Negatieve terugkoppeling brengt terug naar de norm
Positieve terugkoppeling versterkt het e ect (verder van de
norm)
Kerntemperatuur is de temperatuur binnenin het lichaam bij de
vitale organen. Bedraagt om en nabij 37 graden.
De receptor bevindt zich in de hypotamulus en meet
de bloedtemperatuur
Schiltemperatuur is de temperatuur van delen van het lichaam die niet tot de kern behoren. Is
meestal lager dan 37 graden.
Bij onderkoeling (hypothermie) is de temperatuur lager dan 35 graden.
—> Slagaders vernauwen om warmteverlies te beperken.
Er vindt herverdeling van het bloed plaats om warm bloed vooral in de kern te houden
Trager werkende Enzymen
Verstoring vitale lichaamsfuncties en vitale functies
Bij oververhitting (hypothermie) is de temperatuur hoger dan 40 graden
- Norm wordt verhoogd met als gevolg een hogere kerntemperatuur
- Later wordt de norm weer verlaagd, de kerntemperatuur daalt door het openen van
slagadertjes richting de huid en zweten, wat zorgt voor een rode huid
• Door een te hoge temperatuur kun je uitdrogen en kunnen je eiwitten denatureren (ei)
Homeostase is het vermogen om het interne milieu voor cellen redelijk constant te houden.
10.2 - Gaswisseling - BiNaS T83
- De ademfrequentie is het aantal ademhalingen per minuut
- De hoeveelheid lucht die je bij 1 ademhaling in en uitademt is het
ademvolume
- Het maximale ademvolume is de vitale capaciteit
- Longcapaciteit is hoeveelheid lucht die je in je longen kunt opnemen
- Reservevolume werkt dichtklapping tegen
- In de dode ruimte vindt geen gasdi usie plaats
De wet van Fick beschrijft de factoren die de snelheid
van de di usie van gassen beïnvloeden:
Ds = difusiesnelheid
D = difusiecoë ciënt
A = grootte vh difusieoppervlak
T = temperatuur
dC = Concentratieverschil tussen hoeveelheid moleculen aan weerszijden van het
di ussieoppervlak
De ademcentra beïnvloeden ademdrang en bevinden zich in de hersenstam en reageren op
verschillende veranderingen in het in- en uitwendig milieu (Vooral bepaald door CO2-gehalte)
ff ff ff ffi ff ff
, 10.3 - Ademhaling - BiNaS T83
- Interpleurale ‘ruimte’ ligt tussen het borstvlies en longvlies en is gevuld met een zeer dunne
laag vloeistof die als plak- en smeermiddel brengt.
Ademhalingsport Inademen Uitademen Extra uitademen
Buikademhaling Spieren aan t middenrif Spieren in middenrif Spieren in buik spannen
trekken middenrif naar ontspannen en middenrif aan en duwen middenrif
bedenen komt weer omhoog nog verder omhoog
Borstademhaling Tussenribspieren trekken Tussenribspieren
samen en duwen borstbeen ontspannen —>
omhoog borstbeen zakt naar
beneden
Nekademhaling Nekspieren aanspannen —> Schouders en nek
schouders ophalen ontspannen —>
schouders zakken
Klaplong (pneumothorax) is het gevolg van wanneer long- en borstvlies losraken en er lucht
tussen komt.
Decompressieziekte (caissonziekte)
Als je duikt neemt de druk toe, longvolume wordt kleiner waardoor
10.4 - De nieren - BiNaS T85
Spelen een rol in waterhuishouding doordat ze waterverlies via urine
weten te beperken.
Een nier bestaat uit nierschors, niermerg en nierbekken. In de nier
gevormd urine gaat via de nierbekken naar de urineleider en komt
uiteindelijk in de blaas terecht.
Nefronen zijn de functionele eenheden van een nier, elke nier bevat er
ongeveer 1 miljoen. Afvalsto en gaan uit het
bloed en urine ontstaat.
Werking van de nieren:
1. De glomerulus en het Kapsel van
Bouwman vormen een ‘zeef’ voor
bloedplasma met opgeloste sto en.
Grotere diameter van aanvoerend
slagadertje dan afvoerend slagadertje
verhoogd bloeddruk en daarmee de
hoeveelheid voorurine.
2. Sto en als glucose en ionen gaan door actief transport via de
weefselvloeistof terug het bloed in. Water volgt door osmose.
Ook de COW van bloedeiwitten dragen hieraan bij.
3. Dalend been van de lus van Henle laat geen ionen door, wel
water. —> stijging osmotische waarde in voorurine.
4. Stijgend been laat geen water door, wel ionen. NaCl gaat via
actief transport naar weefselvloeistof —> hogere osmotische waarde weefselvloeistof.
5. NaCl komt via weefselvloeistof in bloed; K+ ionen gaan via weefselvloeistof naar voorurine.
Deze uitwisseling komt door hormoon aldosteron.
6. ADH verhoogt aantal waterkanaaltjes: extra terugresorptie van water naar bloed.
7. De nitieve urine gaat naar nierbekken.
Stroomrichting van voorurine en bloed is tegengesteld, dit tegenstroomprincipe draagt bij aan een
stabiele concentratiegradiënt tussen bloed, weefselvloeistof en voorurine.
fiff
ff ff
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Liekedg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.