Vragen Sportsociologie
Sociologie.
1. Wat is sociologie en wat doet ze?
Sociologie is de studie van de sociale relaties tussen mensen, en in het bijzonder van de politieke,
culturele, religieuze en economische aspecten van menselijke samenlevingen. Daarbij staan vooral de
inrichting en veranderingen daarvan, alsmede sociale problemen centraal.
Sociologen bestuderen mensen en hun gedrag in hun sociale omgeving, in relatie tot de heersende
cultuur, de bestaande maatschappelijke structuren en aanwezige machtsstructuren. Praktisch gezien
betekent dat de bestudering van het dagelijkse leven van mensen.
2. Wat is sportsociologie?
Sportsociologie is een deeldiscipline binnen de sociologie waarbij gefocust wordt op sportbeoefening en
-beleving als een sociaal fenomeen. Het is een studiegebied over de verschillende socioculturele
structuren, patronen en organisaties die betrokken zijn bij het fenomeen sport
1) Veranderingen in de samenleving: impact op de sport.
3. Geef 3 demografische veranderingen die een invloed hebben op het sportgebeuren en leg uit.
I. Ontgroening: Begin jaren 80 en 90 zijn er minder kinderen geboren, dit heeft grote implicaties
voor de sociale zekerheid, het onderwijs, de werkgelegenheid en ook de sport.
II. Gezinsverdunning: Toename van de groep van alleenstaande ouders en alleenstaande ouderen.
Ook groeien meer en meer kinderen op in nieuw samengestelde gezinnen en zorgen de
maatschappelijke en professionele verwachtingen voor een drukbezet leven, ook in “gewone”
gezinnen. Dat beïnvloedt dan weer de sport.
III. Vergrijzingstendens: Veroudering van de gemiddelde leeftijd, bijna 1 op 5 mensen is ouder dan
65.
4. Geef 3 maatschappelijke veranderingen die een invloed hebben op het sportgebeuren en leg
uit.
I. Toename van de vrije tijd: vermindering van de wekelijkse arbeidstijd en de toename van de
jaarlijkse vakantietijd hebben bijgedragen tot de democratisering van de sport.
II. Media: Dankzij de media heeft sport een meer centrale plaats in de samenleving gaan innemen.
De media hebben de sport nog populairder gemaakt dan zij zelf al was.
III. Veranderingen in de levensomstandigheden van de mens: Dankzij de technische vooruitgang
hebben er gunstige veranderingen plaatsgenomen, zoals de vermindering van besmettelijke
ziekten door vaccinaties, een toenemende hygiëne, een toename in comfort (bv. auto ..), maar
ook nadelige veranderingen zoals: sedentarisme (mens beweegt nauwelijks),
voedingsgewoonten, stress en individualisering
2) Veranderingen binnen de sport.
5. Geef de veranderingen binnen de sport en leg uit.
Vroeger (1969) was er een duidelijk sterk sociaal verschillend sportdeelname. Mannen en vrouwen die
toen een hogere opleiding hadden genoten, die een hogere sociale beroepspositie bekleedden en die uit
OPLOSSINGEN SPORTSOCIOLOGIE - KENNY BASTELEUS 1
, meer verstedelijkte middens kwamen, kenmerkten zich door een sportieve levensstijl, terwijl dit niet zo
was bij de sociaal minder bedeelden.
Twintig jaar later (1989), was deze sportieve levensstijl veel meer gemeengoed geworden. De
laaggeschoolden, mannen en vrouwen uit de lagere beroepsmiddens en uit de plattelandsgemeenten
waren allemaal mee geëvolueerd naar een meer sportieve levensstijl, toch bleven er verschillen
bestaan.
Ook zijn het aantal verschillende sporttakken in 30 jaar (1969-1999) toegenomen. Toch blijven er nog
steeds sociale verschillen bestaan. Mannen en vrouwen met een hogere opleiding of hogere
socioprofessionele status blijken nog steeds meer verschillende sporten te beoefenen dan mannen en
vrouwen uit de lagere intellectuele en sociale kringen.
Vandaag de dag blijkt de sportbeoefening in Vlaanderen weinig prijselastisch te zijn, m.a.w. de hoogte
van de toegangsprijs tot sportinfrastructuur heeft geen belangrijke invloed op de sportparticipatie van
clubsporters. Echter, de lagere sociale klassen vormen een uitzondering op deze algemene regel. Deze
groep blijkt nog steeds beduidend gevoeliger te zijn voor prijsschommelingen. Een laag inkomen
vermindert de keuze en beschikbaarheid van activiteiten en kan ook de wens om deel te nemen
verminderen.
3) G-sport in Vlaanderen.
6. Wat is G-sport?
Onder G-sport verstaan we ‘alle sporten waaraan personen met een beperking, inclusief of exclusief,
kunnen deelnemen, al dan niet georganiseerd in clubverband, al dan niet op een andere manier
georganiseerd. Zowel op recreatief, competitief als op topsport niveau. De focus ligt steeds op de
mogelijkheden van de sporter.
7. Geef de definitie van psychische kwetsbaarheid.
Een psychische kwetsbaarheid is het geheel van emoties, gedachten of gedragspatronen die in een
gegeven maatschappelijke context het persoonlijke en sociale functioneren van mensen beperkt,
doordat ze afwijken van de norm. De persoon zelf lijdt eronder.
8. Men kijkt op veel verschillende manieren naar die psychische kwetsbaarheid. Dit noemt men
framing. Geef de 5 frames en geef hierbij de invalshoek.
I. Angst voor het onbekende
a. Invalshoek: “Mensen met een psychische aandoening moet je wantrouwen. Door hun
aandoening zijn ze onberekenbaar en vormen ze een mogelijk gevaar voor de
samenleving. Hen veilig wegstoppen is de boodschap”.
II. Zelfcontrole
a. Invalshoek: “Mensen met psychische aandoeningen doen het zichzelf aan. Ze leggen te
weinig wilskracht en zelfcontrole aan de dag om zelf komaf te maken met hun
psychische problemen. Ze moeten sterker worden en hun probleem zelf oplossen”
III. Het monster
a. Invalshoek: “Psychische aandoeningen zijn een duistere vijandige kracht die mensen
terroriseert en hun leven inpalmt. Mensen vechten tegen het monster en boeken soms
een overwinning, maar het kan altijd opnieuw toeslaan. Ze zijn er de speelbal van”
IV. De zwakste schakel
a. Invalshoek: “Mensen met psychische aandoeningen zijn zwakke probleemgevallen. Zij
kunnen niet mee met de rest en voldoen niet aan wat onze moderne samenleving
verwacht en eist. Dat komt door hun gebreken en karaktereigenschappen. Die zijn al
dan niet aangeboren. Zoals niet bestand zijn tegen stress”
V. Een gemakkelijke prooi
OPLOSSINGEN SPORTSOCIOLOGIE - KENNY BASTELEUS 2