100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN : volledige samenvatting €13,39   In winkelwagen

Samenvatting

COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN : volledige samenvatting

 26 keer bekeken  0 keer verkocht

volledige samenvatting van het vak ' communicatiewetenschappen' (alle lessen zelf bijgewoond)

Voorbeeld 8 van de 76  pagina's

  • 8 april 2021
  • 76
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (9)
avatar-seller
ma2
!! VERWERKINGSTIPS AAN EIND VAN HOOFDST (CURSUS)




inleiding


communicatiewet = belangrijk voor : media is 4e macht, politici moet overtuigen, profit organisaties,
hoe als communicatiemanager omgaan met pers

- vb. slank als ideaal/norm - coca cola flesjes worden bekend door personalisatie – journalisten
die een verantwoordelijkheid dragen (hoe omgaan met gevoelige topics) – corona :
maatregelen duidelijk communiceren

= gebaseerd op theorieen en wet. Onderzoek
- bv Trump die een uitspraak doet obv intuitie, verklaart agressief gedrag door games ipv toe
te geven dat het komt door makkelijke beschikbaarheid van wapens.


basisconcepten + modellen


RETORIEK
ARISTOTELES: 3 intrinsieke middelen om publiek te overtuigen (persuasieve communicatie)
- ethos : persoonlijkheid + waarden vd spreker
- pathos : inspelen op emoties v publiek
- logos : logica v argumentatie

- vb Obama: werkt met storytelling/narratieve strategie (ipv statistieken en feiten een
persoonlijke ervaring meedelen)

ETYMOLOGIE
woordenboekdef
= gemeenschappelijk maken vs transmissie
- mededeling, kennisgeving : klemtoon op ZENDER
- verbinding : TRANSPORT
- uitwisseling v gedachten : geen eenzijdig proces

wetenschappelijke def
: talrijk ! met verschillende psp (bruikbaar / logisch / niet tegenstrijdig / onderscheidend)

2 belangrijke psp
PROCESSCHOOL : communicatie = transmissie van boodschappen
(eenrichtingsverkeer, zender heel centraal, wil ontvanger beinvloeden, klemtoon HANDELING
verschillende actoren)
Nadruk op hoe zender encoderen en decoderen + hoe kanalen en media efficient kunnen worden
ingezet

Communicatie is een (beinvloedings)proces : heeft bepaalde functie / doel
verschil tss input en output = communicatiefout : doel werd niet bereikt

BASIS: psychologie + sociologie (mensen willen iets bereiken)
Richt zich op communicatieactiviteiten / acts

,!! VERWERKINGSTIPS AAN EIND VAN HOOFDST (CURSUS)


BETEKENISCREATIESCHOOL : communicatie = uitwisseling van betekenissen
(tweerichtingsverkeer:, boodschap centraal , focus op UITWISSELING)
Nadruk op hoe boodschappen / teksten interageren met mensen om zo betk tot stand te brengen

verschil tss input en output = geen fout, maar komt bv door culturele verschillen tss partijen
(vb mensen die hetzelfde boek lezen - versch interpretatie – wordt niet gezien als communciatiefout)

BASIS: semiotiek (inhoud centraal)
Richt zich op producten v communicatiewebsite, reclame, film – het bestuderen v teksten

vb advertentie
processchool: adv niet geslaagd, je wekt de omgekeerde reactie op bij je ontvanger
betekeniscreatieschool: dit is de boodschap, de makers hadden deze bedoeling maar de publiek
heeft verschillende interpretaties

vb
sms = communicatie
lichaamstaal / non verbaal
geen reactie op comedian : geslaagde opzet of niet

CONTROVERSEN + BREEKPUNTEN
1. INTENTIONALITEIT
communicatie moet bewust (processchool) gebeuren of niet (betekeniscreatieschool)
processchool: TELEOLOGISCHE OPVATTING : zender heeft een doel, wil bepaalde uitkomst
produceren (massacommunicatie)

non-verbale communicatie: GEDRAGSOPVATTING : alle gedrag v mensen is communicatief 1,2,3,4
teologische opv: ‘’informatief’’!
4 situaties




