100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Aardwetenschappen eerste semester €6,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Aardwetenschappen eerste semester

 102 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van het eerste semester

Voorbeeld 4 van de 34  pagina's

  • 19 april 2021
  • 34
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
margotverhille1
Aardwetenschappen
Hoofdstuk 1: ontstaan en inwendige structuur van de aarde

1.1 structuur van het heelal
zonnestelsel: geheel van zon met daarrond planeten op elliptische banen
melkwegstelsel (= sterrenstelsel of galaxie): geheel van zon en andere sterren
galaxie cluster: melwegstelsel met gelijkaardige sterrenstelsels
galaxie superclusters: verzameling galaxie clusters

1.3 ontstaan zonnestelsel en aarde
1.3.1 nebula theorie
°zonnestelsel ontstaan uit roterende nevel van vroegere supernova’s (lijkt op komsiche abundantie)
ð trok samen door gravitatie (door ontploffing supernova)
ð nevel gings neller roteren à toenemende middelpuntvliegende kracht
ð deel materie concnetreert in afgeplatte schijf loodrecht op rotatie-as
°verdere contractie lijdt tot centrale zon met errond planeten
°ongeveer 4,7 miljard jaar geleden
°bevestigt 4 waarnemingen: -99% van massa zonnestelsel zit in zon (door contractie o.i.v. gravitatie)
-alle planeten roteren rond zon in zelfde zin
-planeten roteren in ellipsvormige banen in hetzelfde vlak
-samenstelling hemellichamen:
*zon: lichte elementen (H+He)
*aardse/binnenplaneten: zware elementen (Fe+Ni), klein (dicht bij zon)
*Jupiter/buitenplaneten: lichte elementen (H+He), groot
ð groeiende zon oefende kracht uit op omringende materie à onttrok lichte elementen
1.3.2 ontstaan aarde en aardse planeten (mercurius, venus, aarde, mars)
°kern uit zware elementen (Fe+Ni), schil uit lichtere elemente (silikaatmineralen (si+O))
°fases: -accretie: *materie naar aarde getrokken (brokstukken: planetisimalen)
*planetisimalen vallen in à kinetische E omgezet in warmte à aarde smelt
-differentiatie: *zwaarste elementen naar kern, lichtste naar buiten (vormen silikaten)
*stolling lijdt tot primaire korst (lithosfeer) van basalt à remt verder koeling
à op aarde herwerkt door platentektoniek
-atmosfeer en oceanen: *H en He vrij op opsmelten planeten, vormen primaire atmosfeer
à ging verloren door aantrekking zon
*secundaire atmosfeer uit gassen silikaatschil (zelfde gas als vulkaan)
*niet bij mercurius en maan, dus inslag kraters mogelijk
* temp. tussen smelt/kookpunt water à hydrosfeer en biosfeer
1.3.3 ontstaan van buitenplaneten (jupiter, saturnus, uranus, neptunus)
°zware kern uit metalen e silikaten, lichte schil (binnenschil vloeibaar, buitenschil gasvormig)
1.4 inwendige structuur van de aarde
1.4.2 informatie uit seismische golven
seismische golven: trillingen/kleine verplaatsingen van gesteente opgewekt door aardbeving
focus: plaats waar seismische golf ontstaat (geregistreert met seismograaf)
°3 soorten: -P golven: *snelst (5km/s), primaire golven
*planten voort door samendrukken en uitrekken van materiaal
-S golven: *minder snel dan P (2,5km/s), secundaire golven, kunnen niet door vloeistof
*schuif golven: materiaal op en neer loodrecht op voortplantingsrichting golf
-oppervlakte golven: *traagst (2km/s), zorgen voor meeste schade
*vrij opp nodig om voort te bewegen, verticaal en horizontaal
°voortplanting afhankelijk van dichtheid materiaal:

