EPIDEMIOLOGIE
Hoofdstuk 1: Algemene inleiding
Epidemiologie
Epi = over, tussen Demos= volk, mensen Logos = leer
= Methode om het voorkomen (frequentie) van een bepaald karakteristiek in de populatie te bestuderen.
= Methode om de frequentie in de populatie te bestuderen alsook de factoren die verschillen in frequentie
kunnen beïnvloeden/ verklaren
Kenmerken die de epidemiologie interesseren
Persoonlijke factoren
Demografische, biologische, genetische, levensstijl, socio-economische
Omgevingsfactoren
Kenmerken uit de onmiddellijke omgeving
Populatiekenmerken
Bronnen van info: interviews, vragenlijsten, direct onderzoek, medische dossiers
Doel
Vragen beantwoorden rond etiologie, diagnose, prognose, therapie
Door middel van: vergelijken
Observationele epidemiologie: vb. grootschalig onderzoek bij kinderen in steden met verschillende
fluorconcentraties
Experimentele epidemiologie: vb. grootschalig experiment in 2 steden Kingston en Newburgh
Oorzaken
10 belangrijkste specifieke doodsoorzaken in België
Ischemische hartziekten
Cerebrovasculaire ziekten (langdurige belasting van het hart)
Hartinsufficiëntie
=> Hart- en vaatziekten en kanker fors toegenomen de laatste jaren, infectieziekten 20% verminderd
Begrippen
Endemie: Infectieziekte die zich binnen een populatie tot stand kan houden
Epidemie: Op korte periode wordt ziekte heel frequent
Pandemie: Epidemie op internationale schaal
Morbiditeit: Ziektelast (frequentie)
Mortaliteit: Sterfte
Letaliteit: Maat voor de dodelijkheid van een ziekte
Hoofdstuk 2: Frequentie van ziekte
1. Frequentiematen
Cohorte: populatie geobserveerd gedurende een bepaalde periode
Follow-up: observatietijd, hoelang je de personen opvolgt
Lost-to-follow: iemand niet meer kunnen opvolgen door bv sterfte, verhuis
Tijdsduur ‘at risk’: Zelf in de hand: max tijd dat je wilt besteden
Persoonstijd ‘at risk’: Witte vakjes optellen
‘at risk’: Potentieel blootgesteld aan ziekte die je registreert. Ziekte hebben -> Tijd loopt door maar tijdsduur
niet meer
, Gezond
Tijdsduur ‘at risk’= 2 jaar Overleden
Lost to follow up
Behoorde tot de cohorte,
maar werd niet opgevolgd
Ziekte vastgesteld
Tijdsduur ‘at risk’= 5 jaar
Follow-up= 7 jaar
PREVALENTIE
Prevalentie
Aantal zieken op een bepaald moment vb. 450.000 diabeten in België
Momentopname, veranderlijk doorheen de tijd
Prevalentiecijfer
(Prevalentie/ totaal aantal)* 100% vb. 450.000/10.800.000= 4.2%
Proportie op het geheel
-> Ook prevalentie van risicofactor, blootstelling …
-> Hoeveel ziekte op een welbepaald ogenblik: statisch begrip
-> vb. prevalentie van overgewicht bij kinderen van 7-11 jaar: België ongeveer op het gemiddelde (18%)
Prevalentie beïnvloeden
Prevalentie verhogen
o Ziekte van lange duur, overleving maar geen genezing, meer nieuwe gevallen, inwijken van
zieken, uitwijken van gezonden, inwijken van voorbeschikten …
Prevalentie verlagen
o Meer genezing, ziekte van korte duur, hoge letaliteit, minder nieuwe gevallen, inwijking van
gezonden, uitwijking van zieken …
INCIDENTIE
Incidentie= aantal nieuwe gevallen van een ziekte gedurende een bepaalde periode vb. aantal nieuwe
diabeten in België over 3 jaar: 30.000
Cumulatieve incidentie: (incidentie / aantal gezonde personen aan het begin van de periode) * 100%
vb. cumulatieve incidentie van diabetes in België over 3 jaar: (30.000/10.350.000)= 0,3%
Incidentiecijfer: Incidentie/ personentijd ‘at risk’
Persoontijd at risk= Som van alle individuele tijdsduren at risk = totaal aantal persoonsjaren
vb. 10 patiënten werden 6 jaar opgevolgd, 20 gedurende 5 jaar en 10 gedurende 3 jaar
-> totaal: (10x6)+(20x5)+(10x3)= 190 personenjaren at risk
-> Wijziging in hoeveelheid ziekte over periode: dynamisch begrip
-> In bepaalde subgroepen: geslachtsspecifiek incidentiecijfer, leeftijdspecifiek incidentiecijfer …
Berekening personentijd at risk:
Exact: individueel opstellen
Benadering: aantal (gezonde) personen aan het begin x tijdsduur
Incidentie: toepassing op mortaliteit
Mortaliteit: incidentie van overlijden
Mortaliteitscijfer: incidentiecijfer van overlijden
Bruto-mortaliteit: absolute aantal
Oorzaakspecifieke mortaliteit
Letaliteitspercentage (case-fatality rate): hoe dodelijk een bepaalde ziekte is
o Mortaliteit/ incidentie