Ondersteuning van mensen met ernstige meervoudige beperkingen
Personen met beperkingen is een vak aan de RuG dat in het tweede jaar van de bachelor pedagogische wetenschappen wordt gegeven. Dit is een zeer uitgebreide uitwerking van de hoorcolleges (164 pagina's!!). Het bevat alle hoorcolleges 1 t/m 14.
IDEAAL voor TENTAMEN: Beknopte samenvatting/overzicht van alle Leer- en Onderwijsproblemen + literatuur
Personen met beperkingen: diagnostiek samenvatting boek 'ondersteuning van mensen met ernstige meervoudige beperkingen'
Alles voor dit studieboek (3)
Geschreven voor
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Bachelor Pedagogische Wetenschappen
Personen Met Beperkingen: Diagnostiek (PABA5235)
Alle documenten voor dit vak (13)
1
beoordeling
Door: daantjevanderstaay • 2 jaar geleden
Verkoper
Volgen
annekenienkedeboer64
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Hoorcollege 1 – Het jonge kind met beperkingen
› Vroegsignalering
• Belang
• Belemmeringen
• Kansen
› Ontwikkeling jonge kind
Thema’s:
1. Vroegkinderlijke ontwikkeling en motorische problemen
2. Mensen met een verstandelijke beperking
3. Mensen met een visuele en auditieve beperking
4. Ervaringsdeskundigheid (ouder)
Leerdoelen
› Na afloop van het college over het jonge kind met ontwikkelingsproblematiek:
• Heeft de student inzicht in de begrippen ontwikkeling en ontwikkelingsproblematiek;
• Kan de student het belang van vroegsignalering beschrijven;
• Kan de student belemmeringen en kansen in vroegtijdige onderkenning van
ontwikkelingsproblematiek beschrijven;
• Heeft de student kennis van instrumenten op het gebied van vroegsignalering.
Wat is ontwikkeling?
Ontwikkeling
› Verandering (multidirectioneel) in de tijd. Die redelijk onomkeerbaar zijn. Zowel positieve
verandering als negatieve veranderingen.
› Proces
› Multi-dimensioneel: op meerdere terreinen.
› Multi-gedetermineerd: ontwikkeling vindt plaats in een interactie met kind en omgeving.
Gedrag
› Elke bewuste of onbewuste handeling (actie), die al dan niet waarneembaar is
• Bijvoorbeeld: arm bewegen, woord zeggen, maar ook innerlijke gedragingen zoals
onzichtbare emotie → eigenlijk is gedrag zo’n beetje alles.
› Het observeren en interpreteren van gedrag is de primaire focus van ontwikkelingsonderzoek!
• Wat je waarneemt en wat je ziet. Wat gebeurt er binnen in een kind?
Gerelateerde begrippen (1)
› Vertraagde ontwikkeling: wanneer een kind op een bepaalde leeftijd
vaardigheden laat zien die kenmerkend zijn voor jongere kinderen/
wanneer een kind bepaalde vaardigheden nog niet onder de knie heeft
op een bepaalde leeftijd.
• Dat kinderen op een bepaalde leeftijd vaardigheden laat zien die
niet horen bij zijn of haar gewone leeftijd.
• Bijv. het taalgebruik van een 4-jarige vertoont kenmerken die
gewoonlijk niet meer voorkomen in het taalgebruik van 4-jarigen,
maar wel in dat van 2- of 3-jarige kinderen
, › Asynchrone ontwikkeling (dissociation): ontwikkeling op verschillende gebieden loopt niet gelijk
aan elkaar.
• Bijv. motorische mijlpalen worden behaald met een kleine achterstand, maar met een
grote achterstand op het gebied van taal.
› Globale ontwikkelingsvertraging → bij kinderen waar achterstand op 2 of meer gebieden tegelijk
is.
Gerelateerde begrippen (2)
› Afwijkende ontwikkeling: wanneer een kind gedrag laat zien dat helemaal niet in een bepaalde
ontwikkelingsfase thuishoort en dat geen samenhangend beeld vormt.
• Bijv. het taalgebruik van een kind vertoont kenmerken die niet passen bij een bepaalde
fase van het taalverwervingsproces.
• Bijvoorbeeld: een jong kind van 2 die al heel veel woorden kent, maar bijvoorbeeld geen
woorden als mama of papa gebruikt. Of geen woorden gebruikt om kenbaar te maken
wat het wil. Dit past bij geen enkele fase.
› Regressie in de ontwikkeling: terugval in normaal ontwikkelings-verloop. In een later stadium
zijn normale ontwikkeling verdwenen (wat er eerder wel was)
• Altijd een reden om aan de bel te trekken!
› Dus: een kind met ontwikkelingsproblematiek wordt beschreven aan de hand van ‘atypisch
gedrag’
• De vraag is dan: wat is ‘typisch’?
Kennis van normale ontwikkeling
› Bepaald gedrag hoeft niet perse een signaal te zijn voor een afwijkende ontwikkeling, maar kan
onderdeel zijn van het doorlopen van een ontwikkelingstaak of het gevolg zijn van andere
factoren die dat gedrag veroorzaken
• Voorbeelden: ouders van 2-jarigen → “wij maken ons zorgen want hij kan niet lang spelen,
hij is snel verveeld en we moeten hem voortdurend vermaken.”
