samenvatting privaatrecht I: Verbintenissenrecht UU jaar 1
3 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Inleiding Privaatrecht I (RGBUPRV001)
Instelling
Universiteit Utrecht (UU)
Boek
Zwaartepunten van het vermogensrecht
een samenvatting van de meeste hoofdstukken van het boek 'Zwaartepunten van het vermogensrecht' die nodig zijn voor het vaak Privaatrecht I: verbintenissenrecht van de Universiteit Utrecht jaar 1.
Beknopte en volledige jurisprudentie JBD1 vermogensrecht, goederenrecht, verbintenissenrecht
Tentamen samenvatting JBD1 ! 8.3 gehaald ! met flowcharts vermogensrecht, goederenrecht en verbintenissenrecht
Super duidelijk samenvatting van het goederenrecht. Samengesteld uit het boek, werkcolleges en hoorcolleges!
Alles voor dit studieboek (115)
Geschreven voor
Universiteit Utrecht (UU)
Rechtsgeleerdheid
Inleiding Privaatrecht I (RGBUPRV001)
Alle documenten voor dit vak (62)
Verkoper
Volgen
JAvanSchie
Voorbeeld van de inhoud
zondag 8 november 2020
Zwaartepunten van het vermogensrecht
Hoofdstuk 1: Inleiding
Vermogen: het geheel van op geld waardeerbare - althans in de economische sfeer
liggende - rechten en verplichtingen die iemand heeft, dus het geheel van zijn activa
en passiva.
Objectief recht: geldende recht, de regels die binnen een bepaald rechtsgebied op
een bepaald tijdstip gelden. Vermogensrecht: alle regels met betrekking tot de
subjectieve rechten en plichten die onderdeel van een vermogen kunnen zijn.
Subjectief recht: an iemand toekomende bevoegdheid. Vermogensrecht: een aan
een bepaald persoon toekomend recht dat deel uitmaakt van zijn vermogen.
Subjectief vermogensrecht onderscheidt zich in rechten met betrekking tot
goederen en rechten met betrekking tot personen. Objectief vermogensrecht
onderscheidt zich in goederenrecht: het deel met betrekking op de
rechtsverhouding tussen een persoon en goed (huis). Recht kan rechthebbende
tegenover iedereen inroepen, absoluut recht. Dwingend recht.
En verbintenissenrecht: het deel met betrekking op de rechtsverhouding tussen een
persoon en een andere persoon (overeenkomst). Recht kan rechthebbende
tegenover een bepaald persoon inroepen, relatief recht. Aanvullend recht.
Goederenrecht en verbintenissenrecht zijn niet van elkaar te scheiden.
Meest algemene deel van het vermogensrecht staat in boek 3 BW. Boek 5 vormt
een meer bijzonder deel met de regeling van zakelijke rechten. Boek 6 is speciaal
voor het verbintenissenrecht. Het BW heeft een gelaagde structuur. De wet kent een
vorm van schakelbepalingen voor het creëren van algemene delen, 3 soorten: 1)
maakt bepaalde vermogensrechtelijke bepalingen tot een algemeen deel, 3:59. 2)
maakt speci eke regeling vermogensrechtelijk, 6:216. 3) regelt bepaalde materie
door naar andere bepalingen door te verwijzen, 3:98.
Hoofdstuk 13: Verbintenis en verbintenissenrecht
Een verbintenis kenmerkt:
Het recht van de één op een prestatie waartoe een ander verplicht is. De subjecten
van de verbintenis zijn de schuldeiser en de schuldenaar. Het object van de
verbintenis is de gedraging waartoe de één verplicht is en waarop de ander recht
heeft, de prestatie.
En vermogensrechtelijke relevantie: een verbintenis is vermogensrechtelijk van aard.
De uiteindelijke de nitie is: een verbintenis is een vermogensrechtelijke verhouding
tussen twee partijen krachtens welke de één (de schuldeiser/crediteur) is gerechtigd
tot een gedraging (prestatie) die de ander (de schuldeiser/debiteur) verplicht is ten
opzichte van hem te verrichten.
1
fi fi
, zondag 8 november 2020
Elementen van een verbintenis: p.198 zwaartepunten van het vermogensrecht
Actieve kant Passieve kant
(schuldeiserskant) (schuldenaarskant)
a. Kern: 1a. Vorderingsrecht 2a. Schuld
b. Veroordelingsmogelijkheid: 1b. Rechtsvordering 2b. Aansprakelijkheid
c. Executiemogelijkheid: 1c. Executierecht 2c. Uitwindbaarheid
Een vorderingsrecht is een relatief recht: het is een bevoegdheid die de
rechthebbende enkel kan handhaven tegenover een bepaald persoon. Enge
betekenis van vorderingsrecht, bevoegdheid van de schuldeiser om van zijn
schuldenaar wat te vorderen. Ruime betekenis van een verbintenis,
rechtsverhouding als beschreven in “uiteindelijke de nitie”.
