100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Ontwikkelingspsychologie, ISBN: 9789043036955 €4,39   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Ontwikkelingspsychologie, ISBN: 9789043036955

 43 keer bekeken  0 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

Uitgebreide en overzichtelijke samenvatting voor de opleiding Toegepaste Psychologie jaar 1.

Voorbeeld 4 van de 53  pagina's

  • Ja
  • 3 maart 2021
  • 53
  • 2020/2021
  • Samenvatting
avatar-seller
Hoofdstuk 1: Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
Ontwikkelingspsychologie De wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit bij
mensen, van conceptie tot ouderdom, maar met een accent op de jaren tot
volwassenheid
Fysiek ontwikkeling Kijkt naar de fysieke opbouw van het lichaam, de invloed van de hersenen,
het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen op ons gedrag (wat zijn de
voordelen van borstvoeding)
Cognitieve ontwikkeling Kijkt naar intellectuele vermogens, leren, geheugen, probleemoplossing en
intelligentie (wat zijn de vroegste herinneringen, heeft 2taligheid voordelen)
Sociaal-emotionele Kijkt naar de sociale relaties en interacties met anderen en naar het omgaan
ontwikkeling met emoties (wat is de beste manier om kinderen gewenst gedrag te leren)
Persoonlijkheidsontwikkelin Kijkt naar de duurzame gedragingen en eigenschappen die de ene persoon
g van de andere onderscheiden (heeft een kleuter besef van goed en fout?)
5 leeftijdsgroepen Prenatale periode, baby- en peutertijd, kleutertijd, schooltijd en
adolescentie
Sociale constructie Een idee over realiteit dat breed geaccepteerd is, maar afhangt van de
maatschappij en de cultuur op een bepaald moment
Cohort Een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek zijn geboren
Normatieve gebeurtenissen Gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op
dezelfde manier voltrekken
Cohorteffecten Invloeden van cohorten op de ontwikkeling
- Historisch bepaalde Omgevingsinvloeden en biologische invloeden die verbonden zijn aan een
invloeden specifiek historisch moment (oorlogen, economische groei/crisis, epidemie
- Leeftijdsgebonden Biologische invloeden en omgevingsinvloeden die gelijk zijn voor mensen in
invloeden een bepaalde leeftijdsgroep (voor het eerst naar school, puberteit)
- Sociaal-culturele Etnische afkomst, sociale klasse, lidmaatschap van een bepaalde subcultuur
invloeden
Niet-normatieve Specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van een bepaald
gebeurtenissen persoon, terwijl de meeste mensen hier niet mee te maken krijgen (eerst
ivf-kinderen, je ouders verliezen door een ongeval)
Vroegere denkbeelden In de middeleeuwen werden kinderen gezien als miniatuurvolwassen, ze
droegen dezelfde kleding en kregen geen speciale behandeling. Kindertijd
werd niet gezien als een stadium dat kwalitatief anders was.
Babybiografieën Bestudering van de ontwikkeling begon in 18 e en 19e eeuw Darwin
Onderscheiden 2 soorten verandering:
Continue verandering -Verandering verloopt geleidelijk
kwantitatief = hoeveelheid -Prestaties op het ene niveau bouwen voort op een voorgaand niveau
-Onderliggende ontwikkelingsprocessen blijven het hele leven gelijk, maar
kinderen ontwikkelen steeds meer van hetzelfde (lengte, sneller lezen)
Discontinue verandering -Verandering verloopt stapsgewijs in duidelijk te onderscheiden fasen
kwalitatief = inhoud -Elk stadium levert gedrag op dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere
stadia (kind dat opeens niet meer in bed plast, door rijping kan het eenmaal
beheersen)
Kritieke periode Voor normale ontwikkeling zijn per periode bepaalde stimuli uit de
omgeving noodzakelijk. Het ontbreken hiervan kan grootste gevolgen
hebben. (vroege ontwikkelingspsychologen)
Stimuli Prikkels, oftewel veranderingen in de uit/inwendige omgeving
Plasticiteit De mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysieke structuur
veranderlijk is.
Gevoelige periode Mensen zijn gevoelig voor bepaalde stimuli uit de omgeving, maar de