! intentionaliteit is moeilijk vast te stellen ( volkser overkomen door pintje te drinken = strategie )

2. GESLAAGDHEID
criterium / voorwaarden (Fauconnier) GC= E + T + Ox + Ib + Ub?

geslaagde communicatie, E = expressie gericht op persoon x
T = transmissie (sturen) O = ontvangst I = interpretatie Ib = bedoelde interpretatie
Ub = uitwerking Unb = niet bedoelde uitwerking


3. RICHTING VAN DE COMMUNICATIE
- Eénrichtings- (processchool) / tweerichtingsverkeer (betekeniscreatieschool)
- Lineair / circulair (interpersoonlijke comm)
- Feedback is volgens processchool gwn een nieuw proces v communicatie

,!! VERWERKINGSTIPS AAN EIND VAN HOOFDST (CURSUS)


4. OBSERVATIENIVEAU : algemeen of enkel “menselijke” communicatie
5 COMMUNICATIENIVEAUS: Intrapersoonlijk (praten met jezelf/gedachten) /
Interpersoonlijk / Communicatie in (kleine) groepen / Organisatiecommunicatie /
Massacommunicatie

vb niet-menselijke communicatie : chatbox : communicatie met een bot

ELEMENTEN VH COMMUNICATIEPROCES
BRON / ZENDER
– Onderscheid tussen bron (persoon) en zender (toestel, technisch)
– Zender encodeert en zendt door
– Macht van zender (zie proces – betekeniscreatieschool)
ONTVANGER / BESTEMMELING
– Ontvanger (= vb telefoontoestel) en bestemmeling (=persoon, brein, oor)
– Ontvanger decodeert + interpreteert
– Na zenderdominantie, meer aandacht voor ontvanger (door social media is de
ontvanger niet meer passief, ruimte voor feedback en argumentatie, van passief
naar actief = prosumer : producer + consumer )
BOODSCHAP
- er worden TEKENS overgedragen , geen betekenis/info
- = verbale en/of niet verbale stimuli (tekens) die betk dragen
- Tekens: signifiant (betekenaar) (=(non) verbale stimuli) + signifié (betekende) (= betekenis)
o Symbolen: geen natuurlijke relatie, maar conventie
( vb wijsvinger + middelvinger = 2 / middelvinger : onbewuste afspraak)
o Iconen: fysieke gelijkenis tussen betekenaar en betekende (bv. foto, pictogram, ….)
o Indices: sensorische ervaring A verwijst naar B (donkere wolken zijn index van regen)
Vbn ppt
- Repertorium/systeem van tekens: (en)coderen en decoderen
- Coderen = het omzetten in een code die de transmissie mogelijk maakt (dus de
boodschap/inhoud verwerken tot tekens (gedachte-teken-signaal)
- Decoderen: ontdoen v codes
Vb decoderen ppt: ‘’wat doe je dit weekend” = eigenlijk “wil je samen iets doen”
SIGNAAL
= luchttrillingen / lichtgolven = dragers van tekens
Primaire : overdracht via zintuiglijke prikkels (face-to-face communicatie)
Secundaire: technische signalen (indirecte communicatie) - mechanische wijze / elektrische wijze


KANAAL
= drager v signalen (vb telefoonlijn, verbindend midel, weg)

<-> ! vb : gsm = medium , wifi/luchttrillingen = kanaal

MEDIA (enkv MEDIUM) – veel betk
- Object / technisch middel dat boodschap draagt om boodschap om te zetten in signalen die
verzonden en ontvangen kunnen worden via een kanaal dat tijd en of ruimte overbrugt
(Fauconnier)

, !! VERWERKINGSTIPS AAN EIND VAN HOOFDST (CURSUS)


Vraag: zijn “sociale media” volgens deze definitie “media”?
Volgens de strikte betk vh woord is dat NIET een medium, maar eerder een softwaretoepassing


INDELING MEDIA ; Bordewijk en Van Kaam: volgens graad v tweerichtingsverkeer/interactiviteit

ALLOCUTIE = zender, centrale bron die controle heeft over tijd + keuze van aanbod
(vb radio) one-way
CONSULTATIE = info wordt centraal opgeslagen maar gebruiker kan kiezen wanneer
hij de info wil bekijken (vb databanken / websites)