› Dit is eigenlijk wel normaal, het kind ontwikkelt zich vaak wel normaal. Jonge
kinderen kunnen zich heel vaak nog niet zo goed alleen vermaken. Als ze ouder
worden kan kunnen ze zichzelf steeds langer alleen vermaken. Als ouders dit niet
herkennen dan kunnen ze zich ongerust voelen.
• Een kind van 6 vertoont antisociaal gedrag → hoe lang al? 3 jaar → dan ga je aan een
stoornis denken. Maar als dat niet zo is, dan moet je kijken of er bepaalde factoren zijn die
het in stand houden, ouders in scheiding, een opa of oma overleden, etc.
› Dan komt het door de context.
› Zie ook Ontwikkelingspsychologie (PABAP038_2019/2020)!
Het is heel belangrijk om te weten welk gedrag bij een bepaald ontwikkelingsniveau hoort. Altijd kijken
naar de omgeving en naar de context.
Om ‘atypische’ ontwikkeling te snappen heb je inzicht nodig in de manier waarop vaardigheden zich in
de tijd ontwikkelen. Dat is uitvoerig beschreven in handboeken die gebaseerd zijn op theorieën.
Theorieën: geen enkele van deze theorieën kan vanuit alle invalshoeken beschijven. Ze proberen samen
antwoord te geven op wat ontwikkeling is en hoe kinderen ontwikkelen.
- Is ontwikkeling continu of in stadia?
- Iedereen dezelfde ontwikkeling of verschillende trajecten?
- Wat is de rol van nature en nurture?
,Nu een interactie van factoren in het kind en factoren van de omgeving. De mate van de hoeveelheid
aan interactie verschilt per theorie.
Wat is atypisch?
- Goed beeld van wat normaal is.
› Kwantitatief criterium (vertraging, later mijlpalen behalen of minder behalen):
• Wat? – leeftijdsspreiding (mijlpalen) → wat verwachten we op een bepaalde leeftijd?
Wanneer zou een kind iets moeten kunnen.
› Zijn aan de ene kant heel handig. Het geeft ons enig inzicht, maar de spreiding van
wat normaal is, is heel groot. Dus er zijn typisch ontwikkelende kinderen die heel
snel zijn en kinderen die langzamer zijn. Zijn die dan direct vertraagd of zijn ze
vertraagd?
› Dan gebruik maken van normen:
• Norm: -/+ 2 SD – pc 3/97
› Twee SD is vaak een criterium voor wat ‘echt’ afwijkend is.
Voor heel veel mijlpalen geldt niet dat het een voorspeller is voor hoe de rest van de ontwikkeling zal
verlopen. Daarom ook kwalitatief kijken → hoe laat een kind een bepaald iets zien?
› Kwalitatief criterium:
• Hoe? - variatie → hoe wordt een vaardigheid uitgevoerd?
› Grijpen → een kind kan grijpen maar kwalitatief gezien is de opening van de hand
niet hoe het hoort. Stel je voor dat het niet beter wordt → is dat een kwalificatie
voor dat er iets aan de hand is?
Het blijft altijd lastig om te bepalen wanneer iets atypisch is.
Conclusie
› DE ontwikkeling bestaat niet → we hebben beschrijvingen van hoe ontwikkeling zou kunnen
verlopen, maar elk kind op zijn eigen manier ontwikkelen.
, › Elk kind ontwikkelt op zijn eigen manier
› Toch is ontwikkeling in enige mate voorspelbaar
Maar wat kunnen we dan? Ja. Het is enige mate voorspelbaar. Dus we kunnen iets met de grove mijlpalen.
Als je een bepaald temperament vertoont op een bepaalde leeftijd, dan is de kans groot dat je het later
ook nog laat zien. Het is dus in enige mate voorspelbaar.
Orthopedagogische handelingscyclus
Als er een vermoeden is dat er iets aan de hand is met een kind dan wil je zo vroeg mogelijk signaleren.
De ontwikkelingsdiagnostiek is daarbij belangrijk. Hoe functioneert het ten opzichte van
leeftijdsgenoten?
Tegenwoordig het idee dat vroegdiagnostiek belangrijk is. Als je het vroeg kunt onderkennen (dat er iets
aan de hand is), dan kan een kind ook vroeg de juiste hulp krijgen.
Waarom vroegdiagnostiek? (1)
› Tijdig opsporen van stoornissen om vroeg behandeling/ begeleiding op te starten.
• Als we het laat ontdekken dan kan het lang duren tot een kind in het juiste zorgtraject
komt. Dan kunnen problemen ontstaan dat een kind allerlei problemen ondervindt, niet
optimale deelname aan de maatschappij. Invloed op het gezinsfunctioneren.
• Het kind zou dan niet helemaal kunnen ontplooien tot zijn beste.
› Ouders zo vroeg mogelijk steunen in opvoedingsproces (hulpvragen).
