Samenvatting Nederlands
Examen juni 2021 = hoofdstuk 1,4 en 5 (de rest voor volgend semester)
Hoofdstuk 1 : Over doelen en visies
1) Inleiding
Taal onderwijs in de kleuterklas = er komt geen einde aan
→ Overstijgt de taalactiviteiten
→ Kijken wat het doel is van taalonderwijs en hoe we dit
globaal kunnen aanpakken
2) Ontwikkelingsdoelen
De overheid heeft ontwikkelingsdoelen vastgelegd
⇒ Moet in elke school aan gewerkt worden
→ Minimumdoelen op vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes
→ School moet dit nastreven bij de kinderen
→ Lagere school = eindtermen
→ Buitengewoon onderwijs = aparte ontwikkelingsdoelen
Doelen voor Nederlands = luisteren, spreken, lezen, schrijven en taalbeschouwing:
Luisteren ➔ Een mondelinge boodschap, ondersteunend gebaar, mimiek met betrekking tot een
concrete situatie begrijpen
➔ Voor hen bestemde vragen in concrete situaties begrijpen
➔ Een mondelinge, voor hen bestemde boodschap, ondersteund door beeld en/of
geluid, begrijpen
➔ Door de kleuteronderwijzer gegeven opdrachten, met betrekking tot activiteiten in de
klas of op school begrijpen
➔ Een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen
➔ De bereidheid vertonen om naar elkaar te luisteren en om zich in te leven in een
boodschap
1
, Lezen ➔ Kunnen aan de hand van visueel materiaal een boodschap herscheppen
➔ Kunnen door symbolen voorgestelde boodschappen in verband met concrete
activiteiten begrijpen
➔ Kunnen op materialen, in boeken, op uithangborden lettertekens onderscheiden van
andere tekens
➔ Zijn bereid spontaan en zelfstandig voor hen bestemde boeken en andere
infobronnen in te kijken
Taalbeschouwing ➔ De kleuters kunnen duidelijke vormen van mondelinge communicatie herkennen
→ nadenken over ➔ Zij beseffen dat boodschappen visueel kunnen worden bewaard en daardoor opnieuw
vormelijke kunnen worden opgeroepen
aspecten van taal ➔ Zij beseffen dat mensen door middel van het schrift boodschappen kunnen vastleggen
en taalgebruik ➔ Zij beseffen dat bepaalde symbolen dienen om boodschappen over te dragen
➔ Zij stellen zich vragen bij en reflecteren over taal en taalgebruik in concrete situaties
Schrijven ➔ Een ervaring, een verhaal weergeven door middel van visueel materiaal
➔ Met hulp van volwassenen, eigen boodschappen door middel van symbolen
vastleggen en kenbaar maken
➔ Onvolledige eenvoudige beelden aanvullen
Spreken ➔ Kunnen een voor hen bestemde mededeling of verhaal zo herformuleren, dat de
inhoud ervan herkenbaar overkomt
➔ Kunnen spreken over ervaringen of gebeurtenissen uit de eigen omgeving of over wat
ze van anderen vernamen
➔ Kunnen spreken over gevoelens als blijheid, angst, verdriet, verwondering
➔ Kunnen uitleggen hoe zij in een activiteit van plan zijn te werken of hoe zij werkten
➔ Beleven plezier in het gebruiken van taal en het spelen met taal in concrete situaties
➔ Zijn bereid om eigen gevoelens en verlangens op een persoonlijke manier uit te
drukken
➔ Hanteren bij het realiseren van de hierboven genoemde ontwikkelingsdoelen zoveel
mogelijk standaardnederlands ondersteund door volwassenen
➔ Kunnen zich inleven in duidelijke herkenbare rollen en situaties en vanuit eigen
verbeelding/beleving hierop inspelen
➔ Kunnen de hulp of medewerking van anderen inroepen
➔ Kunnen zelf vragen stellen aan anderen die de door hen gewenste informatie leveren
➔ Kunnen in gesprek met een eenvoudige maar relevante vraag of met commentaar
reageren
➔ Kunnen antwoorden op gerichte vragen in verband met betekenis, inhoud, bedoeling,
mening in concrete situaties
➔ Kunnen iemand of iets beschrijven volgens kleur, vorm, grootte of een specifieke
eigenschap
3) Doelen en netten
Er is ruimte om er eigen invulling aan te geven
→ Hebben elk hun eigen doellijsten gemaakt, met hun eigen accenten
Concordantielijst = lijst waarin ze aantonen dat de ontwikkelingsdoelen voldoende aan bod komen
VVKBa0 Gemeenschapsonderwijs OVSG
→ Katholiek onderwijs → Stedelijke en Gemeentelijk
onderwijs
Het ontwikkelingsplan enkel Leerplan Nederlands voor het Doelenboek voor de
2
, voor het kleuteronderwijs hele basisonderwijs kleuterschool enkel voor het
kleuteronderwijs
Leerplannen voor het hele Visietekst Tien voor Taal Leerplannen voor het hele
basisonderwijs basisonderwijs
Deelleerplannen nodig voor Deelleerplannen nodig voor
taalonderwijs taalonderwijs
Vanaf september 2017 =
1 leerplan = ZILL (zin in leren,
zin in leven)
4) Een visie op taalonderwijs
Elk leerplan is gekoppeld aan een bepaalde visie op taalonderwijs.