, -reflectie: weerkaatsen van golven bij overgang nieuw medium
-refractie: afbuigen van de golf bij overgang nieuw medium
1.4.3 gelaagde opbouw
°toenemende dichtheid met toenemende diepte
schaduwzones: plaatsen waar seismografen geen P en S golven kunnen waarnemen
ð bij P golven (105°-142°): er is een kern met een andere dichtheid die de golf afbuigt
ð bij S golven (105°-180°): kern is vloeibaar dus kunnen er geen S golven door
discontinuïteiten: drastische verandering in snelheid golven bij verandering medium
ð mohorovic discontinuïteit: -snelheid P golven neemt toe
-5-65 km onder opp, gedeelte erboven is korst, eronder mantel
ð gutenberg discontinuïteit: -snelheid P golven neemt af
-tussen mantel en kern
1.4.4 de kern
°4 waarnemingen: -dichtheid aarde: *mg=c.mM/r2 en M=gr2/c
ijzere kern àM/V=(gr2)/(c.4πr2) = 5,52 g/cm3
*groot t.o.v. dichtheid gesteente korst
à kern heeft ong dichtheid van 10g/cm3
-a.d.h.v golven: *kern bestaat uit buiten (vloeibaar Fe) en binnenkern (vast Fe)
-geothermische gradiënt: toename warmte met diepte
-aardmagnetisme t.g.v convectiestromen in vloeibaar Fe t.g.v. interne warmte
1.4.5 de mantel
°inwendig gedeelte aarde tussen 2 discontinuïteiten
°snelheid S en P golven neemt toe met diepte door stijgende omgevingsdruk
°lagen: -buitenmantel: *onder mohorovic discontinuïteit tot 70km diep uit ultramafisch gesteente
*snelheid S golven neemt gematigd toe
-asthenosfeer: tussen 70km en 200km, is gedeeltelijk gesmolten, snelheid S neemt af
-olivijnzone: tussen 200-400km, S neemt gematigd toe, bestaat uit olivijn mineralen
-sprongen in snelheid S door dichtere rangschikking van silicium en zuurstof in olivijn
-spinelzone: tussen 400-650km
-perovskietzone: dieper dan 650km
°lithosfeer: korst+buitenmantel
°ondiepe mantel: olivijn+spinelzone
°diepe mantel: perovskietzone
1.4.6 de korst
°onder oceanen oceanische korst uit zware gesteente en grote dichtheid
ð verzonken in plastische asthenosfeer
°continentale korst: -grote dikte, lichte gesteente met lage dichtheid (à minder verzonken)
-vormt hogere delen aarde
isostasie: verschijnsel waardoor zwaardere, dikkere korst dieper verzonken is in asthenosfeer

Hoofdstuk 2: platentektoniek: de algemene verklarende theorie
2.1 een revolutie in de aardwetenschappen
°lithosfeer aarde opgebroken in platen, die lansg elkaar glijden, botsen of uit elkaar wijken

2.2 van controversiële hypothese tot algemeen aanvaarde theorie
2.2.1 geografische indicaties
°F. Bacon merkte op dat W-kust Afrika en O-kust Zuid-Amerika in elkaar paste à uit supercontinent
2.2.2 continentendrift
°theorie van Alfred Wegener dat alle continenten onstaan zijn uit supercontinent Pangea
°argumenten:-geografie: continenten passen in elkaar
-geologie: weerszijden atlantsiche oceaan bevat geologische lagen met zelfde gesteente
-paleontologie: zelfde fossielen aan weerzijde atlantsiche oceaan

, -paleo-klimatologie: glaciale afzettingen uit Perm in Z-Amerika, Afrika, Indië, Australië
°echter geen mechanisme dat drift kan verklaren dus theorie werd verworpen
ð volgens Arthur Holmes convectiestromen in inwendige van aarde (ook geen bewijs)
2.2.3 oceaanspreiding
2.2.3.1 bathymetrie (= diepteligging, of reliëf van oceaanbodems)
°gemeten met echo sounder à toestel dat golven uitzenden die weerkaatsen
ð uit snelheid geluid onder water en tijd diepteligging bepalen
°ontdekking MOR (Mid-Oceanische ruggen) in midden atlantische, -indische, -en stille oceaan
2.2.3.2 magnetische anomalieën
°volgens techniek uit oorlog die shcepen localsieerde door magnetisch veld van ijzer boot
ð daarmee magnetische velden uitgezonden door oceaanbodem in detail te registreren
°gekleurde stroken hebben normale polariteit, de grijze hebben omgekeerde
ð banden lopen evenwijdig met MOR en spiegelen rond MOR
°verklaring banden:
-magnetische mineralen in gesteente gedragen zich als kompasnaalden
-magnetisatie: bij vorming mineralen oriënteren volgens dan heersend magnetisch veld
à bij vorming sedimentair gesteente, sediment partikels afgezet door bezinking uit water
à sommige sediment partikels bestana dan uit magnetische mineralen
-afzettingsremanente magnetisatie: aardmagnetisch veld vastgelegd in sedimentair gesteente
-ook bij magnetisch gesteente door stolling lava uit vulkaan (=thermoremanente magnetisatie)
°verschillende lagen andere polariteit à aardmegnetisch veld is een paar keer omgepoold
ð hoe verder van MOR hoe ouder gesteente
ð bij MOR nieuwe oceanisch korst gevormd die dan werd weggestuwd
ð oceanen worden steeds breder en continenten worden vooruit geduwd door die spreiding
2.2.3.3 ouderdom
°dateren van bodems uit diepzeeboringen
°jongste delen langs MOR’s, oudste delen langs randen continenten à bewijs oceaanspreiding
°als mechanisme voor oceaanspreiding verwees men naar convectiestroming in asthenosfeer
ð opkomende lava stolt aan MOR’s en vormt nieuwe oceanische korst
ð deel convectiestromingen afgebogen langs bodem ocenaische lithosfeer
ð trekt nieuwe oceanishce lithosfeer weg van MOR’s à plaat voor nieuwe
2.2.4 platentektoniek
°langs randen van continenten en eilanden diepzeetroggen
ð subductie: zwaardere oceanische plaat duikt onder continentale, smelt op in mantel
2.3 plaatranden
2.3.1 divergente – constructieve plaatranden
°platen uit elkaar, opgevuld met gesmolten materiaal uit mantel à stolt à nieuwe lithosfeer
°gekenmerkt door aanwezigheid van MOR
°MOR’s gekenmerkt door basisch (arm aan silicium) vulkanisme:
-koud oceaanwater opgewarmd door lava, contact met koud oceaanwaterà stolt tot basalt
à vormt kussenlava (kussenvormige basaltconformaties)
-bij MOR’s hydrothermale activiteit door vulkanisme
à oceaanwater in basalt, opwarmen door magma: -mineralen lossen op in water
-dichtheid water zakt à stijgt weer op
à opgeloste mineralen stollen aan oppervlak à schouwvormige formaties
°bathymetrie MOR gekenmerkt door rugvorm veroorzaakt door afkoeling nieuwe basaltkorst
ð dichtheid basalt stijgt à subsidentie: oceanische lithosfeer zinkt dieper in asthenosfeer
°centraal op MOR riftvallei (=slenk of graben)door rekspanning
°MOR heeft lange smalle groef loodrecht op slenk veroorzaakt door transform breuken
ð daar schuiven delen oceanische lithsofeer langs elkaar à ondiepe aardbevingen
°soms opstijgen mantelmateriaal zo hevig dat basalt-plateau boven zeeoppervlak komt (ijsland)

