5VWO Nederlands Literatuurgeschiedenis Samenvattin
Samenvatting Module 4 Laagland B Literatuurgeschiedenis 4/5/6 vwo - Nederlands
cursus 11 Laagland Nederlands
Alles voor dit studieboek (32)
Geschreven voor
Middelbare school
VWO / Gymnasium
Nederlands
4
Alle documenten voor dit vak (3143)
Verkoper
Volgen
dominiquegeerdink
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
DIKGEBRDUKTE NAMEN VAN SCHRIJVERS UIT HET BOEK NIET (ALLEMAAL)
MEEGENOMEN IN SAMENVATTING
Voorgeschiedenis
3400 v. Chr. werd in Mesopotamië (gebied tussen de rivier de Eufraat en de Tirgis), voor het
eerst schrift gebruikt.
De zogeheten tempeleconomie vereiste een administratie waarbij afspraken op schrift
vastgelegd konden worden. Hieruit ontstond ook het spijkerschrift.
Orale cultuur: eeuwenoude, mondeling overgeleverde verhalen.
Het was nu mogelijk orale cultuur vast te leggen op kleitabletten.
De oudste verhalen zijn een epos: een verhaal over een (mythologische) held.
Gilgamesj-epos = oudste in schrift vastgelegde verhaal
Na Mesopotamië kwam Griekeland tot bloei.
Rond 600 v. Chr. waren er Griekse filosofen die mythen hanteerden als verklaringsmodel.
De filosofie werd bevrijd uit de mythologie.
Filosofie: het streven naar inzicht, kennis en waarheid
Mythologie: de oude verhalen over goden en helden.
In de 8e eeuw ontstond in Griekland de polis: de stadstaat.
De politai (burgers) konden door verkiezing voor bestuurstaken in aanmerking komen.
Vanaf de 5e eeuw v. Chr. bloeide in Athene, de Griekse tragedie.
Een tragedie werd altijd in de open lucht in een Grieks theater opgevoerd.
Het heeft een vaste opbouw:
- expositio: de beschrijving van wat er al gebeurd is
De hoofdfiguur raakt verwikkelt in de intrige spanning wordt opgebouwd
- peripeteia: er volgde een crisis en dan een beslissende wending
- catastrofe: na de wending eindigt het met een verzoening of een ondergang van de
hoofdpersoon.
De beroemste auteurs van Griekse tragedies zijn: Aeschylus, Sophocles, Euripides
Het doel van een tragedie was: de uitwerking (katharsis) op het publiek.
Het Romeinse Rijk nam vanaf de 6e eeuw v. Chr. de machtige positie van Griekeland over.
Het rijk ontstond uit de stadstaat Rome.
27 v.Chr: Toen Augustus (eerder geheten Octavianus) keizer werd, kwam de Romeinse
Republiek ten einde. Hij bracht orde en zorgde ervoor dat zijn positie door alle Romeinen
werd aanvaard. Hij gebruikte
Propagandamiddelen: kunst en literatuur.
In de periode van het Romeinse Rijk ontstond het christendom. De Bijbel (biblia = Grieks:
boeken) werd het heilige boek van de christenen.
De Bijbel werd geschreven in het Herbreeuws, Aramees en Grieks. Het is een verzameling
van meer dan zestig boeken en bestaat uit het Oude en het Nieuwe Testament. Het Nieuwe
Testament is tussen 50 n.Chr – 13- n.Chr geschreven. Het bevat teksten van de vier
,evangelisten: Matteus, Marcus, Lucas en Johannes over het leven, de leer, de kruisdood en
de opstandig van Jezus Christus.
5e eeuw: West-Romeinse Rijk komt ten val. De middeleeuwen beginnen. Het Oost-Romeinse
rijk/ Byzantijnse Rijk bestaat nog tot halverwege vijfde eeuw met als hoofdstad
Constantinopel (huidige Istanbul).
H1 Historische context
Val West-Romeinse rijk
Romeinse oudheid: de tijd voor de Middeleeuwen.
Van 400-650 was er een overgang van de Romeinse oudheid naar de Middeleeuwen. In die
periode nam de macht van het West-Romeinse Rijk steeds meer af.
In 476 kwam er een einde aan het Romeinse keizerschap. Germaanse stammen vielen het
West-Romeinse Rijk binnen en vormden zelfstandige koninkrijkjes.
