Samenvatting pedagogiek
Hoofdstuk 1: Wat is pedagogiek?
Ontstaan van de wetenschap
In vergelijk met andere wetenschappen is het een vrij jonge discipline. Nochtans
voeden ouders al sinds het ontstaan van de mensheid kinderen op.
De eerste pedagogische leerstoel aan de universiteit van Halle (Duitsland) dateert
van 1779. Tot WO2 vooraleer het zijn weg vindt naar het werkveld. als wetenschap
dus pas laat invloed op het werkveld.
Bekende eerste pedagogen: Declory, Langeveld, Kohnstamm, Bladergroen
Vaak was het omgaan en opvoeden met kinderen een van de thema’s die uitvoerig
behandeld werden door filosofen. Ze schreven teksten met raadgevingen en
reflecties omtrent de invloeden die werkzaam zijn voor kinderen. Vb: de “Spartaanse
opvoeding” was reeds een model met waarden en normen waarop ouders,
opvoeders zich konden richten. -> grootbrengen buiten het gezin zodat ze zelfstandig
hun weg vinden, doel: lichamelijke ontwikkeling en discipline.
Vooral het tijdskader, de normen en waarden waarbinnen de onderwijspraktijk
ontstond, beïnvloedden de theorievorming van de pedagogiek. Bijvoorbeeld het
ontstaan van het volksonderwijs (eind 19e eeuw) situeert zich grotendeels binnen de
armenzorg en had eveneens de bedoeling de kinderarbeid in te dijken. De
achterliggende ideeën kwamen uit de Verlichting.
Definiëring
Object van de studie
Pedagogiek houdt zich bezig met de studie van de studie van de opvoeding van kinderen en
jongeren van 0 – 18 jaar.
Paidagōgós (Grieks)
= pedagogiek
Pais = kind
Agogein = leiden
= leiding geven aan kinderen
Afbeelding verwijst naar de slaaf die het kind van
het huis waar hij woonde opvoedde
Slaven waren de eerste pedagogen
Definitie: de pedagogiek probeert opvoeding en opvoedend handelen systematisch te
beschrijven door, op basis van kwalitatief en kwantitatief onderzoek, algemene geldende
uitspraken te doen.
Pedagogiek = handelsingswetenschap
= de praktijk moet iets hebben aan de verworven inzichten en kennis. Er bestaat een
wisselwerking tussen praktijk en theorie.
-> waarnemingen van de praktijk helpt de theorievorming
-> de theorie bevrucht op haar beurt de dagelijkse praktijk
Het kind en het pedagogisch handelen met die kinderen en jongeren staan centraal.
1
,Niveaus van de pedagogiek
Casus:
De ouders van Jan (7) maken zich ernstige zorgen over het gedrag van hun zoon. Sedert hij van de
kleuterschool naar het basisonderwijs overstapte, is hij enorm agressief geworden. Op school slaat hij de
kinderen van zijn klas. Thuis slaat hij zijn jongere zus, Maaike, zodra de ouders hun rug gekeerd hebben. De
ouders zetten Jan in de hoek zodra hij zijn zusje slaat. Ze willen kort op de bal spelen. Ze denken dat ze het
agressieve gedrag enkel op deze manier weg zullen krijgen. Na een paar weken volgehouden straffen,
verandert er niets aan het vervelende gedrag. In “klasse voor ouders” leest moeder dat onderzoek uitwijst dat
je kinderen beter beloont voor wat ze goed doen, dan dat je ze straft voor wat ze verkeerd doen. De ouders
bespreken dat ze zullen proberen om geen aandacht meer aan het agressieve gedrag te geven. Maar telkens
als hij iets liefs doet tegenover Maaike, zullen ze Jan belonen met “goed zo, jongen”. Een paar dagen doen de
ouders dat zo. Op een avond na school is Jan opnieuw bezig zijn zus te slaan. Vader is ten einde raad, want hij
kan niet verdragen dat Maaike slaag krijgt. Hij zet zijn zoon toch in de hoek, terwijl hij hem een klap tegen zijn
broek geeft.
Je kan pedagogiek uitoefenen op 3 verschillende niveaus:
Theorie: Praktijktheorie: De praktijk: opvoedkunde
opvoedingswetenschap opvoedingsleer (pedagogie)
(pedagogiek)
Wetenschap Theoretische aanwijzingen Het dagelijkse opvoeden
die het pedagogisch
handelen ondersteunen
Vb: wetenschappelijk artikel Vb: advies over hoe om te Vb: vader probeert agressief
over effecten van straffen gaan met straffen en gedrag van zoon te negeren
en belonen belonen – beter belonen en beloont hem wanneer hij
voor wat kind goed doet, lief is. het lukt niet altijd…
dan straffen voor wat kind
verkeerd doet
1. Opvoedingswetenschap
Op dit niveau wordt onderzoek gedaan om wetenschappelijke kennis over de
omgang met kinderen op te doen.
De beoefenaar voert zijn werk uit op basis van een hoeveelheid kennis. Dit bestaat
uit wetenschappelijke theorieën, denkkaders, begrippen, verbanden, principes en
regels.