, °opbreken continentale platen volgens stervormig patroon
hot spot: zeer krachtige opwelling van heet mantelmateriaal (daar lithosfeer opgeheven)
ð zo ontstaat riftvalei à ontstaan nieuwe oceaanbekken
2.3.2 convergentie – destructieve plaatranden
2.3.2.1 oceanisch – continentaal
°bij convergentie oceanische en continentale plaat treedt er subductie op
ð diepzeetroggen langs subductiezones en continentale plaat plooit door drukspanningen
cordilleras: vulkanische gebergtes ontstaan door plooiitng continentale plaat
benioffzone: plaats waar oceanische korst gaat smelten
°gesmolten korst is lichter dan mantel dus stijgt op à zuur vulkanisme
°veroorzaakt diepe aardbevingen en verschillende types gesteente
2.3.2.2 oceanisch – oceanisch
°convergentie van 2 oceanische platen lijdt ook tot subductie
°ook diepzeetroggen, plooiing niet duikende oceansiche korst lijdt tot vulkanische eilandbogen
°ook benioffzone en diepe aardbevingen en nog andere types gesteente
2.3.2.3 continentaal – continentaal
°bij convergentie 2 continentale platen treedt er collisie op
°geen vulkanisme, beide platen ondergaan tektonische vervormingen
ð tektonische dekbladen worden onder en over elkaar geschoven à diepe aardbevingen
ð lijdt tot vorming gebergtes en typische gesteenten (ophiolieten)
2.3.3 transforme plaatranden
°platen die lateraal langs elkaar heen glijden, veroorzaakt spanning en aardbevingen
°door kronkels in plaatranden ontstaan afwisselend rek- en drukspanningen
ð in rekzones diepe depressies en vulkanisme, in drukzones verrijzen heuvels
°kaarten van vulkanen, diepe + ondiepe aardbevingen en diepe aardbevingen




2.4 snelheid en geometrie van plaatbewegingen
°reconstructie van plaatbewegingen (platen bewegen enkelen centimeters per jaar) adhv:
-magnetiche anomalieën: geeft indicatie over ouderdom oceaanbodem
à snelheid spreiding aan MOR’s: afstand tot MOR waar oceanische korst werd gevormd delen
door ouderdom oceaanbodem
-aseismische ruggen (vb hawaï): *eilanden liggen op een rij + onderzeese bergen(=seamounts)
à ontstaan door hot spot vulkanisme: hot spot blijft op zelfde plaats, oceanische lithosfeer niet
à boven hotspot ontstaat er telkens een vulkaan, oude vulkanen doven uit
à seamounts worden lager met toenemende afstand van actieve vulkanen
à door toenemende afkoeling en toenemende subsidentie
*soms knik in door botsing platen
-met zeer nauwkeurige GPS technologie
°niet overal even snel: -platen met grote continenten traag
-subductie geeft kracht die trekt aan plaat dus zonder subductie traag
2.5 de grote reconstructie
°adhv: -snelheid huidige plaatbeweging
-polar wandering: bij vorming gesteente oriënteren mienralen naar dan heersend veld,
magnetisch veld staat haaks op noord-zuid as van aarde
-paleoklimaat: gesteente die horen bij een bepaald klimaat
°wilson cyclus: opbreken en samenkomen continenten is cyclisch patroon van 500-600 miljoen jaar
ð supercontinent bellemerd doorstroming warmte naar aardoppervlak

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper margotverhille1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83637 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99
  • (0)
  Kopen