SPECIFIEKE GEZONDHEIDSZORG: GEESTELTIJKE GEZONDHEIDSZORG
Hoofdstuk 5: Over karakters en moeilijke mensen
1. Inleiding
1.1. Persoonlijkheid?
1.1.1. Discreptief – dimensioneel – structureel
- Discreptief = beschrijvend o.a. DSM
o Om depressie te kunnen hebben moet je dir, dit en dit hebben
- Dimensioneel
o Cloninger en 5 factoren model
o Er zijn plannen om de DSM dimensioneel te maken
- Structureel
o Otto kernberg
1.1.1.1. Discreptief
1.1.1.1.1. DSM Persoonlijkheidsstoornis
- (ALGEMEEN)
o Een duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen dat duidelijk afwijkt
van wat binnen de cultuur van de betrokkene wordt verwacht. Dit patroon komt op
twee (of meer) van de volgende terreinen tot uiting
Cognitie = waarnemen en interpreteren van gebeurtenissen, zichzelf en
anderen
Affect = emotionele reacties: aangepastheid, intensiteit
Interpersoonlijk functioneren
Impulscontrole
o Het duurzaam patroon is star en dringt door in relationele netwerk
o Duurzaam patroon leidt tot lijden of ernstige beperkingen op verschillende vlakken
o Duurzaam patroon is stabiel en van lange duur
o Begint in adolescentie/vroege volwassenheid
o Duurzaam patroon kan niet verklaard worden als een uitdrukking/gevolg van een
andere stoornis
o Duurzaam patroon is geen rechtstreeks gevolg van fysiologische effecten van
middelengebruik/med. toestand
- De DSM bespreekt een reeks van 11 stoornissen die ze in 3 clusters groeperen:
o CLUSTER A
Paranoïde
Schizoïde
Schizotypisch
o CLUSTER B
Anti-sociaal
Borderline
Histrionisch
Narcistisch
, o CLUSTER C
Vermijdend
Afhankelijk
Dwangmatig
1.1.1.2. Dimensioneel
1.1.1.2.1. Cloninger
- Cloninger veel onderzoek naar persoonlijkheid
o Persoonlijkheid valt uit in 2 delen TEMPERAMENT en KARAKTER
TEMPERAMENT
Harm avoidance = controle over destructieve impulsen
Novelty seeking = creativiteit
Reward dependence = beloningsafhankelijkheid
Persistence = volharding/uithoudingsvermogen
KARAKTER
Self-directedness = vastberadenheid
Cooperativeness = samenwerkendheid
Self-transendence = transcendentie, het uitbreiden van persoonlijke
grenzen, bovenzinnelijk
- Hechting = heeft veel invloed op de genetische expressie
o Stel je bent een heel extravert persoon, maar uit dit niet meer zoveel d.m.v. trauma
o Je aanleg is extravert, maar je komt toch introvert over
1.1.1.2.2. The big five
- Persoonlijkheid bepaalt wie we zijn eigenschappen maken er deel van uit
- 1203 eigenschappen van de persoonlijkheid kan ingedeeld worden in 5 dimensies:
o Extraversie: spontaan, gesloten, somber, teruggetrokken, timide,…
o Emotionele stabiliteit: impulsief, gevoelloos, kalm, zelfzeker,…
o Vriendelijkheid: tevreden, tolerant, opstandig, eerzuchtig,…
o Zorgvuldigheid: losbandig, oplettend, voorzichtig, serieus, onnozel,…
o Intellectuele autonomie: origineel, creatief, oppervlakkig, diepzinnig,…
Iedere basiskwaliteit kent ook zijn tegenpool (extravert – introvert)
Alternatief voor DSM: niet vertrekken vanuit pathologie, wel vanuit
persoonlijkheidskenmerken die extreme varianten bevatten
1.1.1.3. Structureel
1.1.1.3.1. Otto Kernberg
- Otto Kernberg spreken over borderline introduceerde structureel diagnostiek
- Kijken naar structuur van het ego IK
o Bv. in welke mate kan iemand, als hij voor een probleem staat, dit planmatig
aanpakken
o Bv. in welke mate is iemand blij met zijn eigen identiteit
- Metafoor = volwaardige cirkel (“normale persoon” en cirkel met gaten (verbrokkeld EGO
ego niet mooi afgesloten met de buitenwereld)
o Zie cursusblad uit de les!!!
