100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting ethisch en juridisch handelen - ethiek €11,39
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting ethisch en juridisch handelen - ethiek

 35 keer bekeken  0 keer verkocht

het volledige leerpad samen met alle vragen en hun (uitgebreide) antwoorden. het document bevat volzinnen. de examenantwoorden zijn onderverdeeld in kennisvragen en inzichtsvragen, het is de bedoeling bij de inzichtsvragen om hier je eigen interpretatie te kunnen geven, dus dat is geen blokwerk. ...

[Meer zien]

Voorbeeld 3 van de 26  pagina's

  • 8 april 2021
  • 26
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
silkedevuyst

Beschikbare oefenvragen

Flashcards 16 Flashcards
€5,49 2 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

Wat zijn waarden en normen en hoe verhouden ze zich tegenover elkaar?

Antwoord: Waarden zijn ideeën en opvattingen die door een groep van mensen worden gedragen (bv. eerlijkheid, vrijheid, respect). Ze zijn abstracter geformuleerd waardoor ze nooit ten volle haalbaar zijn. Je laat je erdoor inspireren, ze geven aan wat waardevol is. Normen zijn meer context gebonden. Het zijn gedragsregels en worden geformuleerd op de vooropgestelde waarden om deze zo goed mogelijk te realiseren. Ze geven aan wat niet en wel kan in situaties. waarden leiden naar specifieke normen. Zo krijg je de gedragsregel (norm) dat iedereen die een werf betreed een helm moet dragen, uit de abstracte waarde van veiligheid.

2.

Vanaf het einde van de jaren ’60 is een nieuwe medische ethiek ontstaan. Wat is kenmerkend voor deze ‘nieuwe(?)’ medische ethiek, waardoor verschilt ze van de ‘vroegere’ medische ethiek?

Antwoord: De ‘vroegere’ medische ethiek richtte zich op een ethiek die beoefend werd door medici en hulpverleners (beroepscode). Door het volgen van deze beroepscode wordt je een goede beroepsbeoefenaar. Vanaf het eind van de jaren 60’ ontstond er een gezondheidsethiek: een poging om zorgvragers een stem te geven en grenzen te stellen aan de medische macht. Deze gezondheidsethiek richtte zich dus voornamelijk op de cliënt en zijn macht over eigen lichaam, in tegenstelling tot de beroepscode die gemaakt was voor de zorgverlener om te volgen.

3.

De gezondheidszorg kent een steeds wijzigende context. Een cliëntgerichte oriëntatie in de medische ethiek hangt samen met de ontwikkelingen in de geneeskunde zelf, maar ook met veranderingen in de samenleving en de cultuur. Binnen het thema ‘Medische ethiek’ worden vijf factoren naar voor geschoven waardoor nieuwe vragen/problemen ontstaan. Welke zijn de vijf factoren?

Antwoord: - Wetenschappelijk onderzoek: grote evolutie in wetenschappelijk onderzoek waardoor vragen ontstaan rond proefpersonen, medische experimenten, nieuwe onderzoeksmethoden… - Technologische ontwikkelingen: toename van geneeskundige kennis waardoor vragen ontstaan rond overname van natuurlijke functies door technologie en apparatuur, macht over sterven en leven, … - Demografische veranderingen: stijging van gemiddelde leeftijd waardoor vragen ontstaan rond nood aan medische interventies bij bejaarden, zorgvoorzieningen, euthanasie, … - Maatschappelijke veranderingen: ontwikkeling van de actieve welvaartstaat waardoor vragen ontstaan rond de hoge kost van gezondheidszorg, wie zorg krijgt en wie niet, … - Morele onzekerheid: de verandering in denken over ethiek zelf waardoor de patiënt niet langer een object is die een behandeling ondergaat. Vragen rond zelfbeschikkingsrecht, patiëntenrechten, bewindvoerders, …

4.

