Atypische ontwikkeling
HOORCOLLEGE 1: ZINTUIGELIJK LEREN (HOOFDSTUK 5 IN BOEK)
ZINTUIGELIJK LEREN, TAAK ERGO
9 BELANGRIJKE WAARNEMINGEN EN HUN TAKEN
Gadeslaan
o De visus is het dominante zintuig bij de mens om te interageren met de
omgeving. Het visuele systeem maakt na de geboorte een snelle ontwikkeling
door.
o Aanbod en verwerking van visuele prikkels zijn nodig voor de ontwikkeling
van het gezichtsvermogen het kind leert zien door te kijken
Het zien van voorwerpen nodigt uit tot bewegen.
o Motorische vaardigheden zoals houding, mobiliteit en coördinatie worden
beïnvloed door de visus
Luisteren
o De foetus ervaart id baarmoeder het kloppen vh hart van de moeder, ook
muziek
o Na de geboorte zijn er motorische reacties op geluid (knipperen, richten naar
geluid) en algemene reacties (verhoogde alertheid, opwinding)
o Auditieve functies zoals geluidslokalisatie, auditieve discriminatie,
patroonherkenning, temporele verwerking, verstaan in achtergrond geluid en
verstaan van spraak, auditieve aandacht, richtinghoren en auditief geheugen
dragen bij tot het verwerken van auditieve info ih centrale zenuwstelsel.
o Het gehoor speelt een rol bij spel, taalontwikkeling, sociale relaties en het op
een aangepaste en veilige manier reageren op de omgeving
Tasten
o Ons hele lichaam is via de huid tast gevoelig. Waar gadeslaan en luisteren ons
info geven over de omgeving, geeft tast ons info over ons lichaam en nabije
fysieke omgeving.
o Tast verloopt via receptoren id huid. de receptoren zijn; druk, tast, koude,
warmte, pijn
De meeste bevinden zich ih mondgebieden en op de handen/vingers
Alle receptoren hebben een discriminerende en beschermde functie
Discriminerende: verschil bv tsn warm en heet
Beschermde geeft meer reflexmatige handelingen
o Sensorische stimulatie vd huid beïnvloed de stemming en alertheid en kan
een persoon ook een beter lichaamsgevoel geven. Het vermogen om
tastprikkels van elkaar te onderscheiden en juist te interpreteren verbeterd
door oefenen
1
, o Binnen emotionele ontwikkeling is tast een centrale functie. De ontwikkeling
van basisvertrouwen is naast de mate van responsiviteit vd verzorger, ook
afhankelijk van voldoende huidcontact en lichaamswarmte
Voelen met de mond
o Bij een pasgeboren baby is de mond het belangrijkste orgaan
De lippen tong zijn zeer tastgevoelig
Met de mond neemt het kind voor het eerst letterlijk iets van buitenaf
op (borstvoeding).
o Een baby steekt zijn handjes en andere voorwerpen in zijn mond, zo leert het
kind over zijn eigen lichaam en de kwaliteit van voorwerpen; zacht, glad, ruw,
hoekig,…
Die veelheid aan vss prikkels maakt dat de mondstreek bij de baby
minder gevoelig wordt als hij vss texturen in voeding aanvaardt
Proprioceptie lichaamsschema, houdings- en bewegingsbewustzijn
o Het proprioceptieve systeem werkt over het hele lichaam en is voortdurend
actief.
In pezen, spieren en gewrichten bevinden zich receptoren die info
geven over de stand vh lichaam, maar ook over kracht, uitslag en
snelheid vd bewegingen en tonus.
Zo kan de spierspanning geregeld worden die nodig is o meen houding
aan te houden of om een handeling uit te voelen, het laat ons de
bewegingsrichting en vloeiendheid voelen en geeft weer hvl kracht we
moeten zetten om iets te grijpen of tillen.
o Door proprioceptie en oppervlakkige tast kunnen we ons lichaamsschema
opbouwen.
Proprioceptie is onlosmakelijk verbonden met evenwicht, visus en
oppervlakkige tast. Mensen met bewegingsstoornissen hebben vaak
problemen met proprioceptie
Evenwicht
o Het embryo wordt de eigen bewegingen en die vd mama gewaar. Na de
geboorte wordt vd baby verwacht dat hij zich geleidelijk tegen de
zwaartekracht leert bewegen
o Het veenwichtsorgaan bevindt zich ih binnenoor en heeft o.a. invloed op de
spierspanning en houdingsreflexen
Evenwicht, tast proprioceptie, gezicht en gehoor geven info over de
positie en oriëntatie id ruimte.