Visieteksten van de verschillende netten en recente vakliteratuur hebben heel wat
gelijkenissen.
→ principes van goed taalonderwijs
→ Deze hebben te maken met wie, wat en hoe
WIE WAT HOE
Wie de doelgroep is + de Wat aangeleerd moet worden Hoe het aangepakt moet
gevolgen daarvan worden
3 Principes:
1. Elk kind telt
2. Elk kind moet Nederlands-vaardig worden
3. We bieden interactief taalonderwijs in een veilige en krachtige leeromgeving
5) Elk kind telt
Taak leerkracht:
- Rekening houden met eigenheid van elk kind (iedereen is uniek)
- Kind vanuit observatie begeleiden
- Kinderen die extra zorg nodig hebben, gerichte ondersteuning bieden (diversiteit)
- Voldoende uitdaging bieden aan kinderen (differentiatie)
- Motiverende activiteiten aanbieden
- Verleend eerstelijnszorg (kan in samenspraak met anderen)
- Heeft respect voor iedereen
6) Elk kind moet Nederlands-vaardig worden
Taak leerkracht:
- Kinderen Standaardnederlands leren (taalvaardig maken)
- Taal leren gebruiken in functionele situaties
- Taalvaardigheid stimuleren (zowel mondeling als schriftelijk) (luisteren, spreken, lezen en
schrijven)
3
, - Kinderen talige boodschappen leren begrijpen, zodat ze zelf taal kunnen produceren
- Rijke taal hanteren en spreekkansen aanbieden aan de kinderen
- Kleuters leren luisteren naar anderen
- Werken aan schriftelijke taalvaardigheid (beginnende geletterdheid)
- Aanleren hoe kinderen zich kunnen uitdrukken (over woordenschat beschikken)
- Aandacht besteden aan woordenschat (schooltaal)
- Moedertaal of thuistaal NOOIT afwijzen (aanvullen met Standaardnederlands)
7) We bieden interactief taalonderwijs in een veilige en krachtige leeromgeving
Interactie is zeer belangrijk voor het leren van taal.
3 pijlers:
1. sociaal leren
2. betekenisvol leren
3. strategisch leren
Sociaal leren Betekenisvol leren Strategisch leren
● Leren van elkaar en de ● Taal leren al doende ● Aandacht geven voor het
volwassenen om zich ● Taal concreet gebruiken, denkproces, verwoorden
heen in context, in en laten verwoorden
betekenisvolle situatie ● Verwoorden, visualiseren
● Sluit aan bij leefwereld, en reflecteren
interesses van kinderen ● Terugblikmomenten
● Stappenplannen
Krachtige leeromgeving nodig:
→ Cirkels van het Centrum voor Taal en Onderwijs
Positief, veilig ➔ Welbevinden en betrokkenheid (kleuters staan open om nieuwe dingen te leren)
leerklimaat ➔ Positieve van elk kind zien
➔ Geloven in de kinderen
➔ Fouten maken kan geen kwaad
➔ De klassfeer is belangrijk
Rijk leerklimaat ➔ Rijk taalaanbod, rijk aanbod in het algemeen aanbieden
➔ Zien, horen, ontdekken = taal uitlokken, gebruiken
➔ Bewust omgaan met taal = taalrijk leerklimaat
4