, gevolgen van het ontbreken van bepaalde stimuli zijn terug te draaien.
(levenslooppsychologen)
Verschil Kritiek: permanente en onomkeerbare gevolgen, wanneer een zich
ontwikkeld individu bepaalde invloeden mist
Gevoelige: het ontbreken van bepaalde omgevingsinvloeden kan de
ontwikkeling verstoren, maar latere ervaringen kunnen deze tekorten weer
opheffen (plasticiteit)
Levensloopmodel Moderne theorieën leggen de nadruk op doorgaande groei en verandering
in de loop van het leven en op verbanden tussen perioden
Focus op specifieke perioden Vroege ontwikkelingspsychologen zien de kindertijd en de adolescentie
nadrukkelijk als de belangrijke perioden
Nature-nurturedebat de discussie over de oorsprong van ons gedrag en onze eigenschappen; in
hoeverre komen deze voort uit onze aanleg en in hoeverre uit onze
opvoeding en leefomgeving?
Maturatie Proces van het zich geleidelijk ontvouwen van voorbestemde genetische
informatie. Het omvat elke factor die het resultaat is van het zich geleidelijk
ontvouwen van voorbestemde genetische informatie
Belangrijkste vraagstukken (1) In hoeverre is de ontwikkeling van kinderen continu / discontinu
(2) Wordt die ontwikkeling grotendeels bepaald door kritieke of
gevoelige perioden
(3) Concentreren op bepaalde belangrijke perioden in de menselijke
ontwikkeling of juist op het hele leven
(4) Het nature-nurturedebat, belang van genetische invloeden vs.
Omgevingsinvloeden
Toekomstige trends Groeiende specialisatie, meer samenwerking tussen verschillende
vakgebieden, meer aandacht voor diversiteitsvraagstukken




Hoofdstuk 2: Theoretische perspectieven en onderzoek
Perspectief Ideeën over gedrag en ontwikkeling Voorbeeld
Psychodynamisch Gedrag komt voort uit innerlijke, onbewuste Adolescent met overgewicht heeft een
krachten die uit onze kindertijd stammen en fixatie op de orale ontwikkelingsfase
Freud, Erikson waarover we weinig controle hebben
Behavioristisch We kunnen ontwikkeling begrijpen door Een adolescent met overgewicht
Pavlov, Watson, waarneembaar gedrag en omgevingsstimuli te wordt niet voldoende beloond door
goede voedings- en
Skinner, Bandura bestuderen bewegingsgewoonten
Cognitief Nadruk op de invloed van veranderingen in de Een adolescent met overgewicht heeft
Piaget manier waarop mensen dingen weten, begrijpen geen effectieve manieren geleerd om
op gewicht te blijven en hecht niet
en denken op gedrag genoeg waarde aan goede voeding
Systemisch Gedrag wordt bepaald door de relatie tussen Een adolescent met overgewicht
Vygotsky, individuen en hun ontwikkelen als gevolg van een
gezinsomgeving waarin voeding en
Bronfenbrenner, fysieke/cognitieve/persoonlijkheids-/sociale maaltijden ongewoon belangrijk zijn
Böszörményi wereld en verweven zijn met rituelen
Evolutionair Gedrag is het resultaat van de genetische erfenis Een adolescent met overgewicht heeft
Lorenz (Darwin) van onze voorouders. Via natuurlijke selectie een genetische aanleg door
overgewicht. Dankzij hun extra vet
worden gedrag en eigenschappen die de wisten zijn voorouders te overleven in
overlevingskansen bevorderen, doorgegeven tijden van schaarste.
Psychodynamisch Gedrag wordt gemotiveerd wordt door innerlijke krachten en herinneringen