,1.1.2. Millon
- Millon persoonlijkheid =
o Het complexe patroon van diepgewortelde psychologische kenmerken
Die grotendeels onbewust is
Niet makkelijk uit te wissen is
En waarvan uitdrukking zichtbaar is in alle facetten van het functioneren (:
denken, voelen, handelen in soc. situaties, …)
1.1.3. Persoonlijkheidsstructuur
- Heel wat klachten van mensen die zich aanmelden in GGZ = worden voor hen als ‘nieuw’
ervaren
o De bestaande situatie is voor hen veranderd
o Omdat deze klachten voor veel pt. nieuw zijn, worden ze als EGODYSTOON ervaren
EGODYSTOON = niet bij de persoon passend
Leefsituatie is niet in harmonie met de manier waarop iemand zichzelf
ervaart
Vb. persoon kan plots heel angstig worden
o Tegenover EGODYSTOON staat EGOSYNTOON = bij de persoon passend
Situaties die in harmonie zijn met de subjectief ervaren inhoud van het eigen
bestaan en in die zin aanvaardbaar voor het ego
Deze klachten zijn soms langer aanwezig en worden soms niet eens herkend
door de ZO
Het zinnetje “zo ben ik nu eenmaal” is hierbij heel herkenbaar
Vb. Narcisme
- Is er bij persoonlijkheidsstoornissen sprake van een STATE- OF TRAIT-TOESTAND??
o Persoonlijkheidsstoornissen zijn veel meer dan een toestand/state
o Het is eerder te beschrijven als een trait/eigenschap/kenmerk gezien het egosyntone
karakter
Echter is het wel zo dat de hulpverlening er vaak aan te pas komt door syndromale klachten
(vb. iedereen is tegen mij) en niet door klachten i.v.m. persoonlijkheid. De omgeving ervaart
vaak meer problemen dan de persoon zelf
o Om een definitief antwoord te vinden DEFINITIE PERSOONLIJKHEID MILLON
Hier zien we dat mensen met een bep. persoonlijkheid steeds weer in
dezelfde patronen en moeilijkheden terechtkomen en er via behandeling
veel moeilijker van af geraken dan de mensen met een egodystone
problematiek
Het gaat hier om ingebakken reactieformaties, gedragswijzen, …
1.2.5. Moeilijke mensen???
- Etiket ‘moeilijke mens’ vertelt iets over karaktereigenschappen van min. 2 personen en
hun interacties.
o Eigenlijk is iemand als ‘moeilijk’ bestempelen volledig onterecht wij zijn diegene
die het er moeilijk hebben
, Houdt verband met onze eigen voorgeschiedenis, (on)bewuste
kwetsbaarheden, …
= Moeilijke mensen bestaan niet, het zijn enkel moeilijke interacties
o Als ZV moet met over voldoende zelfkennis en zelfreflectief vermogen beschikken
om in interactie te gaan met mensen met een persoonlijkheidsverstoring
Dit in combi met professionele interactiestijlen, zorgt ervoor dat de
mogelijkheid bestaat om met deze doelgroep om te kunnen gaan
- Binnen therapeutische relatie ervaart men snel het moeilijke gedrag van deze mensen
o De theorie leert ons dat gedrag een gevolg is van een leerproces
Het gaat dus niet echt over moeilijk gedrag, maar eerder over onaangepast
gedrag leerproces gebeurde door omstandigheden niet goed
Behandeling gaat hier niet over genezen, maar wel over het helpen
ontwikkelen van strategieën, vaardigheden om minder in conflict te komen
met zichzelf en zijn omgeving
- Waar bevindt de grens zich tussen ‘moeilijk karakter’ en een ‘persoonlijkheidsstoornis’?
o Persoonlijkheid = verzameling van persoonlijkheidskenmerken
Persoonlijkheidskenmerken kunnen licht, sterk, matig aanwezig zijn
Extreem wel/niet aanwezig kunnen mensen in moeilijkheden
brengen
Persoonlijkheidskenmerken kunnen elkaar ook versterken/compenseren
o Problemen zijn er als de omgeving er een probleem mee ervaart of als de persoon
erdoor belemmerd wordt
Geen grens tussen ‘normaal en ‘abnormaal’ het moet gezien worden als
continuüm van veel persoonlijkheidskenmerken, waar extreme
pers.kenmerken die versterkt worden door andere/niet gecompenseerd
worden door andere , voor problemen zorgen bij persoon/omgeving
o Van persoonlijkheidsstoornis wordt gesproken als een cluster van bep.
pers.kenmerken al van jonge leeftijd en op alle belangrijke levensdomeinen zichtbaar
is en voor problemen zorgt die zo ernstig zijn dat de persoon niet gezond kan
functioneren
1.2.5.1. De persoonlijkheid van de hulpverlener
- De persoon(lijkheid) van de hulpverlener wordt op de proef gesteld
o Je merkt in de omgang dat het niet gewoon om een stemmingsstoornis gaat, maar
weldegelijk om een persoonlijkheidsstoornis
Ze zullen de HV niet neutraal behandelen
Negatief en met antipathie OF met veel sympathie en claimend
De manier waarop ze met je omgaan = te wijten aan irrationele gedachten
(vb. afkeer uiterlijk van HV of van de kleren, …)
Relatie wordt al van de meet af op de proef gesteld
Hier wordt dus ook belang van team aangetoond
1) Sensitiviteit – behandeling speelt zich af in de relatie
2) Andere gevoelens – herhaling
o Hoe ga ik ermee om?
3) Container – afstand en nabijheid
o Hoe ga ik mij tot de persoon verhouden
o Wat kan ik zelf dragen
4) Eigenwaarde en succesgevoel
o Genezen komt minder vaak voor dan verbetering
o Blij zijn met de kleine overwinningen