Volgens Beauchamp en Childress is het medisch handelen gebaseerd op vier principes (later zijn er twee aan toegevoegd). Geef de vier principes die besproken en gebruikt worden tijdens de lessen ethiek.

Antwoord: Vier principes die geworteld zijn in een common morality: - Weldoen, of het bevorderen van welzijn - Niet schaden - Rechtvaardigheid - Respect voor autonomie

5.

Een moreel oordeel moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Welke voorwaarden zijn opgenomen in het leerpad (en worden besproken tijdens de lessen)? Verduidelijk elk van de opgesomde voorwaarden.

Antwoord: Een moreel oordeel is prescriptief: het schrijft een bepaald gedrag of manier van handelen voor. Een moreel oordeel moet universaliseerbaar zijn: iedereen die zich in een vergelijkbare situatie bevindt, moet zich volgens de regels gedragen of ernaar beoordeeld worden. Morele oordelen verdienen voorrang (primauteit) : bij beoordeling verdienen morele overwegingen voorrang te krijgen op niet-morele.

6.

Lawrence Kohlberg deed onderzoek naar de ontwikkeling van de autonomie in het morele oordelen en de relatie tussen opvattingen over goed en kwaad en het daadwerkelijke gedrag. Hij kwam hij tot een indeling van de morele ontwikkeling in drie niveaus en zes stadia. Benoem de drie niveaus en leg uit waarvoor ze staan.

Antwoord: • Het preconventionele niveau: Op dat niveau spreken de mensen niet als leden van de gemeenschap. Wat moet en wat niet mag, wordt door anderen beslist. • Het conventionele niveau: Mensen maken bewust deel uit van de samenleving. Moreel goed handelen is meer dan een aantal afspraken. Ze willen ‘goed’ handelen zoals dit binnen hun familie en gemeenschap geformuleerd wordt. • Het postconventionele niveau: Op dit niveau zijn mensen zich bewust van de samenleving. Ze zitten echter niet vast aan de samenleving. Ze kunnen nadenken over hoe een samenleving er best zou uitzien, welke waarden en normen er zouden moeten zijn.

7.

Bij het vormen van ons moreel oordeel moeten we loskomen van onze eigen belangen en komen tot een evenwichtig oordeel dat rekening houdt met de perspectieven van anderen. Loskomen van onze eigen positie kunnen we doen door ons te verplaatsen naar de ‘originele positie’ (Rawls). Leg uit: originele positie.

Antwoord: Omdat we geneigd zijn te redeneren vanuit ons eigenbelang, is het volgens Rawls noodzakelijk om uit te gaan van een situatie waarin we niet weten wie of wat we zijn. In deze denkbeeldige situatie, die Rawls de ‘original position’ noemt, bevinden we ons onder een sluier van onwetendheid: we weten niet of we arm of rijk zijn, jong of oud, slim of dom, allochtoon of autochtoon. Kortom, we weten niet in welke maatschappelijke positie we ons bevinden. Daardoor is in de original position ons eigen belang in ieders belang. Stel je voor dat je wel beroep kan doen op je kennis en je denkvaardigheden, maar dat je niet weet wat je eventuele plaats in de samenleving is, welke status je bekleedt, wat je leeftijd is, je intelligentie, je geslacht... Door je te verplaatsen naar de originele positie verplicht je jezelf (tijdens het denkproces) om rekening te houden met iedere mogelijke positie, ook de minst aannemelijke.

8.

De ethiek wordt ingedeeld in descriptieve ethiek, normatieve ethiek en meta-ethiek. Wat is normatieve ethiek?

Antwoord: In de normatieve ethiek worden de gangbare normen en waarden beoordeeld en wordt er gekeken hoe ze theoretisch te verantwoorden zijn. De normatieve ethiek neemt afstand. De afstand die nodig is om theorieën te ontwikkelen waarin abstracte, rationele en verantwoorde uitgangspunten voor het handelen worden aangegeven. De uitgangspunten zijn een richtlijn voor het toekomstig handelen en een vergelijkingspunt voor de beoordeling van het huidige handelen.

