Inhoudstafel Pyschologie
1. Inleiding
1.1. Analytische kaart
1.2. Feit of fictie?
1.3. Wat is psychologie (niet)?
A. Definitie
B. Wetenschap vs intuïtie
1.4. Geschiedenis van de psych
A. Verre voorgeschiedenis
B. freonolgie
C. Verschillende stromingen
19e E
o Structuralisme
o Functionalisme
e
20 E
o Behaviorisme
o Gestaltpsychologie
o Neobehaviorisme/cognitieve pscyh
o Psychodynamische stroming
o humanisme
D. Stromingen in de tijd
E. Nature nurture debat
F. Huidige visie op gedrag
Biopsychosociaal model
Studiedomeinen binnen psych
o Theoretische psych
o Toegepaste psych
Verwante gebieden
o psychotherapie
2. Waarneming
2.1. Sensatie en perceptie
2.2. Van stimulatie nr sensatie
A. Proces v transductie
B. Sensorische adaptatie
C. Drempels
2.3. Zintuigen
A. Zicht
B. Gehoor
C. Reuk
D. Smaak
E. Tast
2.4. Gewaarworden/sensatie VS waarnemen/perceptie
2.5. Factoren die waarnemen/perceptie beïnvloeden
A. Selectie
Passieve VS actieve selectie
Aandacht werkt als filter
1
, Kenmerken v prikkels die aandacht sturen (bottom-up)
Eigenschappen vanuit onszelf die aandacht sturen (top-down)
B. Organisatie
Eerste gestaltwet
Tweede gestaltwet
groeperingswetten
C. Interpretatie
Top-down verwerking
Emoties
Motivatie
2.6. Waarnemen: aangeboren of gevolg van leerproces?
A. Nature invloeden op de waarneming
B. Nurture invloeden op de waarneming
Perceptuele constanties
illusies
seminarie observatie
3. Denken
3.1. Wat is denken?
A. Inzichtelijk leren
B. Denken in ontwikkeling
C. Definitie
D. 2 systemen – denken (Kahneman)
E. Doelen van denken
F. Impact van cultuur
3.2. Bouwstenen van complex denken
A. Concepten
B. Schema’s
C. Scripts
3.3. Heuristieken/ vormen van denken
A. Voorspellingsdenken
B. Patroon- samenhangdenken
C. Bevestiging-van-wat-je-al-weet-denken
D. Oorzaak-gevolg denken
E. Wij-begrijpen-elkaar-denken
3.4. Goede denkers
A. Identificeren van probleem door divergent denken (stap 1)
B. Uitkiezen van een strategie (stap 2)
Algoritme
heuristiek
C. Herken obstakels/denkfouten en zoek dan een nieuwe benadering (stap 3)
3.5. Als de heuristiek misgaat
A. Bevestigings/confirmatie – heuristiek/bias
B. Hindsight bias
C. Anchoringheuristiek-bias (affectheuristiek of ankerbias)
D. Representativiteitsheuristiek – bias
E. Beschikbaarheidsbias – availibility bias
F. Need for closure
2
1. Inleiding
1.1. Analytische kaart
1.2. Feit of fictie?
1.3. Wat is psychologie (niet)?
A. Definitie
B. Wetenschap vs intuïtie
1.4. Geschiedenis van de psych
A. Verre voorgeschiedenis
B. freonolgie
C. Verschillende stromingen
19e E
o Structuralisme
o Functionalisme
e
20 E
o Behaviorisme
o Gestaltpsychologie
o Neobehaviorisme/cognitieve pscyh
o Psychodynamische stroming
o humanisme
D. Stromingen in de tijd
E. Nature nurture debat
F. Huidige visie op gedrag
Biopsychosociaal model
Studiedomeinen binnen psych
o Theoretische psych
o Toegepaste psych
Verwante gebieden
o psychotherapie
2. Waarneming
2.1. Sensatie en perceptie
2.2. Van stimulatie nr sensatie
A. Proces v transductie
B. Sensorische adaptatie
C. Drempels
2.3. Zintuigen
A. Zicht
B. Gehoor
C. Reuk
D. Smaak
E. Tast
2.4. Gewaarworden/sensatie VS waarnemen/perceptie
2.5. Factoren die waarnemen/perceptie beïnvloeden
A. Selectie
Passieve VS actieve selectie
Aandacht werkt als filter
1
, Kenmerken v prikkels die aandacht sturen (bottom-up)
Eigenschappen vanuit onszelf die aandacht sturen (top-down)
B. Organisatie
Eerste gestaltwet
Tweede gestaltwet
groeperingswetten
C. Interpretatie
Top-down verwerking
Emoties
Motivatie
2.6. Waarnemen: aangeboren of gevolg van leerproces?
A. Nature invloeden op de waarneming
B. Nurture invloeden op de waarneming
Perceptuele constanties
illusies
seminarie observatie
3. Denken
3.1. Wat is denken?
A. Inzichtelijk leren
B. Denken in ontwikkeling
C. Definitie
D. 2 systemen – denken (Kahneman)
E. Doelen van denken
F. Impact van cultuur
3.2. Bouwstenen van complex denken
A. Concepten
B. Schema’s
C. Scripts
3.3. Heuristieken/ vormen van denken
A. Voorspellingsdenken
B. Patroon- samenhangdenken
C. Bevestiging-van-wat-je-al-weet-denken
D. Oorzaak-gevolg denken
E. Wij-begrijpen-elkaar-denken
3.4. Goede denkers
A. Identificeren van probleem door divergent denken (stap 1)
B. Uitkiezen van een strategie (stap 2)
Algoritme
heuristiek
C. Herken obstakels/denkfouten en zoek dan een nieuwe benadering (stap 3)
3.5. Als de heuristiek misgaat
A. Bevestigings/confirmatie – heuristiek/bias
B. Hindsight bias
C. Anchoringheuristiek-bias (affectheuristiek of ankerbias)
D. Representativiteitsheuristiek – bias
E. Beschikbaarheidsbias – availibility bias
F. Need for closure
2
