Samenvatting Anatomie en Fysiologie: Voortplantingsstelsel
Samenvatting Anatomie en Fysiologie: Spijsverteringsstelsel
Samenvatting Anatomie en Fysiologie: Lymfevatenstelsel
Alles voor dit studieboek (183)
Geschreven voor
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
HBO-Verpleegkunde
Medische kennis 1.4.a
Alle documenten voor dit vak (3)
Verkoper
Volgen
Sigrid1999
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Medische kennis 1.4a
Twee orgaanstelsels, het zenuwstelsel en het hormoonstelsel, coördineren de activiteiten van alle
orgaanstelsels om homeostase te handhaven in reactie op veranderingen van de buitenwereld.
Anatomie en fysiologie; Hoofdstuk 8: Het zenuwstelsel
8.1
Functies zenuwstelsel:
1. Meet het interne en externe milieu
2. Integreert informatie van de zintuigen
3. Coördineert gewilde en ongewilde reacties van vele andere orgaanstelsels
Zenuwstelsel:
1. Centrale zenuwstelsel
Hersenen en ruggenmerg; verwerkt informatie
2. Perifere zenuwstelsel
A. Afferente gedeelte; informatie naar CZS, sensorisch
B. Efferente gedeelte; informatie van het CZS af, motorisch
a. Somatisch
b. Autonoom (visceromotorisch)
i. Parasympatisch
ii. Sympathische
,8.2
Een neuron heeft:
1. Cellichaam
2. Dendrieten → vangen binnenkomende signalen op
3. Axon → geleidt uitgaande signalen in de richting van synapsknop(en)
4. Synapsknopen → bij elke synapsknop communiceert het neuron met een andere cel.
Maar een paar neuronen hebben centriolen, maar de meeste niet; dus als er een zenuwcel verloren
gaat, kan deze niet vervangen worden.
,• Het multipolaire neuron komt het meest voor. Alle motorische zenuwcellen die skeletspieren
aansturen zijn multipolair.
• Het unipolaire neuron, de meeste sensibele neuronen zijn unipolair.
• Het bipolaire neuron, deze zijn zeldzaam, komen voor bij de zintuigen
De lichaampjes van Nissl, geven een grijze kleur aan gebieden die cellichamen van neuronen
bevatten; deze lichaampjes zijn verantwoordelijk voor de grijze kleur van de hersenen en het
ruggenmerg.
3 groepen neuronen:
1. Sensibele/afferent
Ontvangen informatie van zintuigcellen en geven dit door aan het CZS.
Onderverdeling receptoren op basis van informatie die ze registreren:
A. Somatische receptoren
a. Externe receptoren: info uitwendige omgeving (aanraking, t°, druk, zien,
ruiken, horen en tast)
b. Proprioceptoren: positie en beweging skeletspieren en gewrichten
B. Viscerale receptoren
a. Info rond activiteiten van GI stelsel, AH stelsel, bloedvatenstelsel,
voortplantingsstelsel en urinaire stelsel
b. Gewaarwordingen van druk diep in lichaam, smaak en pijn
2. Motorische
Efferente deel PZS
Geleiden impulsen vanuit CZS naar andere weefsels, organen of orgaanstelsels
Perifere doelcellen waarmee ze in contact staan zijn effectoren (reageren door iets te doen)
3. Schakelcellen
Associatieneuronen
Schakelcellen verbinden andere neuronen
Doorschakelen van sensorische informatie en coördinatie van motorische activiteit
Hoe complexer de reactie op een bepaalde prikkel → hoe meer schakelcellen betrokken zijn
Neurogliacellen typen in het CZS:
1. Astrocyten
• Zij geven chemische stoffen af die noodzakelijk zijn voor het handhaven van de
bloed-hersenbarrière, die het CZS van de algehele circulatie isoleert.
• Raamwerk voor neuronen
• Verrichten reparaties
2. Oligodendrocyten
Dit is het laagje, waardoor een axon gemyeliniseerd wordt, oftewel geïsoleerd, met de
insnoeringen van Ravier er tussen.
3. Microgliacellen
Dit zijn fagocyterende cellen en hebben een beschermende functie
4. Ependymcellen
Bekleding van het centrale kanaal; ependym
Neurogliacellen typen in het PZS:
1. Satellietcellen
Omgeven en ondersteunen cellichamen in het perifere zenuwstelsel
, 2. Schwann-cellen
Omgeven elk axon buiten het CZS
8.3
Voor extra uitleg bekijk blz 304
Wanneer positieve en negatieve ladingen gescheiden worden gehouden, wordt gezegd dat er een
potentiaalverschil tussen deze ladingen bestaat.
Omdat de ladingen door een plasmamembraam worden gescheiden, wordt dit een
membraampotentiaal of transmembraampotentiaal genoemd. Het membraampotentieel in rust
wordt het rustpotentieel genoemd.
Het rustpotentiaal van een zenuwcel is -70 mV; het minteken geeft aan dat de binnenkant van de cel
een overmaat negatief geladen ionen bevat in vergelijking tot de buitenkant.
Elke verandering waardoor (1) de doorlaatbaarheid van de membraam voor natrium of kalium wordt
gewijzigd, of (2) waardoor activiteit van de natrium-kaliumpomp wordt gewijzigd, zal de
rustpotentieel van een cel verstoren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Sigrid1999. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.