Flashcards 12 Flashcards
€7,29 3 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

Vaak is een probleem geen exclusief moreel probleem. Leg uit. Verduidelijk met een voorbeeld.

Antwoord: vaak is een probleem geen exclusief moreel probleem en is er bv. Ook een economische, organisatorische, politieke of psychologische dimensie aan verbonden. Om te willen inzien of te willen weten (perceptie van de situatie) dat er een moreel probleem is, moet je bereid zijn het morele probleem te zien. Een voorbeeld hiervan: Niels weet dat zijn mama ongeneselijk ziek is, zijn mama weet dit nog niet. Niels weet niet wat de doen in deze situatie: door de waarheid te vertellen gaat zijn mama nog meer afzien maar ze heeft wel het recht om deze informatie te hebben. Er spelen 2 factoren een rol: de mama hoort de waarheid te weten, maar hij wilt zijn mama ook niet meer pijn aandoen. Niels moet een beslissing maken  ethisch dilemma.

2.

Een situatie is niet altijd voor iedereen een moreel probleem. Leg uit. Verduidelijk met een voorbeeld.

Antwoord: Het hangt af van de perceptie van de situatie, de waarden van de betrokkenen en de normen binnen de (sub)cultuur waarin men functioneert. Een voorbeeld hiervan: In Rusland is het wettelijk verboden om je homoseksuele/lesbische partner publiekelijk een kus te geven. In België is dit niet het geval dus zal dit moreel probleem niet om jou (in België) van toepassing zijn. Je zit hier in een andere cultuur, de normen en waarden zijn anders en de situatie is anders bij ons. (denk bij deze vraag aan andere wetgevingen, normen en waarden die bij jou niet van toepassing zijn maar wel in een ander land, ander huishouden, …)

3.

Volgens Beauchamp en Childress is het medisch handelen gebaseerd op vier principes (later zijn er twee aan toegevoegd). Deze principes kunnen in concrete gevallen leiden tot een dilemma. Verduidelijk en geef een concreet voorbeeld.

Antwoord: De 4 principes: - Weldoen, of het bevorderen van welzijn - Niet schaden - Rechtvaardigheid - Respect voor autonomie Een patiënt die buiten bewustzijn (onbekwaam) is met zijn zoon als vertegenwoordiger: de zoon vraagt om morfine toe te dienen om de dood te bevorderen maar de arts zit vastgebonden aan het principe van niet schaden: het toedienen van morfine voor de dood te bevorderen gaat tegen dit principe (niet schaden/dooddoen) in. Terwijl de zoon het sterfbed ondragelijk acht voor de patiënt en dus uit het principe van weldoen werkt.

4.

Volgens Beauchamp en Childress is het medisch handelen gebaseerd op vier principes (later zijn er twee aan toegevoegd). Geef twee richtlijnen uit de deontologische code voor verpleegkundigen/ethische code ergotherapeuten die je zou plaatsen onder ‘respect voor autonomie’ en verduidelijk waarom ze onder dit principe thuishoren.

Antwoord: • De patiënt kiest zelf of hij instemt met de zaken die de verpleegkundige doet, enkel dan mogen de handelingen uitgevoerd worden. • De verpleegkundige dient altijd toestemming te vragen aan de patiënt. Hij heeft dus nog veel verantwoordelijkheid over zichzelf, zijn verzorging en de evolutie van zijn gezondheidstoestand. • De VPK moet de patiënt respecteren zoals hij/zij is. De VPK moet rekening houden met: de rechten, de waarden, de normen, gewoonten, gebruiken en overtuigingen van de individuele patiënt. • heeft het recht om te weigeren om bepaalde interventies uit te voeren indien deze schade aan een cliënt zouden kunnen berokkenen, ook als een professional of meerdere dat vraagt.