Indien de schuldenaar niet vrijwillig aan zijn verplichting voldoet, moet hij toestaan
dat de schuldeiser verhaal zoekt op zijn vermogen (uitwindbaar). Iemand is
draagplichtig als hij degene is die rechtens uiteindelijk de gevolgen van de
uitwinning in zijn vermogen behoort te voelen. Wie als debiteur aansprakelijk is en
dientengevolge ook uitwisbaar, is meestal ook draagplichtig.
Hoofdstuk 14: De bronnen van de verbintenis
6:1 verbintenissen kunnen slechts ontstaan indien dit uit de wet voortvloeit. 6:213
overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling waarbij een of meer partijen
tegenover een of meer anderen een verbintenis aangaan (verbintenisscheppende/
obligatoire overeenkomst tot uitgangspunt). Met een afspraak wordt een
overeenkomst gesloten die gericht is op het ontstaan van een verbintenis.
De rechtsgevolgen van overeenkomsten zijn niet beperkt tot verbintenissen: er kan
ook sprake zijn van een bevrijdende/libertaire (6:160) of familierechtelijke
overeenkomst van huwelijkssluiting.
Een overeenkomst is een rechtsfeit: art 6:213 jo 6:1 bewerkstelligen pas een
concreet rechtsgevolg indoen een concrete gebeurtenis hem activeert. Een
rechtsfeit is een feit waaraan het objectieve recht een rechtsgevolg koppelt. Uit dit
rechtsfeit volgt als concreet rechtsgevolg een subjectief recht.
De verhouding tussen rechtsregel, -feit en -gevolg is telkens die van oorzaak en
gevolg. De RR maakt een bepaalde gebeurtenis tot een RF waardoor in concreto
het RG tot stand komt dat op dat moment slechts in abstracto in de rechtsregel was
geformuleerd.
De rechtshandeling is een onderdeel van de categorie rechtsfeit, een overeenkomst
is volgens 6:213 een rechtshandeling. Een rechtshandeling is gericht op het tot
stand brengen van een rechtsgevolg. 1) het beoogde richtgevolg mag niet strijdig
zijn met het objectieve recht. 2) de handeling moet voldoen aan de daarvoor in de
wet gestelde vereisten. Algemene regeling in titel 3.2 (rechtshandelingen), titel 6.5
(overeenkomst in het algemeen) heeft een nadere regeling.
2
fi
, zondag 8 november 2020
Een meerzijdige rechtshandeling vereist de samenwerking van meerdere personen.
Ten minste twee personen moeten samenwerken, overeenkomst. Een eenzijdige
rechtshandeling wordt door één persoon tot stand gebracht, erkenning van een
kind.
Eenzijdige rechtshandelingen zijn te onderscheiden in gerichte (wel gericht tot een
of meer bepaalde personen) en ongerichte (niet gericht tot een bepaalde persoon,
testament) rechtshandelingen.
Binnen overeenkomsten is onderscheid te maken tussen wederkerige (6:261
partijen nemen verplichtingen op zichtte het oog op de verkrijging van de prestatie
van de ander) en eenzijdige overeenkomsten (er bestaat tegenover de verplichting
van de ene partij geen verplichting van de andere).
Eenzijdige overeenkomsten zijn geen eenzijdige rechtshandelingen omdat iedere
overeenkomst een meerzijdige handeling is.
Er bestaat ook een onderscheidt tussen rechtshandelingen om baat (tegenover het
verrichten van een RH staat een voordeel) en om niet, alle eenzijdige
overeenkomsten (tegenover het verrichten van een RH staat Geen voordeel).
Er zijn ook andere rechtsfeiten dan rechtshandelingen:
• Bij onrechtmatige daad ontstaat een rechtsgevolg onafhankelijk van de wil (titel
6.3, art 6:162, er ontstaat een verbintenis tot schadevergoeding). Onrechtmatige
daad is een rechtsfeit maar geen rechtshandeling, de wil van de handelende
persoon is irrelevant.
• Bij het rechtsfeit rechtmatige daad
blijft de wil buitenbeschouwing (titel
6.4). Rechtmatige daden hebben
met onrechtmatige daden gemeen
dat zij verbintenissen doen ontstaan
geheel onafhankelijk van de daarop
gerichte wil.
• Er zijn ook rechtsfeiten die niet uit
gedragingen van personen bestaan.
Dit heet een bloot rechtsfeit.
De bronnen van verbintenissen: art 6:1 bepaalt dat verbintenissen slechts kunnen
ontstaan indien dit uit de wet voortvloeit, dit voortvloeien kan op drie manieren:
• De wet wijst rechtstreeks feiten aan als bronnen van verbintenissen:
• Door deze als groep aan te wijzen/regelen: overeenkomst, OD.
• Door deze afzonderlijk aan te wijzen: titel 6.4, rechtmatige daad.
• De wet wijst via het ongeschreven recht bepaalde feiten aan als bronnen van
verbintenissen: art 6:162 lid 2 verwijst naar ongeschreven recht.
• De wet wijst geen directe bron aan maar het door het feit ontstaat toch een
verbintenis: het is passend in het stelsel van de wet. Quint/Te Poel-arrest p.214.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper JAvanSchie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.