• Situering
o Gespecialiseerde cursus hoe non-profitorganisaties BOEKHOUDING voeren (= Registratie
financieel-economische verrichtingen) en
o FINANCIEEL RAPPORTEREN (= Jaarrekening)
§ Balans
§ Resultatenrekening
§ Toelichting
o à met oog op management en ‘accountability’ (= verantwoording: rekenplicht, wat heb je
met het geld gedaan)
o TOEPASSING NON-PROFIT
§ Aspecten: dienstverlening, subsidiëring, accountability, non-exchange, …
§ Sectoren: vzw’s, verzorgingsinstellingen, WzC, ziekenhuizen, kinderopvang, …
o GEBRUIK VAN DE JAARREKENING
§ Intern: management en beleid: à financiering, kostprijs, management control,
budgettering, auditing, …
§ Extern: financiële analyse, accountability, verantwoording, subsidiëring
o Bijdrage in bereiken v/d doelstelling en OLR:
§ 1. Competentie in één of meer wetenschappelijke disciplines
• 1.1 Kernbegrippen, basisconcepten en verklaringsmodellen van de
management- en beleidswetenschappen (…, accounting, …) kennen
• 1.5 Onderkennen dat managements- en beleidswetenschappen geen exacte
wetenschappen zijn
§ 2. Wetenschappelijke competentie
• 2.2 Internationaal onderzoek identificeren en dit onderzoek naar
wetenschappelijke waarde schatten
§ 3. Intellectuele competentie
• 3.1 Kennis hebben van de algemene principes van management en beleid
• 3.4 Getuigen van een wetenschappelijke nieuwsgierigheid en leren
§ 4. Competentie in samenwerken en communiceren
§ 5. Maatschappelijke competentie
o Relatie internationale elementen:
§ Accounting is financiële “wereldtaal”
§ Wel cultureel en landelijk geregeld
o Maatschappelijke relevantie:
§ Financiële rapportering is communicatiemiddel en van belang naar beleid,
management en beoordeling van maatschappelijke activiteiten
• Examen:
o Periodegebonden evaluatie schriftelijk 100%
o Meerkeuze-, reproductie- (van buiten kennen), toepassings- en inzichtsvragen
o Eenvoudige calculator meebrengen
1
,DEEL 1: BOEKHOUDTECHNIEK “ACCRUAL ACCOUNTING”
1. BASIS EN WERKING VAN VERMOGENSBOEKHOUDING
1.1. HET PRINCIPE VAN VERMOGENSBOEKHOUDING
1.1.1. DE BALANS
• Om het vermogen financieel voor te stellen werd oorspronkelijk in de ondernemingssfeer het begrip
v/d balans ontwikkeld
• Balans geeft op een bepaald ogenblik weer:
o Enerzijds hoe het vermogen is aangewend (=activa) bv. gebouw, goederen gekocht,
bankrekening
o Anderzijds wat de bronnen zijn van dat vermogen (= passiva) bv. schulden, eigen kapitaal
§ Hiermee financiëren we de activa
• Balans per 31/12/20N0
o Activa altijd links en passiva
rechts (gewoonte)
o Activa = ‘foto van bep ogenblik’
waar zit het geld
o Vorderingen = geld dat we nog
moeten krijgen bv.
klantenvorderingen (bv. nog
€2000 te krijgen van persoon)
o Kaskrediet = in het rood gaan met
uw rekening (geen pos liquide
middelen, in dat geval kaskrediet)
o ‘In wat zit het’ à activa
o ‘Van waar komt het’ à passiva (‘financiëring’: van waar komt het geld, wie heeft dat betaald)
o 1 vermogen op 2 manieren getoond: camera naar waar is het gegaan, naar waar is het
gegaan
o Wrm balans tss activa en passief? 2 camerastandpunten voor 1 iets nl vermogen
o Balans is zeer belangrijk
o Voorbeeld:
§ Liquide middelen kunnen bv. ook van 2
banken komen bv. 200 + 800
§ Eigen vermogen = hoeveel je waard bent
(rekening houdend met uw schulden eraf)
§ Liquide middelen =. Bankrekening meet het
geld op uw rekening (bv. 2 miljoen op bankkrekening maar 1 miljoen schulden)
§ Hoe rijk is die persoon/vermogen = actief - schulden = eigen vermogen (kan dus pos
of neg zijn bv. ikv meer schulden dan vorderingen = virtueel failliet)
• Balansevenwicht
o Totaal actief = totaal passief
o Activa - Vreemde schulden = Eigen vermogen
o Balans = momentopname v/h vermogen, bv. per 31/12/20N0
o Tijdens het boekjaar zal de balans wijzigen tgv de financieel-economische verrichtingen v/d
onderneming
o Zie voorbeeld: Bv. 230 000 – 150 000 – 5000 = 75 000
2
, o Interesten op lening is geen foto’/momentopname maar geldbeweging en komt op
resultatenrekening
o Balans v/d jaarrekening meestal 31/12
o MAAR balans leeft, veranderd
o Winst meten we in resultatenrekening : we zien het eigen vermogen stijgen
o Verlies: meer kosten dan opbrengsten, krimpen van eigen vermogen, we leven het vermogen
op
• Resultatenrekening
o Tijdens het boekjaar komt ook een
resultatenrekening tot stand die de wijzigingen
v/h eigen vermogen registreert:
o Balans = momentopname ßà Resultatenrekening =
flow bv. opbrengsten & kosten
o Bv. balans 1/01 à wijzigt door verrichtingen (met