5.

Volgens Beauchamp en Childress is het medisch handelen gebaseerd op vier principes (later zijn er twee aan toegevoegd). Geef twee richtlijnen uit de deontologische code voor verpleegkundigen/ethische code ergotherapeuten die je zou plaatsen onder ‘niet schaden’ en verduidelijk waarom ze onder dit principe thuishoren.

Antwoord: • beschermt ieders belangen, in het bijzonder die van kwetsbare personen. • neemt de nodige stappen om bij de cliënten en het team gezondheid, veiligheid en welzijn te verzekeren en om (het risico op) schade te voorkomen. • stelt geen gedrag dat onnodige mentale, fysieke en morele stress en pijn teweegbrengt. • weerhoudt zich van persoonlijke of professionele relaties met cliënten als die schade kunnen berokkenen of op een bepaalde manier in conflict zijn met professioneel oordeel en objectiviteit.

6.

Ethiek als actieve praktijk vereist overleg. Zijn er voldoende overlegmomenten binnen de gezondheidszorg/verpleegpraktijk? Waar en wanneer kunnen ethische problemen aangebracht worden en/of besproken worden?

Antwoord: Waar ik stage liep was er eendaags een overdracht waar de verpleegkundigen alle bewoners overliepen en zo de medische informatie doorgaf. Echter was er nooit sprake van een ethisch overleg en heb ik nooit gehoord van de ethische kant van het verhaal. Ook had ik door dat er een bewoner was die niet wou mee doen aan activiteiten. Hierop werd de familie kwaad en dan zal de bewoner verplicht bij de activiteiten die hij niet wou meedoen. In de zorgsector wordt er volgens mij nog te weinig focus gelegd op ethiek en vallen velen in de zorg in hun gewoonte patroon. Ethiek kan op vele momenten besproken worden, zowel samen met de alle verpleegkundigen, met de bewoners/patiënten en hun familie moest dit nodig zijn. Er moet veel meer gehamerd worden op de autonomie van patiënten/cliënteel die nog bekwaam is om keuzes te maken over eigen doen.

Ethiek leerpad
Waarden, normen, ethiek en moraal
De termen ‘waarden’ en ‘normen worden vaak samen uitgesproken, alsof ze dezelfde betekenis
hebben. Er is echter een verschil tussen beide.

Waarden geven aan wat nastrevenswaardig is. Waarden zijn ideeën en opvattingen die door een
groep van mensen worden gedragen (bijvoorbeeld eerlijkheid, individuele vrijheid, respect voor
anderen). Doordat ze ‘abstracter’ geformuleerd worden, zijn ze niet zo maar af te dwingen. Je kan
ernaar leven, ze kunnen inspireren, maar ze lijken nooit ten volle haalbaar. Waarden zijn evaluatief,
ze laten toe om bijvoorbeeld een situatie te evalueren, ze geven aan wat waardevol is.

Normen zijn prescriptief. Normen zijn meer context gebonden. Normen zijn concrete gedragsregels
en worden geformuleerd om de vooropgestelde waarden zo veel mogelijk te realiseren. Ze geven aan
wat je moet doen en wat je niet mag doen (bijvoorbeeld je mag niet liegen, je moet de waarheid
vertellen). Normen zijn een leidraad voor het handelen. Ze helpen bij het beoordelen van het gedrag
of de handeling, het voldoet aan de norm of niet.

Ethiek is de systematische (wetenschappelijke) studie van het morele, de leer van de moraal. Moraal
verwijst naar de verzameling van gedragsregels en opvattingen die binnen een samenleving als
vanzelfsprekend worden aanvaard en die een weerspiegeling zijn van de heersende waarden en
normen binnen de samenleving.

