soorten kruisingsvraagstukken overzicht 4 havo biologie bij thema 3
uitgebreide samenvatting 4 havo biologie thema 3 - bvj
Alles voor dit studieboek (53)
Geschreven voor
Middelbare school
HAVO
Biologie
4
Alle documenten voor dit vak (2013)
Verkoper
Volgen
sennaxr
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
begrippenlijst
adenine, cytosine, guanine en thymine = een stikstofbase
allel = 1 van de genen van een genenpaar / variant van een gen
aminozuur = organische stoffen met carboxyl- en aminogroepen. ongeveer 20 aminozuren spelen een rol als
grondstof voor de synthese van eiwitten
autosoom = chromosoom dat niet direct betrokken is bij het totstandkomen van het geslacht van een individu,
dit in tegenstelling tot een geslachtschromosoom, die heterosoom is
basenparing = de stikstofbasen van de nucleotidenketens zijn 2 aan 2 met elkaar verbonden (A&T en C&G)
chromosoom = structuur die in lineaire volgorde genen bevat. chromosomen bestaan uit DNA en eiwitten en
zijn te zien tijdens mitose en meiose
desoxyribose = een suiker met 5 C-atomen per molecuul, bestanddeel van DNA
dihybridekruising = kruising waar gelet wordt op de overerving van 2 erfelijke eigenschappen
DNA = een keten opgebouwd uit nucleotiden die bestaan uit een suiker, een stikstofbase en een fosfaatgroep
DNA-sequentie = volgorde van de 4 bouwstenen (A, T, C en G) waaruit DNA is opgebouwd
dominant allel = allel dat altijd tot uiting komt in het fenotype
draagster = een vrouw die heterozygoot is voor een X-chromosomale eigenschap
eiwitsynthese = proces waarbij uit aminozuren polypeptiden (eiwitten) worden gemaakt. dit gebeurt aan de
ribosomen met behulp van RNA.
enzymen = biokatalysator. organische stof die stofwisselingsprocessen versnelt
epigenetica = de studie van wijzigingen in de genexpressie zonder dat er wijzigingen in de DNA-sequentie
plaatsvinden
fenotype = de waarneembare eigenschappen van een individu
gameten = geslachtscellen
gekoppelde overerving = twee genenparen liggen in hetzelfde chromosomenpaar
gen = eiwit dat gewoonlijk een essentiële rol speelt bij het tot stand komen van het fenotype
genetica = erfelijkheidsleer
genexpressie = het tot uiting komen van een gen
genomica = studie van het genomica van een organisme
genoom = de volledige set genen van een organisme inclusief niet-coderend DNA
genotype = de verzameling genen in een cel
heterosoom = een geslachtschromosoom (X of Y)
heterozygoot = het genenpaar bestaat uit twee ongelijke genen (bijv. Aa)
homozygoot = het genenpaar bestaat uit twee gelijke genen (bijv. AA of aa)
intermediair = twee ongelijke allelen komen allebei tot uiting in het fenotype (ARAW (roze))
junk-DNA = niet-coderend DNA. stukken DNA in het genoom die geen bekende functie hebben
karyogram = een chromosomenportret
karyotype = de chromosomen van een eukaryote cel naar grootte en in paren gerangschikt
letale factor = allel dat geen levensvatbaar individu oplevert als een paar bestaat uit twee van zulke genen
Mendel = Johann Mendel is de grondlegger van de genetica
mitochondriaal DNA = DNA in de mitochondriën dat alleen via de eicel kan worden doorgegeven
monohybridekruising = kruising waarbij gelet wordt op de overerving van 1 erfelijke eigenschap
multipele allelen = voor 1 erfelijke eigenschap bestaan 3 of meer allelen. (bijv. bloedgroep)
mutatie = verandering in de volgorde van het DNA of RNA
nucleotide = bestanddeel van nucleïnezuren. bestaat uit monosacharide, organische base en fosfaatgroep
onvolledig dominant = een dominant allel dat bij een heterozygoot individue een recessief gen ook tot uiting
laat komen in het fenotype
recessief allel = allel dat alleen tot uiting komt in het fenotype als er geen dominant allel aanwezig is
recombinatie = het ontstaan van nieuwe combinaties van allelen
ribosoom = bolvormig organel dat een belangrijke rol speelt bij de eiwitsynthese
RNA = ribonucleïnezuur, nucleïnezuur dat ribose als sacharide en de basen uracuil, guanine en cytosine
bevat. RNA bestaat uit een enkele streng nucleotiden.
stikstofbase = een van de 5 basen in DNA of RNA: Thymine, Adenine, Cytosine, Guanine en Uracil
, basisstof 2
fenotype = de waarneembare eigenschappen van een individu
↳ wordt bepaald door het genotype en milieufactoren
genotype = de verzameling genen in een cel. bevat de informatie voor de erfelijke eigenschappen van een
individu ( helft van vader en helft van moeder)
↳ gen: deel van een chromosoom die de informatie bevat. Is een eiwit
↳ allel: 1 van de genen van een genenpaar. variant van een gen
↳ In lichaamscellen komen genen-/allelenparen voor. In geslachtscellen komen genen/allelen
enkelvoudig voor.
Door tweelingenonderzoek probeert men meer zicht te krijgen op de invloed die het genotype en
milieufactoren hebben op het fenotype van een tweeling.
↳ eeneiige tweelingen hebben hetzelfde genotype en dus ook hetzelfde geslacht. Ze lijken
sprekend op elkaar.
chromosoom = DNA en eiwitten
DNA-sequentie = de volgorde van de 4 bouwstenen waaruit DNA is opgebouwd. door de volgorde kan
erfelijke informatie in een code worden opgeslagen
genexpressie = het tot uiting komen van een gen
epigenetica = wijzigingen in de genexpressie zonder dat er wijzigingen in de DNA-sequentie plaatsvinden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sennaxr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.