Samenvatting Supply Chain Management
Introductie van het vak
Mobi = Doet onderzoek naar transitie naar een meer duurzaam, efficiënter systeem met
positieve impact op milieu, economie en maatschappij (bv. Duurzame logistiek waarbij
grootste deel met trein gebeurt, ook onderzoek naar elektrische voertuigen)
Urbanisatie = Hoe openbaar vervoer in steden efficiënter organiseren, hoe leveringen in
stadscentrum efficiënt en duurzaam organiseren
Bv. Je hebt een depot waar zaken uit geleverd moeten worden, hoe kunnen we alles efficiënt
leveren en dan uitstoot en afstand minimaliseren
Introductie van SCM: korte opfrissing
Supply chain = Een netwerk van activiteiten om een afgewerkt product te leveren aan
consumenten:
• Aanbieders voorzien ruwe materialen en componenten
• Manufacturers transformeren deze materialen tot afgewerkte producten
• Deze producten worden gedistribueerd naar retailers via distributiecentra en/of
wholesalers
• De retailer verkoopt de afgewerkte producten aan eindgebruikers
→ Er wordt waarde gecreëerd voor de eindgebruikers
,Bv. Sinaasappels zijn ruwe materialen. Door deze te persen/bottelen creëren we waarde voor
eindklant, nl. klant is bereid meer te betalen voor flesje fruitsap dan voor sinaasappels
afzonderlijk die erin zitten
! Rode pijlen stellen fysieke flow voor, maar SCM gaat over meer dan dat. In het midden van
de figuur staat informatie als een key element, SCM gaat ook over het delen van informatie
tussen alle betrokken partners. Zo staan kleinhandelaars rechtstreeks in contact met klant en
ze hebben goed idee van wat de klant wilt, dit is belangrijk voor hogere levels om bv. In fabriek
een productieschema op te zetten. Ook belangrijk voor voorraad en wanneer er bv. Promoties
zijn.
! SCM kan veel complexer zijn, bv. Nike heeft groot deel van productie geoffshored (uitvoeren
in het buitenland). Daar hebben ze fabrieken die voor hun materialen gaan produceren. Dan
heb je supply chain die complex is en waarin coördinatie een belangrijke rol speelt → Vertrekt
vanuit fabrieken via vrachtwagens, ze worden verscheept naar thuishaven (bv. Haven van
Antwerpen) en via binnenverkeer gaat ze naar Europese distributiecentrum. Van hieruit
worden alle producten verdeeld naar retailers.
Supply chain Management (SCM) = De bedrijfsunctie die het volgende coördineert:
• De flow van goederen van suppliers tot consumenten
• Het delen van informatie
o Verkoopsvoorspellingen, data van verkopen, promoties, inventaris, …
• Tussen alle leden in de supply chain
o Suppliers, interne departementen, transporteurs, third-level bedrijven, …
• Om de waarde voor de klant te maximaliseren en een competitief voordeel te bereiken
o Bv. Stock outs vermijden
→ SCM linkt de operaties van verschillende partners die verschillende manufacturing
processen hebben
! SCM gaat dus niet alleen over fysieke flow van goederen en het puur logistieke (bv.
Transport), maar eigenlijk over het linken van de werking van alle verschillende partners
,Nu gaan we kijken naar hoeveel suppliers je nodig hebt, welke, hoe ervoor zorgen dat je juiste
inputs op juiste moment hebt, … Ook kijken naar hoe we transport op efficiënte en duurzame
manier kunnen organiseren en hoe voorspellen wat vraag eindklant is.
Hoofdstuk 12: Voorraadbeheer
Opfrissing
Er bestaan verschillende types van voorraden. Er zijn verschillende soorten
productieprocessen (bv. Make-to-stock strategy, Assemble-to-order strategy en Makte-to-
order strategy).