REGISTRATIE: info ligt bij individu maar een centrale bron gaat op een bepaald tijdstip de info
opvragen (vb examen / kijkmeter)

CONVERSATIE = tweerichtingsverkeer : een gewoon gesprek, je bepaalt tijdstip plaats en onderwerp



RUIS = elke stimulus die de ontvangst van een boodschap belemmert

Soorten ruis:
– Fysieke/mechanische of kanaalruis (‘noise’)
– Psychologische ruis (stress)
– Fysiologische ruis (hoofdpijn)
– Semantische ruis: gebrek aan kennis van gebruikte codes of verkeerde connotatie (taal)
Vb ppt

FEEDBACK ontvanger – zender : zegt iets over of comm gelukt is of niet
– Verbaal - non-verbaal
– Onmiddellijke - uitgestelde
– Mogelijkheid verschilt sterk per kanaal/medium

OPDR


Beantwoord voor het aan jou toegekende communicatiemodel (zie hier beneden) de volgende vragen:

• in welke (historische) context is het ontstaan?,
• wat zijn de kernelementen in het model?,
• bij welke visie van communicatie/ welk niveau van communicatie sluit dit model het best aan?,
• Illustreer het model aan de hand van een EIGEN voorbeeld!



In het werkcollege zul je met andere studenten (die andere modellen hebben bestudeerd) moeten overleggen: wat zijn de
voornaamste verschillen en gelijkenissen tussen de communicatiemodellen?

,!! VERWERKINGSTIPS AAN EIND VAN HOOFDST (CURSUS)


COMMUNICATIEMODELLEN
Modellen = abstractie vd realiteit bij communicatie weergeven
Functie = om voorspellingen te maken / verklaringen geven
Soorten: verbale – grafische – structurele (componenten weergeven) – functionele (+ relatie + functie)
Nadeel : is een vereenvoudiging vd realiteit en vertrekt vanuit assumpties

EXAMEN: model wordt gegeven! Nooit gevraagd – wel context kennen

Jaren 40 ( 1948 ): COMMUNICATIEFORMULE VAN LASSWELL = structureel model

Context: = strategische visie (politiek, na wereldoorlog) doel: overtuigen

Formule/basiselementen:

Wie? (Communicator / controlestudies)

Zegt wat? (Boodschap/ inhoudsanalyse)

Via welk kanaal? (Medium / media-analyse)

Tegen wie? (Ontvanger / publieksanalyse)

Met welk effect? (Effect / effectenanalyse)

Visie: processchool: zender dominante rol – er zit een duidelijk doel achter – eenrichtingsdenken

Niveau: massacommunicatie

Vb : netflix creeert een serie en promoot deze via fb

Kritiek: communicatie wordt gezien als persuasief proces: communicator heeft steeds de bedoeling
om de ontvanger te beinvloeden – men verondertstelt dat er Altijd effecten zijn – Geen oog voor
feedback

Late jaren 1940: MATHEMATISCH MODEL VAN SHANNON & WEAVER = functioneel model

Formule/basiselementen:

C (kanaalcapaciteit) = BW ( bandbreedte vh kanaal in
Hertz + signaal/ruisverhouding)

Boodschap – omgezet in signalen door zender –
signalen moeten aangepast zijn aan het verbindend
kanaal – ontvanger reconstrueert boodschap obv
signalen – boodschap bereikt bestemmeling

(maakt verschil tss ontvanger – bestemmeling / bron - zender)

Context: telefonische communicatie

Visie: processchool: communicatie moet slagen – eenrichtingsverkeer – ruis zo min mogelijk

Niveau: interpersoonlijke comm

Vb :

kritiek: lineariteit vh model + geen oog voor feedback

,!! VERWERKINGSTIPS AAN EIND VAN HOOFDST (CURSUS)


1970: DEFLEURS UITWERKING VAN HET S&W-MODEL




<->
+ feedback !
+ Ruis staat centraal en kan op alle punten v comm een rol spelen, niet enkel in kanaal
(denk aan semantische ruis)
+ communicatiemodel wordt uigebreid v interpersoonlijk naar Niveau: massacommunicatieniveau