Een sterke prikkeling vh evenwichtsorgaan kan leiden tot duizeligheid,
misselijkheid of evenwichtsproblemen
o Evenwicht is een belangrijke voorwaarde voor heel wat grootmotorische
activiteiten.
Proeven
2
, o De smaakpapillen bevinden zich vnl. Op de tong .
o Smaak en reuk spelen en rol bij beoordelen van voedsel, daarbij worden
schadelijke stoffen zo mogelijk geweerd.
o De tast- en temperatuurzin vh mond- en tongslijmvlies zijn belangrijk bij het
appreciëren van voedsel.
Ruiken
o Een baby herkent de geur vd moederborst en draait zijn hoofd ernaar. Geur is
direct na de geboorte belangrijk voor hechting.
o Ook het onderscheid tsn aan- en onaangename geuren is vroeg aanwezig
o Het reageren op geur gebeurt merendeels onbewust, van geuren kan je je
niet afsluiten.
o Geuren zijn sterk verbonden met emoties, zowel positief als negatief. Het kan
ook een alarmerende functie hebben.
Interoceptie
o Introsensoren geven informatie over het internet functioneren van het
lichaam.
o Ze liggen in de wand van organen zoals de darmen, de longen, het hart en
urineblaas.
In het proces van prikkels en verkeer krijgen ze voorrang op info uit de
omgeving.
o zo wordt het gevoel van honger id hersenen omgezet in actie om voedsel te
zoeken.
honger kan aanleiding geven tot bewegen en tegelijkertijd de
aandacht van de omgeving of taak verminderen
hoe jonger het kind of hoe laag de ontwikkelingsleeftijd is , hoe groot de beperkingen ook
zijn, je kan altijd beroep doen op de zintuigen om de kwaliteit van leven van je cliënt te
verhogen.
Heel basaal kan je een persoon zijn eigen lichaam leren kennen door bv. een massage,
schommelen, het baden met zorg, inwikkelen, samen bewegen. Maar je kan de persoon ook
meer bewust maken van zijn omgeving. Denk aan activiteiten als wandelen in de natuur,
koken en alles laten voelen en ruiken, een snoezelhoek...
Als ergotherapeut zal je altijd beroep doen op de zintuigen van je cliënt.
Het is belangrijk om zicht te hebben op de sensorische functies en afwijkingen hierin.
Luistert het kind niet, geeft het geen aandacht of hoort hij niet goed?
Kan de persoon niet lezen, is hij niet handig of ziet hij niet goed?
Doet het kind andere kinderen opzettelijk pijn of is zijn proprioceptie gestoord?
Het doelbewust gebruiken van zintuigen is een leerproces.
3
, SAMENWERKING ZINTUIGSYSTEMEN
Prikkeldrempel bv. Sommige zijn heel erg gevoelig aan geuren
Prikkelselectie bv. geluiden die niet relevant zijn, naar de achtergrond kunnen
brengen.
Modulatie
o Inhibitie
o Excitatie perceptie, herkennen
Reactie fysiek, motorisch, emotioneel, sociaal
Zelfregulatie
Impact sensorische deprivatie
Wat als je niets mag doen, niets mag zien en niets mag horen (stel je zit in een lege kamer)
Je wordt zot, je kan psychoses krijgen
Welke mensen worden er niet altijd sensorisch gestimuleerd?
Mensen met dementie
Mensen in coma
Atypische sensorische verwerking en verwant gedrag
Snel afgeleid
Impulsief
Abnormaal activiteitenniveau
Slecht georganiseerd
Angstig
Emotioneel labiel
Onhanding
Slechte slaper
Moeilijke eter
Teruggetrokken
Moe, hangerig
Bruut/gevaarlijk i spel
Schrijfmoeilijkheden
Moeilijk gedrag bij wassen, haar kammen, aankleden,…
SENSORISCHE FUNCTIES EN PIJN
zien Visueel
Hoorfuncties Auditief
Evenwicht Vestibulaire
Andere sensorische functies
o Smaak Gustatieve
4