Make-to-stock = We hebben een voorraad van ingrediënten (raw materials) en we gaan
volledige pizza reeds bereiden voor klant een bestelling plaatst, bv. Bereiden en invriezen. Je
hebt zowel een voorraad van ruwe materialen als van afgewerkte goederen. Klant zelf heeft
geen input in productieproces en kan geen eisen stellen.
Assemble-to-order = Je hebt een voorraad ruwe materialen en voordat bestelling klant
binnenkomt, ga je al de basis voorbereiden en is deze basis een voorraad. Deze wordt dan
verder afgewerkt na de bestelling, klant kan hier kiezen wat zijn voorkeuren zijn.
Er zijn 5 grote types voorraad:
• Ruwe materialen
o Deze zullen getransformeerd worden tijdens het productieproces
• Componenten
o Onderdelen die een deel zullen uitmaken van het eindproduct
• Work-in-process
o Onafgewerkte goederen die in bewerking zijn door de fabriek
• Afgewerkte goederen
o Producten die klaar zijn om verdeeld te worden aan consumenten
• Distributie
o Afgewerkte goederen in het distributiesysteem (bv. In een warehouse of nog
onderweg naar klant)
! Ook nog een maintenance, repair en operating (MRO) voorraad: items die gebruikt worden
in het productieproces zonder deel uit te maken van het eindproduct (bv. Hulpmiddelen, ook
als machine plots defect is, is het beter dat je vervangstukken in voorraad hebt i.p.v. nog te
moeten bestellen)
, Waarom een voorraad aanhouden:
• Seasonal stock
o Anticiperen op de vraag die niet netjes gespreid is over het hele jaar (bv.
Promoties, seizoenseffecten, …)
o Bv. Ijs verkoopt beter in de zomer en ski’s in de winter. In weken voorafgaand
aan drukke periode zullen ze al iets meer produceren, ook wanneer er
promoties aankomen (bv. Voorraad afgewerkte producten)
• Safety stock
o Buffer tegen fluctuaties in de vraag
o Bv. Supermarkten leggen voorraad aan die net iets groter is dan men verwacht
te verkopen → Risico op stockout minimaliseren
• Cycle stock
o Voordeel halen uit hoeveelheidskorting of aankoopefficiëntie
o Partners in supply chain leggen stock aan door in grotere hoeveelheden
(batches) ineens te bestellen (bv. Supermarkt koopt pakken suiker niet stuk
per stuk aan). Dit doen ze omdat ze bv. Kunnen gebruik maken van
hoeveelheidskorting + efficiënter want maar 1 keer transport, administratie, …
• Transportation inventory
o Goederen in beweging tussen locaties
• Hedge inventory
o Bescherming tegen toekomstige evenementen (bv. Stakingen bij
groothandelaar volgende week, dan zal kleinhandelaar deze week meer
bestellen)
o Bv. Als kleinhandelaar denkt dat prijs product volgende week gaat stijgen
De doelen van voorraadbeheer:
• Het bieden van het gewenste customer service level, genoeg voorraad om te kunnen
voldoen aan vereisten klant
o Drie criteria hiervoor gebruiken
▪ Hoeveel procent van de orders komt op tijd bij klant aan (efficiënt
voorraadbeleid)
▪ Je kan dit opsplitsen door de kijken op niveau van orderlijn
• Orderlijn = Een bepaald order kan bestaan uit verschillende
producten, dan kijken naar elk product binnen order of we dit
op tijd kunnen verschepen
▪ Nog exacter is ook rekening houden met belang verschillende
orderlijnen
• Bepaalde producten worden vaak besteld, hebben grote
waarde, …
• Berekenen van dollar volume = Wat is hoeveelheid producten
die verkocht worden op jaarbasis en waarde individueel product
en dit vermenigvuldigen
▪ Bij deze drie ga je ervan uit dat klant extern is
o Hoeveelheid idle time is criteria bij interne klanten
▪ Idle time = Tijd dat bepaald werkstation niet kan produceren omdat het
benodigde input uit vorige werkstation nog niet ontvangen heeft
▪ Idle time wil je minimaliseren, vorige drie wil je maximaliseren