Heb een 8 gehaald met deze samenvatting!
Deze samenvatting bevat handige stappenplannen, geeft de voorgeschreven onderwerpen duidelijk weer en waar nodig zijn de voorgeschreven arresten behandeld en uitgelegd binnen de context van het onderwerp.
Inleiding internationaal belastingrecht - WG vragen en antwoorden week 1 tm 3
Alles voor dit studieboek (3)
Geschreven voor
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Fiscaal Recht Minor
Inleiding internationaal belastingrecht
Alle documenten voor dit vak (1)
1
beoordeling
Door: LZondervan • 2 jaar geleden
Verkoper
Volgen
deJongL
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Inleiding internationaal belastingrecht
Week 1
Bronnen van het Nederlandse internationaal belastingrecht
Het IBR is verspreid over verschillende nationale en internationale bronnen. Belangrijkste
bronnen van het Nederlandse IBR zijn:
- Nationaal recht
In de nationale heffingswetten heeft Nederland heffingsrechten gecreëerd en
die vormen de wettelijke grondslag voor het heffen van belasting.
De Nederlandse regelgeving kan verdeeld worden in 2 hoofdgebieden:
o Regels die heffingsrecht doet ontstaan
Denk aan Wet IB
o Regels die het heffingsrecht beperken
Denk aan de unilaterale regelg;eving: het Besluit ter voorkoming van
dubbele belasting.
Let op: nationaal recht creëert dus heffingsrecht.
- Internationaal recht
o Multilaterale verdragen
Dit zijn verdragen die zijn gesloten tussen meer dan 2 staten.
Denk aan IVBPR en het EVRM
o Bilaterale verdragen
Dit zijn verdragen die zijn gesloten tussen 2 staten. Staten die sluiten
deze verdragen ter voorkoming van dubbele belastingheffing en ter
voorkoming van dubbele non-belastingheffing. De verdragen zien
veelal toe op directe belastingen.
Let op: een belastingverdrag creëert geen heffingsrecht. Dit doet
namelijk het nationale recht. Een verdrag verdeelt slechts de
heffingsbevoegdheid tussen twee staten.
- Europees recht
Denk aan VwEU en de richtlijnen
- Gezaghebbende teksten
Deze hebben geen juridische kracht, dus men kan zich hierop niet direct
beroepen.
o OESO-Modelverdrag, dit is een soort sjabloon dat als basis dient voor veel
bestaande verdragen en op die manier heeft het ook veel invloed op
verdragspraktijk
Heffingsbeginselen
Staten bepalen zelf de aanknopingspunten voor de belastingheffing, zij zijn immers fiscaal
soeverein. Landen baseren hun belastingheffing op de zogenoemde heffingsbeginselen.
Persoonlijke heffingsbeginselen
- Woon – en vestigingslandbeginsel
,Inleiding internationaal belastingrecht
Er wordt geacht dat inwoners van Nederland en gevestigde ondernemingen
gebruik kunnen aken van collectieve voorzieningen en o.g.v. het
profijtbeginsel is het dan rechtvaardig om deze te belasten.
o Woonlandbeginsel: zie artikel 2.1 lid 1 sub a Wet IB ( gecreëerd heffingsrecht).
Hieruit blijkt dat het belastbaar inkomen van natuurlijke personen die in
Nederland wonen worden belast.
o Vestigingslandbeginsel: zie artikel 2 (lid 4) Vpb (gecreëerd heffingsrecht).
Hieruit blijkt dat Nederland het wereldinkomen (en dus niet alleen het
inkomen wat verdiend is in Nederland) van in Nederland gevestigde
vennootschappen wil belasten
- Nationaliteitsbeginsel
Natuurlijke personen kunnen ook bepaalde voordelen behalen indien zij van
bepaalde nationaliteit zijn. Dit rechtvaardigt het heffen van belasting.
o Natuurlijke personen: Nederland heeft geen bepaling waarin staat dat zij heft
op grond van nationaliteit
o Vennootschappen: o.g.v. artikel 2 lid 4 Vpb. Indien een vennootschap is
opgericht naar Nederlands recht dan wordt geacht dat het lichaam in
Nederland is gevestigd.
Zakelijk heffingsbeginsel
- Bronlandbeginsel (situsbeginsel)
Hier gaat het om de geografische locatie van het inkomen. Als inkomen is
genoten in een bepaalde staat dan maakt die persoon ook gebruik van
collectieve voorzieningen van die staat. Dit rechtvaardigt dan ook de
belastingheffing tot zoverre de persoon het inkomen uit een andere staat
geniet.
o Natuurlijke personen: Nederland heeft hier ook een heffingsrecht gecreëerd
en dit staat in artikel 2.1 lid 1 sub b Wet IB. Hieruit blijkt dat Nederland wil
heffen over Nederlands inkomen dat is genoten door natuurlijke personen die
niet in Nederland wonen.
o Vennootschappen en lichamen: artikel 3 Vpb. Hieruit blijkt dat Nederland wil
heffen over het Nederlands inkomen dat is genoten door buitenlandse
belastingplichtigen.
, Inleiding internationaal belastingrecht
Dubbele belastingheffing
De meeste staten hebben hun belastingwetten opgesteld o.g.v. de heffingsbeginselen.
Daardoor kan het voorkomen dat er dubbele belastingheffing ontstaat. Denk aan de situatie
dat een bedrijf in Nederland gevestigd is en inkomen geniet dat van België afkomstig is.
Nederland zou willen heffen o.g.v. artikel 2 lid 1 Vpb, terwijl België wil heffen o.g.v. het
bronlandbeginsel.
Of de situatie dat een natuurlijk persoon woonachtig is in 2 verschillende landen. Nederland
wil dan heffen o.g.v. artikel 2.1 lid 1 sub a Wet IB, terwijl het andere land ook wil heffen op
woonlandbeginsel.
Denk ook aan situatie waarbij natuurlijk persoon A een Amerikaanse nationaliteit heeft,
maar in Nederland werkt en woont. Dan zal Amerika hem in belasting betrekken o.g.v. het
nationaliteitsbeginsel en Nederland wil hem in belasting betrekken o.g.v. woonlandbeginsel.
Economische dubbele belastingheffing
Dit doet zich voor indien een object bij beide staten belast wordt.
Bijvoorbeeld: winsten die een vennootschap aan haar aandeelhouder uitkeert, wordt in
beginsel belast bij de vennootschap met vennootschapsbelasting en vervolgens wordt het
uitgedeelde bedrag nogmaals belast alleen dan bij de aandeelhouder.
Voorbeeld ter voorkoming dubbele belastingheffing: artikel 13 Vpb.
Juridische dubbele belastingheffing
Indien het belastingsubject meer dan eens in de belastingheffing wordt betrokken.
Bijvoorbeeld: een Amerikaanse staatsburger wordt voor zijn inkomen zowel in Nederland als
in Amerika betrokken in de belastingheffing.
Methoden ter voorkoming van dubbele belastingheffing
Stel: er is geen voorkoming van dubbele belastingheffing
Kees woont in Nederland en geniet een belastbaar inkomen van €60.000.
De eerste €10.000 wordt belast tegen een progressief belastingtarief van 30%.
De volgende €20.000 wordt belast tegen een tarief van 40%
Al het overige wordt belast tegen een tarief van 50%.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper deJongL. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,69. Je zit daarna nergens aan vast.