Vb: feedback op een programma via twitter

Visie: betekeniscreatieschool – tweerichtingsverkeer



1954: CIRCULAIR MODEL VAN OSGOOD & SCHRAMM Visie: betekeniscreatieschool –

tweerichtingsverkeer:

2 gelijkwaardige partners met
eenzelfde rol

- circulair model – feedback – (maakt
GEEN verschil tss ontvanger –
bestemmeling / bron - zender)

actieve rol:
decoderen = het ontdoen v codes
(ontvanger)




encoderen = teken omzetten naar
signaal (zender)
interpreteren = gedachteinhoud omzetten in een teken (bron - bestemmeling)
Niveau: interpersoonlijke comm

,!! VERWERKINGSTIPS AAN EIND VAN HOOFDST (CURSUS)


SPIRAAL VAN DANCE = dynamisch model




Geen concrete context

Communicatie bouwt verder op elkaar, is een proces voorwaarts ; spiraal wordt breder

Niveau: interpersoonlijke comm

Vb: relatie opbouwen met nieuwe mensen die je leert kennen

Visie: betekeniscreatieschool – tweerichtingsverkeer: 2 gelijkwaardige partners - klemtoon minder
op het doel maar op uitwisseling v gedachten



GERBNERS ALGEMEEN MODEL = grafisch + verbale vorm

• Iemand
• Neemt een gebeurtenis waar
• En reageert
• In een situatie
• Met bepaalde middelen
• Door iets beschikbaar te stellen
• In een bepaalde vorm
• In een bepaalde context
• Met een zekere inhoud
• En dat heeft gevolgen


<-> E1 = externe realiteit ( 1 gebeurtenis) waarover er gecommuniceerd wordt
M = persoon/machine : die de gebeurtenis gaat waarnemen/interpreteren (communicator)
M2 = ontvanger
◼ Idee v perceptie !
Signifiant = zinsconstructue / signifie = betk, verwz in realiteit
Vb: selectie bij waarneming
Nadeel : ! niet alle events gaan even snel opvallen, de waarnemer is altijd selectief!

Niveau: interpersoonlijke comm (getuigenis) + massacomm (nieuws!!)

Visie: processchool: nadruk op zender (eenrichtingsverkeer) + betkcreatieschool kan ook

, !! VERWERKINGSTIPS AAN EIND VAN HOOFDST (CURSUS)


ABX-MODEL VAN NEWCOMB – attitudeverandering – publieke opnievorming

! weer verwz naar iets extern: X = attitudeobject = iets waarrond je een
bepaalde houding kan hebben

A – B = personen

◼ ! mensen houden v consistente gedachten ideeen



- Evenwicht ( A,B hetzelfde denken over X) / onevenwicht (A,B andersdenken) - incongruent
- Evenwicht creeeren door relatie met die persoon te herdefinieren, aanpassing OF proberen
de ander te overtuigen v jouw attitude

Visie: processchool: doel: terug evenwicht creeren + betkcreatieschool : 2 gelijkwaardige partners
die in discussie gaan over een bepaald ondw

Vb: discussie over mondmasker

CONCEPTUEEL MODEL VAN WESTLEY & MACLEAN

2 actoren: A,B

Gebeurtenis X

Gebeurtenis bereikt A - A communiceert erover
met B – B stuurt feedback

Niv: interpersoonlijk

Later + C: communicator (channel role) -
massacomm!

A = mensen die problemen/gebeurtenissen/
objecten (X) gaan aankaarten en hun opinie
bekendmaken via bv media – media maakt er
een selectief beeld van – media kan beroep
doen op bronnen / zelf cijfers analyseren –
ook ontvangers (B: publiek) kunnen reageren
op de bronnen / A

Niv: massacomm


Feedbackmogelijkgheden in massacommunicatie zijn beperkter
dan bij interpersoonlijke comm + meer A; alternatieve
mediabronnen + X; objecten in omgeving

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ma2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €13,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 82191 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€13,39
  • (0)
  Kopen