,perspectief waarvan een persoon zich nauwelijks bewust is en waarover hij weinig controle
heeft
Psychoanalytische theorie Onbewuste krachten zijn bepalend voor iemands persoonlijkheid en gedrag
Freud
Persoonlijkheid drie-eenheid: geest die voortdurend met zichzelf in oorlog verkeert, seksuele en agressieve
krachten van het id voeren strijd tegen de moralistische krachten van het superego. Het praktische ego is
bemiddelaar.
Ego Id Superego
Het bewuste, rationele deel van Het primitieve, impulsieve, deel van de persoonlijkheid dat
de persoonlijkheid. onbewuste deel van de iemands geweten
-handhaven van de vrede tussen persoonlijkheid. = aangeboren vertegenwoordigd en het
het superego en het id. -driften die te maken hebben met onderscheid tussen goed en
honger, seks, agressie kwaad maakt
Realiteitsprincipe: het leert om Lustprincipe: streeft naar Ik-ideaal: ons beeld van de
de driften te beheersen en aan te onmiddellijke bevrediging persoon die we zouden moeten
passen aan de verwachtingen van ongeacht de consequenties zijn of waarnaar we streven.
anderen --> Cultuur en Superego wil vasthouden aan
opvoeding normen, waarden en moraal.
Psychoseksuele 5 fasen die kinderen doorlopen, waarin genot/bevrediging telkens gericht is op
ontwikkeling -Freud een andere biologische functie en een ander deel van het lichaam
Fixatie Als er iets misgaat in een bepaald fase (te weinig of te veel bevrediging van
Freud behoeften), leidt tot fixatie= gedrag dat in eerdere ontwikkelingsfase is blijven
steken als gevolg van een onopgelost conflict (fixatie orale fase  roken, eten
Psychosociale Omvat verandering in onze interacties met anderen en in hoe we tegen het
ontwikkeling Erikson gedrag van anderen en tegen onszelf als leden van de maatschappij aankijken

-mensen worden zowel gevormd als belemmerd door hun samenleving/cultuur
-in elk stadium is sprake van een conflict dat het individu moet oplossen
-groei en verandering gaan het hele leven door (adolescentie is startpunt van
eigen identiteit)


Behavioristisch perspectief Nadruk ligt op direct waarneembare feiten: de effecten van mensen,
voorwerpen en gebeurtenissen (stimuli) op gedrag. Als we stimuli kennen,
kunnen we het gedrag voorspellen. (ontwikkeling = kwantitatief)
Stimulus-respons-leren Vormen van leren die we kunnen beschrijven in termen van stimuli en
responsen (klassieke en operante conditionering)
Klassieke conditionering Een vorm van leren waarbij een organisme op een bepaalde manier leert
Pavlov reageren op een neutrale stimulus die dat type respons normaal gesproken
niet uitlokt.
Principe Door 2 prikkels altijd tegelijk aan te bieden, gaat het individu de 2 aan elkaar
associëren en er op dezelfde manier op reageren.
(een baby leert dat als hij een flesje ziet, hij drinken krijgt. Als reactie op het
zien van het flesje begint hij al met zijn beentje te trappelen)
Operante conditionering Een vorm van leren waarbij een vrijwillige respons versterkt of verzwakt,
Skinner afhankelijk van de associatie met positieve of negatieve consequenties
Principe Door het individu te belonen of te straffen, gaat hij het betreffende gedrag
associëren met iets leuks of iets vervelends en het gedrag daardoor herhalen
of er juist mee stoppen.
Positieve bekrachtiging= toedienen prettige stimulus vs. Negatieve bekrachtiging= wegnemen van onprettige

, Positieve straf= toedienen van onplezierige stimulus / Negatieve straf= wegnemen van aantrekkelijke stimuli
Gedragsmodificatie Een techniek om de frequentie van gewenst gedrag te verhogen en de
frequentie van ongewenst gedrag te verlagen
De kleuters van Juf Lieke verdienen iedere keer een punt als ze hun vinger opsteken, na 10 punten ontvangen
ze een sticker.
Sociaal-cognitieve Nadruk ligt op leren door het gedrag van een andere persoon (een model) te
leertheorie observeren en na te doen
Bandura 1. Aandacht: je neemt het gedrag van een model waar
2. Retentie: je kunt je het gedrag later nog herinneren
3. Reproductie: je kunt het gedrag dat je eerder zag reproduceren
4. Motivatie: je bent gedreven om het gedrag te leren en uit te voeren,
doordat je ziet dat het iets oplevert (of opkijkt tegen het model)

Cognitief perspectief Richt zich op de processen waardoor mensen de wereld steeds beter leren
kennen, begrijpen en overdenken
Piaget kwalitatief denken verandert tijdens de ontwikkeling
 (kwalitatief en kwantitatief) --> handelen gaat vooraf aan begrijpen
 Menselijk denken opgebouwd uit schema’s: georganiseerde mentale
patronen die bepaalde gedragingen vertegenwoordigen
 2 basisprincipes verklaren de adaptatie van kinderen: assimilatie en
accommodatie, ze zorgen samen voor cognitieve ontwikkeling
In een vaste volgorde lopen we een reeks universele cognitieve ontwikkelingsstadia door:
 Sensomotorisch (0-18 maanden)= ontwikkeling van zintuigen, motoriek, geheugen en
objectpermanentie; weinig tot geen vermogen om dingen symbolisch weer te geven
 Preoperationeel (2-7 jaar)= ontwikkeling van taal, fijne motoriek en symbolisch denken; egocentrisch
 Concreet operationeel (7-12 jaar)= ontwikkeling van conservatiebegrip, reversibiliteit en logica
 Formeel operationeel (12 – volwassenheid)= ontwikkeling van logisch redeneren en abstract denken
Assimilatie Het proces waarbij mensen een nieuwe ervaring interpreteren in termen van
hun huidige cognitieve ontwikkelingsstadium en denkwijze (mensen gebruiken
hun bestaande manieren van denken om een nieuwe ervaring te begrijpen)
Accommodatie Het proces waarbij bestaande manieren van denken of doen veranderen in
reactie op nieuwe stimuli of gebeurtenissen
Kritiek -universaliteit in twijfel getrokken van de fasen van cognitieve ontwikkeling
-niet zo discontinu is als Piagets stadiamodel doet voorkomen
Informatieverwerkings- Benadering die probeert te achterhalen op welke manieren mensen informatie
theorie coderen, opslaan en terughalen
 Neopiagetiaanse theorieën; belangrijk alternatief
Kritiek Geen rekening met creativiteit en sociale context
Cognitieve Benadering die zicht richt op de invloed van hersenprocessen op cognitieve
neurowetenschap activiteit
 Concentreren zich op de neurologische activiteiten die ten grondslag liggen aan denken,
probleemoplossing, plannen en organiseren; locaties en functies achterhalen die verband houden
met verschillende soorten cognitieve activiteiten

Systemisch perspectief Kijkt naar de relatie tussen individuen en hun fysieke wereld, cognitieve
wereld, persoonlijkheidswereld en sociale wereld
Bio-ecologisch model Model dat uitgaat van 5 omgevingsniveaus die elk organisme gelijktijdig
Bronfenbrenner beïnvloeden
1. Microsysteem= de dagelijkse, directe omgeving waarin kinderen leven (thuis, vrienden, leraren)
2. Mesosysteem= zorgt voor connecties tussen de verschillende onderdelen van het microsysteem
(de invloeden die een vader ondervindt als hij een slechte dag had op zijn kantoor en vervolgens

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper andreakrist. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,39
  • (0)
  Kopen