2. Opvoedingsleer
Het gaat om persoonlijke inzichten, gedragsregels, procedures, routines en
ervaringen die voor de uitvoerder vanzelfsprekend zijn. Inspiraties hiervoor vind je in
de iets toegankelijke pedagogische literatuur, TV programma’s, websites, gericht aan
ouders die op zoek zijn naar handvaten voor een goede opvoeding.
3. Opvoedkunde
Het gaat om wat je effectief doet in je omgang met kinderen.
Als we echter (professioneel) opvoedend bezig willen zijn, dan is het een basisattitude dat
we proberen zo bewust mogelijk met onze manier van handelen bezig te zijn. Ook achteraf
gaan we evalueren: we denken na of we wel bereikt hebben wat we wilden bereiken, zodat
we het in de toekomst eventueel anders kunnen doen.
2
,Situering van de pedagogiek in de wetenschappen
Vanaf de jaren 50 -> besef dat er niet alleen in school en gezin, maar ook in de samenleving
in het algemeen met mensen wordt gewerkt zodat ze hun weg in de samenleving leren
vinden.
Kinderen dienen niet alleen hulp te krijgen bij het leren via gezin en school, maar ook tijdens
de vrije tijd om het welzijn te verbeteren. = sociale pedagogiek
Sociale agogiek: de wetenschap over het werken aan het welzijn van mensen van welke
leeftijd.
Agogiek/ agogische wetenschap/ handelingswetenschap: de overkoepelende wetenschap
voor het werken aan het welzijn van mensen in het algemeen. Het Griekse “agogen”
betekent “leiden, begeleiden”. Agogiek verwijst naar de wetenschap die zich bezighoudt met
de omgang met mensen. (= omgangskunde)
De agogiek heeft veel deelwetenschappen. We kunnen we op verschillende manieren
indelen:
Deelwetenschappen van de agogiek volgens leeftijd van doelpubliek:
De pedagogiek: begeleiden van kinderen (en jongeren)
De andragogiek: begeleiden van volwassenen
De gerontagogiek: begeleiden van ouderen
Deelwetenschappen van de agogiek volgens object (= onderwerp):
Orthopedagogiek: begeleiden van mensen in nood
Sociale agogiek: begeleiden van mensen in maatschappelijke problemen (armoede,
gevolgen oorlog) + leren tijdens vrije tijd -> wetenschap die gericht is op het sociale
en culturele welzijn
Psychoagogiek: begeleiden van mensen bij hun mentaal welzijn en mentale
moeilijkheden (mensen in psychische nood)
Pedagogiek: begeleiden van kinderen en jongeren naar volwassenheid. Hier worden
verschillende specialisaties onderscheiden:
o Sociale pedagogiek
o Onderwijspedagogiek (met inbegrip van didactiek en onderwijskunde)
o Klinische pedagogiek
o Gezinspedagogiek
o Theoretische pedagogiek
o Forensische pedagogiek
o Historische pedagogiek
Hulpwetenschappen van de pedagogiek
Hulpwetenschappen = een wetenschap waarvan de inzichten helpen voor de
theorievorming van een andere wetenschap
Pedagogiek gebruikt ook inzichten uit andere disciplines: psychologie, psychiatrie, sociologie,
biologie, filosofie, ethiek… Ontwikkelingspsychologie is dé hulpwetenschap bij uitstek.
Multidisciplinariteit: kennis vanuit verschillende disciplines combineren om een activiteit te
organiseren
Interdisciplinair: samenwerken met verschillende disciplines (logopedisten…)
3
, Onderscheid tussen psychologie en pedagogiek
Psychologie Pedagogiek
Historisch: nastreven ban waardenvrije Historisch: gebonden aan
benadering van het menselijke gedrag levensbeschouwelijk stromingen
Na WO2: geseculariseerd
Wetenschap van beschrijven en verklaren Terrein van politici: onderwijzers, artsen…
van menselijk gedrag Wetenschap van tussenkomen, ingrijppen,
begeleiden…
Handelingswetenschap
Denkkaders in de pedagogiek
Er is niet 1 manier om naar opvoeding en onderwijs te kijken
Er zijn verschillende denkkaders, stromingen binnen de pedagogiek
Advies: experimenteer met verschillende visies op pedagogie, en zie wat werkt in een
bepaalde situatie
Vanuit de verschillende stromingen ontstonden denkkaders, die ook golden in andere
menswetenschappen. Concrete voorbeelden:
Behavioristische benadering
Het behaviorisme, ook wel leertheoretische of gedragstherapeutische benadering genoemd,
richt zich op het gedrag van de mens en de invloed van de omgeving op dat gedrag. Ze gaan
ervan uit da gedrag aangeleerd is en dus ook afgeleerd kan worden. Een heel belangrijke
toepassing hiervan is straffen en belonen.
Cognitieve leertheoretische benadering
Deze is gebaseerd op het stadiamodel van Piaget. De opvoeding dient hier rekening te
houden met het ontwikkelingsstadium waarin het kind zich bevindt. Aansluitend daarop kan
de opvoeding inspelen op cognitieve mogelijkheden van het kind en zo de ontwikkeling
ondersteunen.
Sociaal constructivistische benadering
Vygotsky als grondlegger voor deze benadering legt de nadruk op het belang van de sociale
interacties. Hij is van mening dat het kind de wereld leert begrijpen via zijn
probleemoplossende interacties met volwassenen en andere kinderen.
4