Het Latijn was niet langer spreektaal.
De christelijke kerk breidde zijn macht en invloed steeds meer uit door kerstening: overal in
West-Europa werd het christendom verkondigd.
In de middeleeuwen was er in West-Europa één erkende christelijke kerk: de rooms-
katholieke kerk.
De eerste eeuwen na de val van het West-Romeinse rijk was er veel onrust.
Karel de Grote werd in 800 tot keizer gekroond. Hij verenigde een groot deel van West-
Europa in zijn rijk, maar na zijn dood in 81, viel dit weer uit elkaar.
Na de invallen van de Vikingen (9de en 10de eeuw), ontstonden er grotere staten: het
koninkrijk Frankrijk en het keizerrijk Duitsland.
In 632 overleed de in Mekka geboren profeet Mohammed. Hij was de verkondiger van een
nieuwe godsdienst: de islam. Door de uitbreidende macht van de islamitische Arabieren ging
het christelijke West-Europa kruistochten houden (1096-1291).
Lage Landen
In de middeleeuwen heette Nederland en België samen: de Nederlanden of de Lage Landen.
Het bestond toen uit een aantal gewesten, zoals Vlaanderen, Brabant, Holland en Gelre. In
ieder gewest werd een eigen variant van het Middelnederlands gesproken.
Het gewest Holland werd bestuurd door een graaf. In de 12e eeuw breidden de graven hun
macht uit door gebieden te veroveren en strategisch gelegen nederzettingen stadsrechten te
geven er ontstonden grote steden.
De Hanze: een samenwerkingsverband van kooplieden in steden. Belangrijke handelscentra
sloten zich hier in de 14e eeuw bij aan. Tot deze Haze behoorde ook vele steden in het
noordwesten van Duitsland en rond de Oostzee.
, Standentheorie
Adalbero (de bisschop van Laon) beschreef in de 11e eeuw de maatschappij in drie groepen:
- bidden (de geestelijkheid)
- strijden (adel en ridders)
- werken (boeren en vissers).
Dit wordt de standentheorie genoemd. Er ontbreekt echter een belangrijke groep: de
burgerij.
Geestelijkheid
Reguliere geestelijkheid (monniken, nonnen): de geestelijkheid die in kloosters volgens de
regels van een kloosterorde leefde.
Seculiere geestelijkheid (paus, bisschoppen, pastoors, priesters): de wereldlijke
geestelijkheid die in de steden aan de hoven en in de parochies de zielzorg voor de gelovigen
verrichtte.
Adel en ridders
Ridders: goed bewapende strijders. Zij vormden tot de 14e eeuw de kern van de legers.
Vanaf de 8e tot de 11e eeuw kwam de feodale maatschappij tot ontwikkeling. De kern van de
feodaliteit was een dienstrelatie die leenmannen hadden met hun adellijke heer. Als
beloning voor de dienst ontvingen de leenmannen (vazallen) een wapenrusting en
inkomsten van hun leenheer. Deze inkomsten werden verkregen uit een leen/ feodum.
Een feodum: een stuk land waarvan men van de opbrengsten kon leven.
De feodale maatschappij was in economisch opzicht een agrarische maatschappij. De
mensen waren afhankelijk van de opbrengsten van landbouw en veeteelt. Het land werd
bewerkt door boeren.
Niet alleen koningen, maar ook hertogen en graven, gingen zich als leenheer gedragen.
De relatie tussen adellijk leenheer en vazal werd gekenmerkt door wederzijdse trouw en
bescherming. De vazal moest zijn leenheer met raad en daad bijstaan.
De hertogen of graven hadden kastelen en ridders. De ridders vormden een groep, de
ridderschap, met het gedrag: moed, trouw, morele zuiverheid, dienstbaarheid en
kameraadschap.
Het was een plicht van een leenheer om de zonen van zijn vazallen (leenmannen) in zijn huis
op te nemen en een ridderopleiding te geven. Ze kregen van de leenheer wapenuitrusting.
Ze moesten in het leger totdat ze hun vader opvolgden als vazal.
Eercultuur: cultuur die om aanzien draaide, men moest grote daden met daarbij een hoger
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dominiquegeerdink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.