
- Schepper of demiurg, ligt aan basis van alles van de wereld
- Alles heeft dus een doel
- Juiste ordening en evenwicht van 4 elementen belangrijk -> wanorde = ziekte
- Minder vlees op hoofd: kort maar goed leven !
Aristoteles
Aristotels metafysica
- Zeer systematische manier , door waarnemingen en verzamelen empirisch materiaal.
- Metafysica= eerste filosofie, bestudeert de werkelijkheid als totaliteit
- Kosmos-> polis -> mens (toppunt natuur, beschikt over logos)
Kunèsis (beweging)
- Materie- vorm en act-potentie
- Alles heeft een (ander) einddoel
- Bewegingsproces, iets heeft potentie om zijn doel te bereiken, maar moet nog tot wkhd gebracht worden ->
actualiseren van potentie.
Onbewogen beweger
- Eerste oorzaak + sluitstuk kosmos = onbewogen beweger
- Beweegt zelf niet, maar zet alles op gang, fysieke oorzaak