Een moreel probleem
Wat maakt een probleem tot een moreel probleem? Vaak is een probleem geen exclusief moreel
probleem en is er bijvoorbeeld ook een economische, organisatorische, politieke of psychologische
dimensie aan verbonden. Om te willen inzien of te willen weten (perceptie van de situatie) dat er een
moreel probleem is, moet je bereid zijn het morele probleem te zien.

Aandacht voor de context
Vraag/bedenking

Welke dimensies zijn volgens jou mogelijks verbonden aan volgende situatie?

Een zorgverlener werkt op een acute dienst geriatrie. De zorgverlener is gespecialiseerd in het
positioneren van mensen in bed en zetel. Op een dag wordt de zorgverlener gevraagd om een
patiënt op de intensive care unit te positioneren zodat hij meer comfort heeft en minder pijn. Na de
eerste vraag komen er meerdere vragen van dezelfde en andere diensten om tussendoor iemand te
positioneren. Totdat de zorgverlener dit niet meer mag doen. De werkgever laat verstaan dat ze deze
handeling niet kunnen verrekenen aan de patiënt, het kan ook niet opgenomen worden in de
ligdagprijs. En wat als er door de handeling iets fout gaat met de patiënt en/of de zorgverlener?

en situatie is dus niet altijd en niet voor iedereen een moreel probleem. Het hangt af van de
perceptie van de situatie, de waarden van de betrokkenen en de normen binnen de cultuur of
subcultuur waarin men functioneert.

Wat is jouw mening over de pedagogische tik?

,Misschien wel het vervelendste aan een moreel probleem is de moeilijkheid om het probleem op te
lossen, een oordeel te vellen. Een probleem krijgt een morele dimensie als de situatie of de
handeling beoordeeld wordt vanuit een moreel standpunt, verwijzend naar waarden (evaluatie,
waardering) en normen (beoordeling, voldoet aan de norm of niet).

Medische ethiek
De medische ethiek is jarenlang een beroepsethiek geweest, een vorm van ethiek die enkel door
medici en hulpverleners zelf beoefend werd. Het resultaat was een beroepscode. Het naleven van de
beroepscode en de daarmee gepaard gaande attitudes, zorgde voor ‘goede’ beroepsbeoefenaars.

Vanaf het einde van de jaren ’60 is een nieuwe medische ethiek ontstaan, een gezondheidsethiek,
die rekening houdt met de cliënt en zijn zelfbeschikkingsrecht. Het was van bij het begin een poging
om zorgvragers een stem te geven en grenzen te stellen aan de medische macht. Een gewijzigde
maatschappelijke en socioculturele context en ontwikkelingen in de gezondheidszorg en welzijnszorg
voedde de noodzaak tot een cliëntgerichte oriëntatie in de medische ethiek.

In ‘Medische ethiek’ (2003, p. 33 e.v.) wijzen ten Have e.a. vijf factoren aan als oorzaken van
verandering waardoor nieuwe vragen (problemen?) ontstaan.

(1) Wetenschappelijk onderzoek, ondermeer de grote evolutie in wetenschappelijk onderzoek
waardoor vragen ontstaan rond proefpersonen, medische experimenten, nieuwe
onderzoeksmethoden, … .

(2) Technologische ontwikkelingen, ondermeer de grote evolutie en toename van geneeskundige
kennis waardoor vragen ontstaan rond overname van natuurlijke functies door technologie en
apparatuur, macht over leven en sterven, … .

(3) Demografische veranderingen, ondermeer de stijging van de gemiddelde leeftijd waardoor
vragen ontstaan rond nood aan medische interventies bij hoogbejaarden, gebruik van
zorgvoorzieningen, levensbeëindigend handelen, … .

(4) Maatschappelijke veranderingen, ondermeer de ontwikkeling van de actieve welvaartstaat
waardoor vragen ontstaan rond de hoge kost van de gezondheidszorg, wie krijgt zorg en wie niet, … .

