Les 8: overige
Stemmingsstoornissen, eetstoornissen, OCD, psychose)
1. Am Anfang ist Schweigen
Kijken naar het beeld van selectief mutisme: niet omdat het zo frequent voorkomt, wel omdat het
zeer belangrijk is in een kinderleven (alsin hele grote impact) waardoor we het tijdig moeten
herkennen.
1.1.Selectief mutisme: het verhaal Amber
Beschrijving van een meisje die dit had.
“Mama vertelde me dat het de juf van de derde kleuterklas was die aan de alarmbel trok. Ik
zei geen woord in de klas. Voor mama kwam die boodschap niet als een verrassing. Was ik op
weg naar school nog een vrolijke, babbelende kleuter, dan ‘bevroor’ mijn gezicht van zodra
mama en ik over de drempel stapten en de juf ons kon zien. Alle emotie trok eruit en mijn
keel zat op slot.”
“Ik had die juf nochtans graag. Ik kroop bij haar op schoot en thuis speelde ik haar na. Wat de
spreekangst dan wel triggerde, weet ik niet. Ik ging graag naar school. Daar sprak ik wel met
mijn nichtje en met enkele vriendinnetjes, maar tegen de leraren lukte het niet. Ook niet als
ik pijn had, mijn drinkbus niet kon openen of de wikkel rond mijn koek niet open kreeg.”
“Mama zocht hulp bij een psychotherapeut. Ik moest eerst mijn angst overwinnen om tegen
haar te praten. We oefenden met kaarsjes uitblazen, dan geluiden maken enzovoort. Toen
dat lukte, kwam mijn oude kleuterjuf erbij. Vaak is het gemakkelijker om te spreken tegen
iemand die je wel vertrouwt, maar met wie je geen directe band meer hebt.”
“Van het eerste tot het derde leerjaar gebruikte ik een ‘lipleessysteem’: ik stak mijn vinger op
en lipte het antwoord. Leestesten deed ik thuis en namen we op. Tijdens het schooltoneel
kreeg ik een rol waarbij ik niks moest zeggen.”
“Een brood kopen? Dat kon ik niet. ‘Dank u’ zeggen als ik in de winkel een snoepje kreeg?
Ook niet. Het leverde wel eens geïrriteerde blikken op. Toen ik ouder werd, besefte ik dat ik
anders was. Ik heb heel vaak geprobeerd om te praten, me afgevraagd wat me tegenhield,
maar het lukte niet.”
“In het vierde leerjaar sprak ik voor het eerst in de klas. Ik beantwoordde een vraag van de
juf over breuken luidop. Dat jaar was er ook opnieuw een schooltoneel. Verschillende ouders
merkten op dat ik het luidst en duidelijkst van alle kinderen sprak.”
“Nu sta ik geregeld op een podium. Ik volg toneellessen. Mijn spreekangst heb ik helemaal
overwonnen. Het kan dus, maar het vraagt tijd en geduld. Ik wil andere kinderen graag
zeggen dat ze moeten blijven proberen en niet mogen opgeven.”
In het verhaal vind je het kenkenmerk van selectief mutisme: kinderen die niet spreken in de
omgeving waar dit wel moet
A. Consistent NIET praten in sociale situaties waar dit verwacht wordt (in andere situaties (bv.
thuis) wel.
B. Interfereert met prestaties, school of werk, communicatie
C. Minimaal 1maand (niet eerste schoolmaand)
D. Niet door gebrek aan taalkennis
E. Niet door taalstoornis of autisme
o MAAR we zien soms dat een taalstoornis wel een onderliggende rol kan spelen
1.2.Historiek: van gedrags- naar angststoornis
Beeld dat al zeer vroeg in de geschiedenis beschreven is, zelfs voor ADHD en autisme. Het werd toen
al gekoppeld aan de controle en beeld van het kind zelf
Aphasia Voluntaria – 1877, Kussmaul
, Electief Mutisme – 1934, Tramer
Beiden legden nadruk op weerbarstigheid van de kinderen die weigerden te praten in sociale
contexten
Hier een visieverschuiving naar selectief mutisme: minder voluntaristisch dus minder verondersteld
werd dat kinderen het onder controle hebben en er zelf voor kiezen om niet te praten
Het wordt dan selectief Mutisme, 1983, Hesselman
Selectief mutisme:
Begin rond 3-5 jaar dus in de kleuterjaren, maar het kan evt ook nog op 6-7 jaar starten
Voorafgaand aan zwijgen soms wel al aspecten herkenbaar
o BV kenmerken vertonen van geremdheid, sociale angst en verlegenheid
Gradaties: praten…
o alleen met enkele huisgenoten praten
o thuis (ook als andere erbij) zijn kunnen ze praten
o Thuis en in sommige sociale contexten BV wel op speelplaats, niet in klas
o Vorige + op school met vriendjes
Frequent samen met verlegenheid of sociale angst
Er zijn kinderen die soms kleine knikjes geven als antwoord, maar dit is niet bij iedereen!
Sommige kunnen ook non verbaal geen antwoord geven, maar niet altijd
Kijken je soms indringend aan; wordt dan eerder als extreme koppigheid beleefd: “niet willen
i.p.v. niet kunnen of niet durven”.
o Verlegen kinderen gaan vaak hun blik afwenden
o Wanneer je achteraf met die kinderen praat merk je dat de kinderen er niet zelf voor
kiezen om niet te praten, ze willen wel over die drempel stappen maar kunnen om 1
of andere reden niet
Toch vaak associatie met (taal)ontwikkelingsstoornis (oorzaak-gevolg ?)
o Oorzaak? Misschien een hogere drempel om te spreken?
0,2 – 0,7 %
o Doet zich voor bij 1 op 200 kinderen dus in een lagere school meestal 1 kindje die
aan de criteria voldoet
meisjes hebben het vaker dan jongens
1.3. Selectief mutisme: prognose
Berokkenen niet veel last, waardoor soms jarenlang getolereerd. Het komt dus nog vrij veel
voor omdat ze geen storend of externaliserend gedrag
o Makkelijker om ze ‘links’ te laten liggen
o Hierdoor ook grotere stap om naar hulpverlening te gaan
Maar, de impact
o Negatief effect op sociale relaties, andere kinderen vinden het vervelend en bizar
o Pesterijen
o 1/5-1/4 ontwikkelt een sociale fobie
DUS: snelle diagnose en interventie om dan een progressieve behandeling op te starten en
uit de stilte te geraken
2. Overige psychiatrische beelden op kindermaat
Psychose
Depressieve stemmingsstoornissen
Bipolaire stemmingsstoornissen
Obsessief-compulsieve stoornissen