• Faciliteren interactie met ouders en realiseren veilige hechtingsrelatie
• Voorkomen secundaire gevolgen
• Stimuleren ontwikkelingspotentieel
• Adaptief functioneren: zelf leren verzorgen en leren omgaan met leeftijdsgenootjes
• Emotionele verwerking (ouders krijgen erkenning, het is geen onzin dat ze zich zorgen
maken → als ouders zich melden met een probleem dan moet je dat serieus nemen. Ook
als er later niets aan de hand is).
• Maar ook: geruststelling van ouders en verhogen van kennis en vaardigheden. → Hoe
ouders met hun kind moeten omgaan.
, › De geruststelling is ook dat ieder kind zijn eigen tempo van ontwikkeling heeft. Het
is ook niet ongewoon dat het kind zich op het ene domein anders ontwikkelt dan
op het andere domein.
Waarom vroegdiagnostiek? (2)
› Bij diagnose
• Ouders: van onzekerheid naar houvast, bijstellen eisen, minder frustraties ouders/kind,
meer begrip.
› Het betekent nu dit en dit, maar het betekent ook dit voor de ontwikkeling van
het kind.
• Kind: meer begrip omgeving, beter relatie ouders → frustratie wegnemen.
“Gek hoe belangrijk het is dat je een naam hebt voor de afwijking van je kind ... Net alsof de benoemende
waarde van zo’n naam een ordenende kracht heeft, alsof die naam in die verwarrende chaos van
gevoelens en ervaringen het begin van een fundering is waarop je verder kunt bouwen ...”
Johan (vader van Floor)
• Dit voorbeeld laat zien dat het veel frustraties wegneemt bij ouders.
› Kinderwens/ genetic counselling broertjes/zusjes → als er sprake is van problemen die een meer
genetische achtergrond hebben. Als iets genetisch is, dan zouden broertjes en zusjes het ook
kunnen hebben of gaan vertonen.
Vroegdiagnostiek belangrijk, maar… (1)
› Kunnen bepaalde diagnoses bij jonge kinderen worden gesteld? Normale range of stoornis?
• Grote verschillen in verloop ontwikkeling tussen en binnen kinderen.
• Verwevenheid ontwikkelingsdomeinen → problemen op het ene gebied, vaak ook op het
andere gebied. Die verwevenheid maakt dat problemen vaak niet onder 1 noemer
getypeerd kunnen worden.
› Bij jonge kinderen met gedragsproblemen dat laat je vooral zien in
slaapproblemen, fysieke problemen. Later bij kinderen op andere domeinen.
› De oorsprong van een domein kan ergens anders liggen dan dat je het laat zien.
Vroegdiagnostiek belangrijk maar het is heel erg moeilijk en dat heeft te maken met grote individuele
verschillen en verwevenheid.
, • Worden er tegenwoordig meer diagnoses gesteld dan vroeger?
Tegenwoordig steeds meer instrumenten om problemen beter
en sneller in kaart te brengen. Dan zie je die problemen eerder.
• Vroeger vaak: wacht maar even, laat even ontwikkelen, etc. dat
gebeurt nu niet.
› Kan nooit leiden tot:
• Behandeling/genezing van alle kinderen
• Nauwkeurige voorspelling toekomstige mogelijkheden
Wat als er nou niet sprake is van ADHD of autisme? Dat kan invloed hebben op
de opvoeding. Heeft invloed op de interactie en opvoeding van het kind.
- Ouders kunnen angstig worden, etc.
- Daarom is het belangrijk om te weten wat typische ontwikkeling is!!
Kansen van vroegdiagnostiek
Voor de succesvolle onderkenning in vroegdiagnostiek:
› Beter inzicht in hoe ontwikkeling verandert over de tijd d.m.v. onderzoek. → Ontwikkeling in
kaart brengen is heel belangrijk. Alle factoren meenemen !! niet alleen kijken naar het domein
waar de hulpvraag ligt.
• Inzicht in alle op elkaar inwerkende factoren
› Ouderparticipatie: het meer betrekken van
ouders bij vroegtijdige diagnose. Ouders
kennen hun kind het beste. Ouders krijgen
steeds meer zeggenschap in de diagnostiek en
in de interventie. Kinderen zijn altijd
verbonden met hun gezin.
Jeugdgezondheidszorg (vroeg signalering is een van hun dingen die ze moeten doen)
› Consultatiebureau → meerderheid vanuit hier doorgewezen
› Richtlijnen (https://www.ncj.nl/richtlijnen/alle-richtlijnen/)
• Een richtlijn is een document met aanbevelingen, gericht op het verbeteren van de
kwaliteit van zorg, berustend op systematische samenvattingen van wetenschappelijk
onderzoek en afwegingen van de voor- en nadelen van de verschillende zorgopties,
aangevuld met expertise en ervaringen van zorgprofessionals en zorggebruikers.
(Regieraad Kwaliteit van Zorg, 2012).
› Samenwerking met verschillende instanties binnen Nederland die zich bezighouden met
preventieve gezondheidszorg
• Integrale vroeghulp
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annekenienkedeboer64. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.