(5) Morele onzekerheid, ondermeer de veranderingen in het denken over ethiek zelf waardoor de
patiënt niet langer een object is die de behandeling ondergaat. Hierdoor ontstaan er vragen rond
zelfbeschikkingsrecht, patiëntenrechten, wie mag of moet beslissen bij problemen, … .

Ethische beginselen van zorg en hulpverlening
“Onder hulpverlening worden alle situaties begrepen waar één partij beroepshalve een andere partij
helpt. (…) Helpen is dus enerzijds een doelgerichte praktijk waarbij een hulpverlener, gebruikmakend
van zijn specifieke competentie of expertise, bepaalde welzijns- of gezondheidsdoeleinden van een
hulpvrager of hulpbehoevende vooruithelpt en daarbij door bepaalde waarden en normen wordt
geleid. Anderzijds is helpen een intermenselijke relatie die eveneens door bepaalde waarden en
normen wordt geleid.” (Coene, Raes, 2008, p. 155) Deze waarden en normen “… verhouden zich
inter-dependent, in die zin dat relationele waarden en normen invloed uitoefenen op de ethisch
verantwoorde manieren om wenselijke doelen na te streven en dat die ethische wenselijke doelen
tegelijk invloed uitoefenen op de kwaliteit van de intermenselijke verhouding.” (Coene, Raes, 2008,
p. 155)

, Beauchamp en Childress presenteerden eind jaren zeventig een eerste codificatie van de nieuwe
(gezondheids)ethiek. Volgens hen is het medisch handelen gebaseerd op vier principes die geworteld
zijn in een common morality.

1. Weldoen, of het bevorderen van het welzijn

2. Niet schaden

3. Respect voor autonomie

4. Rechtvaardigheid

Meer recent werd de lijst aangevuld met:

5. Bescherming van de menselijke waardigheid

6. Gepast gebruik maken van middelen

Deze principes kunnen in concrete gevallen leiden tot tegengestelde conclusies met betrekking tot
wat ethisch geboden is. In dergelijke gevallen is er sprake van een dilemma.

Men kan bijvoorbeeld zorgen voor het welzijn van de persoon en de pijn bestrijden met medicatie.
De medicatie zorgt er echter voor dat de cliënt suf wordt en niet meer autonoom kan beslissen. De
evolutie van de medische technieken en behandelingen heeft tot gevolg dat men in staat is om meer
mensen (langer) in leven te houden. Hierdoor creëert men een nieuwe groep van mensen met
problemen die moeilijkheden ondervinden om te participeren in de maatschappij. Zeer ernstige
letsels of stoornissen, die vroeger onherroepelijk tot de dood leidden, kunnen nu behandeld worden
zodat de persoon in leven blijft. Deze zeer ernstige letsels of stoornissen zijn in de meeste gevallen
echter de oorzaak van zeer ernstige beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten. De behandeling
kan langdurig en pijnlijk zijn en niet geven wat de cliënt had verwacht. Het beoogde welzijn wordt
niet bereikt. Men kan autonoom beslissen om niet meer deel te nemen aan de therapie. Moet men
deze weigering respecteren?

EXAMENVRAGEN
Kennis

Wat zijn waarden en normen en hoe verhouden ze zich tegenover elkaar?

Waarden zijn ideeën en opvattingen die door een groep van mensen worden gedragen (bv.
eerlijkheid, vrijheid, respect). Ze zijn abstracter geformuleerd waardoor ze nooit ten volle haalbaar
zijn. Je laat je erdoor inspireren, ze geven aan wat waardevol is. Normen zijn meer context
gebonden. Het zijn gedragsregels en worden geformuleerd op de vooropgestelde waarden om deze
zo goed mogelijk te realiseren. Ze geven aan wat niet en wel kan in situaties.

waarden leiden naar specifieke normen. Zo krijg je de gedragsregel (norm) dat iedereen die een werf
betreed een helm moet dragen, uit de abstracte waarde van veiligheid.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper silkedevuyst. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €11,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€11,39
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd