1: Voedsel-en vochttoediening
Zie leerdoelen
1. Toedieningswegen
Orale inname onvoldoende voedingsstoffen kunnen opnemen, kan men gebruik maken van volgende
toedieningswegen
- Enteraal
Via de maag
Nasogastrische sonde
Gastrostomie (PEG= percutane
endoscopische gastrostomiesonde of
ballonsonde of buttonsonde-
Via de dunne darm
Nasoduodenale sonde
Nasojejunale sonde
PEG+ jejunale sonde
Jejunostomie (PEJ= percutane
endoscopische jejunostomiesonde)
- Parenteraal (intraveneus)
Selectie van de toedieningswegen hangt van
verschillende factoren af:
- Verwachte duur van voedseltoediening
- Functionele status van de gastro-
intestinale tractus
- Kans op aspiratie
- …
2. Wettelijke bepalingen
- B1 handeling: enterale vocht- en voedseltoediening per os
- B2 handeling: toedienen sondevoeding
- B2 handeling: toedienen parenterale voeding
3. Klinische voeding
= enterale voeding (sondevoeding) of parenterale voeding
Parenterale voeding
- Voeding wordt toegediend buiten het maag- darmstelsel -> rechtstreeks via de bloedbaan via
een perifere, centrale katheter of via een geïmplanteerd intraveneus toetsingssysteem
- Deze voeding wordt als volwaardige voeding of als aanvulling op de enterale voeding
gegeven
- Is de voeding volledig parenteraal= ‘total parenteral nutrition’ TPN
, 3.1 enterale voeding- sondevoeding
“is een vloeibare, volledige adequate voeding die de benodigde hoeveelheid energie, vitamines,
mineralen en sporenelementen, voedingsvezels en vocht bevat en per sonde of stomie rechtstreeks
in de het maag-darm kanaal wordt toegediend”
3.1.1 indicaties
voorwaarde: intacte gastro-intestinale tractus
bij volwassenen (NICE guidance)
- ondervoeding: BMI minder dan 18,5 en gewichtsverlies van meer dan 10% gedurende de
voorbije 3-6maanden
- risico op ondervoeding: meer dan 5dagen weinig gegeten of kans tot weinig eten de
komende 5dagen
voorbeelden:
hypermetabolisme (HIV, trauma,…)
neurologische aandoeningen ((CVA, MS,…)
gastro-intestinale problematiek (gastrectomie, …)
kanker (chemo,…)
psychiatrische ziekte (anorexia, depressie,…)
multipel orgaan falen (nier-hart-lever en long)
2 belangrijke indicaties voor sondevoeding: slikstoornis en anorexia nervosa
3.1.2 contra-indicaties
is een niet-functionele of niet-toegankelijke gastro-intestinale tractus, ten gevolge van:
- darmobstructie (door paralytische ileus of tumor)
- hoge gastro-intestinale bloeding
- onbehandelbaar braken
- niet of onvoldoende functioneren maag-darmkanaal met ernstige malabsorptie
- peritonitis (=buikvlies ontsteking)
3.1.3 soorten sonde voeding
enterale of sondevoeding verdient de voorkeur boven parenterale toediening, om volgende redenen:
- goedkoper
- veiliger
- behoudt de functie van darm en maag
er treedt geen atrofie van de darmvilli op
immuunsysteem in de darmen blijft gestimuleerd
- minder kans op infectie en complicaties
3.1.4 soorten sondes bij enterale voeding
3.1.4.1 naso-enterale sonde
- neus-maagsonde (Nasogastrische sonde)
- nasoduodenale sonde
- nasojejunale sonde
, 3.1.4.1.1 nasogastrische sonde
- soepele sonde die doorheen de neus tot in de maag wordt gebracht
- diameter( Charrière CH): volwassenen-> Ch8 tot Ch14, kleine kinderen-> Ch6
voordelen:
- inbrengen kan snel gebeuren, er is geen operatie nodig
- kan thuis ingebracht worden
nadelen:
- irritatie aan de neus, bijholten en pharynx
- sonde moet regelmatig vervangen worden
- kans op dislocatie bij braakneiging, hoesten, niezen,…
- esthetisch aspect, zichtbaar en oncomfortabel
verschillende soorten:
sonde van Levin
kenmerken:
- bestaat uit polyvinylchloride
- minder soepel van kwaliteit
- dikke sonde (V: Ch8-10-12-14)en daardoor makkelijk te plaatsen, discomfort en verhoogde
kans op reflux en druknecrose ter hoogte van de neus
- 110 tot 130cm lang
- Heeft merkstreepjes
- Heeft laterale openingen aan uiteinde, afgeronde punt
- Radio-opmaak
- Niet inert, wordt aangetast door zuur maagvocht, sonde wordt verkleurd en wordt harder->
irritatie van het maagslijmvlies
- Max 1week
Indicatie:
- Postoperatief
Preventie complicaties na operatie
Bevorderen afvloeien maagvocht na operatie
Complicatie maagdilatatie: maagevacuatie
- Onvoldoende voeding/vocht per os kan innemen (8tot 10dagen)
- Bekomen darmreiniging
- Maagtubage: onderzoek van maaginhoud
Microsonde
Kenmerken:
- Bestaat uit polyurethaan
- Sonde met voerdraad
- Dunne sonde (110-130cm) diameter: Ch8-10
- Merkstreepjes
- Afgeronde punt
- Zeer flexibel en daardoor moeilijker te plaatsen, inert= blijft soepel
, - Radio-opaak
- Kan snel verstoppen
- Hindert weinig
- Max 6à8weken
Indicatie:
- Toedienen van voeding (langdurig < 8weken)
- Ter vervanging van de sonde van Levin
Sonde van Salem-Sump
Kenmerken:
- Beschikt over een dubbel-lumen
- Mogelijk tot luchtinlaat
Indicatie:
- Maagdecompressie of irrigatie van vloeistoffen
- Uitzonderlijk voor het toedienen van voeding of medicatie
Sonde van Faucher
Kenmerken:
- Dikke sonde (12mm/150cm)
- Grote centrale en verschillende laterale openingen
- Groot lumen om de eliminatie van het product te vergemakkelijken
- Merkstrepen
- Snelle manier grote hoeveelheden vloeistof toe te dienen en weer te laten afvloeien
- Via de mond
- Brede diameter, complicaties zoals perforatie van de slokdarm veroorzaken
Indicatie:
- Maagspoelingen: grote hoeveelheden schadelijke producten te verwijderen, wordt na de
spoeling direct verwijderd
3.1.4.1.2 nasoduodenale sonde en nasojejunale sonde
- via de neus opgeschoven worden tot in het duodenum of jejunum (endoscopisch)
indicatie:
- verminderde maagmotiliteit “gastroparese”: de maag “verdraagt” de voeding niet->
maagresidu
- reflux met dreigende aspiratie
nadelen:
- irritatie aan de neus, bijholten en pharynx
- esthetisch effect
- stigmatiserend: voor omgeving zichtbaar
3.1.4.2 gastrostomiesonde
- via een chirurgische plaatsing onmiddellijk doorheen de buikwand in de maag