financiële repercussie bv. verkopen, subsidies,
personeelskosten) à beïnvloeden eindbalans
• Soorten financieel-economische verrichtingen
o Aankopen, investeringen (bv. onderneming koopt grondstoffen 2.000 of koopt een
vrachtwagen 300.000)
o Verkopen (bv. onderneming verkoopt handelsgoederen)
o Ontvangsten (bv. onderneming ontvangt de betaling van haar vordering; onderneming
ontvangt een geleende som van 100.000 v/e bank)
o Uitgaven (bv. onderneming betaalt factuur; onderneming betaalt belastingen)
o Loonadministratie
ð Hebben allemaal impact op balans
• Financieel-economische verrichtingen hebben tot gevolg:
o Enkel de balans wijzigt bv. investering in nieuwe auto (actief stijgt en schulden aan
autogarage stijgt of eigen vermogen daalt) à totaal balans stijgt met 20 000 (actief en passief
stijgt; kan ook bv. actief daalt en passief daalt, of actief daalt en passief stijgt,…)
o Balans en resultatenrekening wijzigen bv. personeelskosten bv. 80 000 kosten actief
verminderd à kosten doen ook eigen vermogen dalen
§ Kosten die je maakt en betaald zullen moeten worden (laat eigen vermogen dalen)
§ Resultatenrekening = toont hoe eigen vermogen beïnvloedt is geweest = svt van
alles wat eigen vermogen heeft doen stijgen (verkopen) en dalen (kosten)
1.1.2. DE RESULTATENREKENING
• Rapporteert hoe het eigen vermogen i/d afgelopen
periode (boekjaar) is toegenomen/gedaald, hetgeen
winst/verlies inhoudt
• Opbrengsten – kosten = resultaat (winst/verlies)
• Zie document kapitaalvenootschappen (niet vanbuiten,
wel begrijpen bv. blanco/ingevuld model)
• Vennootschap: aandeelhouder/eigenaar wil winst zien
• Non-profit/social profit: streven niet zo hard naar winst
voor aandeelhouders (die zijn er niet), wil wel verder
doelstellingen blijven behalen bv. zorg verlenen aan,
kinderopvang (winst nodig voor diensten te kunnen blijven aanbieden, streven naar
continuïteit/duurzaamheid)
3
, • Vroeger een apart onderdeel met “uitzonderlijke opbrengsten” en “uitzonderlijke kosten”
ð Nu ondergebracht bij bedrijfsresultaten, hetzij de financiële resultaten en heten nu:
o Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten/bedrijfskosten
o Niet-recurrente financiële opbrengsten/financiële kosten
à Net zoals vroeger betreffen ze weinig voorkomend, onverwacht en ongepland
§ Niet-recurrent = weinig voorkomend en onverwacht en ongepland
§ 'Oordeelsmatig/subjectief’
• Mogelijk disclosure management, earningsmanagement, cosmetic/creative
accounting, window dressing = manipuleerbaar gaan zeggen dat een kost
niet recurrent was bv. met bedoeling naar toezichthoudende of
subsidiërende overheid Bv. veel winsten, minder snel subsidies à daarom
vaak winsten als niet-recurrent uitdrukken
1.1.3. VOORBEELD BALANSWIJZIGING ONDERNEMING SOVEREIGN
• Transactie 1: Aankoop v/e machine: € 2.000,00 + 21% btw à Boekhoudkundige interpretatie:
o Aankoop machine = aanwending van vermogen à actief met 2.000 investering
o Vordering tov btw = aanwending van vermogen à actief met 420 vordering
o Schuld tov leverancier = bron van vermogen à passief met 2.420 financiering
§ … = onbelangrijk (gegevens ontbreken, zijn irrelevant voor deze verduidelijking)
§ Vennootschappen: btw plichting (dus btw kan je afdrekken/ terugvorderingen: actief), btw die
je aan klanten doorrekend ook doorgevan een fiscus
§ Social profits: meestal niet btw plichting (of soms gemengd btw plichtig)
§ Leverancierskrediet = je moet het niet direct betalen à staat op factuur
§ Stel direct betalen vermindering actief
• Transactie 2: Verkoop v/e partij handelsgoederen: € 4.000,00 + 21 % btw, contant betaald à
Boekhoudkundige interpretatie:
o Verkoop goederen = bron van vermogen Þ stijging passief 4.000 financiering
o Schuld tegenover btw = bron van vermogen Þ stijging passief 840 financiering
§ 840 moeten ze aan de fiscus geven dus schuld
o Ontvangst cash = aanwending van vermogen Þ stijging actief 4.840 aanwending
• Besluit: methode waarbij na elke verrichting aangepaste balans wordt opgemaakt à in de praktijk te
omslachtig. Ze toont wel zeer goed de
intrinsieke kenmerken v/d boekhouding, nl.
steeds behouden van fundamenteel
evenwicht en geeft info over de impact v/d
transacties
o Boekhoudkundige rekening =
element v/d balans en/of de
resultatenrekening waarop we ons
concentreren om daar dan de
verichting op te registreren
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mariebraet1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour 8,99 €. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.