Volledig complete samenvatting van de lesstof en de USB over het 2de gedeelte, cytologie.
Deel 1,3,4 en de uitgewerkte practicums komen ook beschikbaar.
Algemene cel- en
weefselleer van de
huisdieren 1 – deel 2
Samenvatting USB + les
1007FBDDIE
Diergeneeskunde
Jean-Pierre Timmermans & Inge Brouns
Claire van Dijk
2020-2021
,Hoofdstuk 1 – Inleiding in de cytologie
De celtheorie die in 1838 en 1839 door Theodor Schwann (1810-1882) werd geformuleerd, houdt in
dat alle levende organismen uit cellen zijn opgebouwd en dat nieuwe cellen slechts kunnen ontstaan
uit reeds bestaande cellen.
Generatio spontanea= ontstaan van leven uit niet-levend voorgangers.
Eukaryote cellen à hebben een celkern met DNA en verschillende cel organenllen. De celkern bevat
ook een kernmembraan.
Prokaryote cellen hebben gelijkaardige organellen als eukaryoot maar dan noemen we ze nucleoid.
Prokaryote hebben een membraan, cytoplasma en DNA. Zijn meestal eencellig, zoals bacteriën.
- Celkernà ook wel nucleus en bevat het DNA. Het is omgeven door kernmembraan.
- Nucleolusà kern van de celkern. Speelt een rol bij de RNA synthese
- Celmembraanà ookwel plasmamembraan genoemd, buitenste rand van de cel
- Cytoplasmaà ligt buiten de celkern maar binnen het celmembraan. Het vloeibare gedeelte is
het cytosol. Daarnaast bevat het cytoplasma duizenden enzymen en liggen de organellen
hierin.
De structurele elementen van het cytoplasma zijn de organellen, insluitsels en cytoskelet.
- Organellen:
o Mitochondriënà de energie leverancier van de cel
o Endoplasmatisch reticulumà ondermeer de eiwitsynthese
o Golgi-complexà speelt een rol bij de secretie
o Lysosomenà verantwoordelijk voor de intracellulaire vertering
- Cytoskeletà bestaat uit microfilamenten, intermediare filamenten en microtubuli
- Insluitsels à tijdelijke bestanddelen van het cytoplasma. Ze kunnen bestaan uit ophopingen
van lipiden, koolhydraten of pigmentkorels.
,Alle levende cellen hebben:
- Genetisch materiaal opgeslagen à wordt gedupliceerd en doorgegeven aan de
dochtercellen
- Beweging van cellulaire bestanddelen
- Celcyclus
- Membranen groeien door expansie van reeds bestaande membranen
- Macromoleculaire structuren worden gevormd uit subeenheden
- Moleculaire feedback mechanismen controleren moleculaire samenstelling, groei en
differentiatie van een cel.
Hoofdstuk 2 - Nucleus
In Eukaryote cellen bevat de celkern het
chromosomaal DNA. Het is omgeven door een
dubbel kernmembraan (kernenvelop) met
kernporien.
De kernenveloppe scheidt het cytoplasma van het
karyoplasma, dat zich in de celkern bevindt.
Karyolymfe = eiwithoudende vloeistof in de kern
De kernmatrix bestaat uit fibreuze eiwitten die
steun verlenen aan het genetisch materiaal.
Prokaryoot hebben geen celkern, maar wel
gelijkaardige organellen deze noemen we nucleoid
of genofoor.
Bij pathologische aandoeningen zal de kern vaak als
eerste een structuur verandering ondergaan.
De nucleaire enveloppe zijn ook goed te zien (gele
pijl). Dit is het kernmembraan.
Rode bloedcel (erythrocyt) is kernloos
2.1 Opslag van genetisch materiaal in de nucleus
De celkern speelt een belangrijke rol voor de synthese van alle eiwitten in het lichaam. In de nucleus
bevindt zich het chromosomaal DNA. Deze zijn goed zichtbaar tijdens de celdeling.
Karyogram= de weergave van alle chromosomen in een plaatje van een bepaalde species.
, De centromeer verbindt de 2 zuster chromtide tot een chromosoom. Op het centromeer vinden we
enkele eiwitten. Hierop kunnen vervolgens de spoelichamen(microtubuli) aanhechten om cel deling
te laten plaats vinden.
We hebben verschillende plaatsen waarop de centromeer kan binden: metacentrisch,
submetracentrisch, acrocentrisch, telocentrisch.
Elke chromosoom bestaat uit een DNA-helix, die door histonen(eiwitten) wordt gevormd tot een
compacte structuur. Dit complex van DNA en eiwitten wordt chromatine(fibril) genoemd. We
onderscheiden 2 groepen: basisiche histonen en non-histon eiwitten.
Op onderstaande afbeelding is de histon weergegeven dat wordt omwonden door de DNA-helix. Dit
pakketje noemen we een nucleosoom. Nucleosomen zijn aan elkaar verbonden met het linker DNA.
Nucleosomen bestaan uit een binnenste gedeelte van 8 histonen (telkens 2 moleculen van H2A, H2B,
H3 en H4; dus een octameer) en een DNA dubbelstrenghelix van 146 nucleotidenparen lang dat
hierrond gewikkeld ligt (1,75 windingen).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cvdijk1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,39. Je zit daarna nergens aan vast.