Economie
Belangrijke data’s:
- 1930: economische crisis ‘Wall Street’ (een beurscrash: mensen vragen geld aandelen
terug à geld was weg) à Keynes
- 1960-1973: Golden Sixties à Bloei (welvaart stijgt)
Oliecrisis à prijs x4
Zochten dan achter alternatieven: kernenergie, windmolens,…
- 2008-2009: bankencrisis: banken failliet (banken hadden belegd in nep-bedrijven)
- 2020: coronacrisis
BBP: bruto binnenlands product = de waarde van alles wat we maken in ons land
: eco-groei
: welvaartsindicator
Hoofdstuk 1: Wat is economie?
1 Inleiding
Wat is economie?: het gaat over kiezen à iedereen kiest
- De gewone mens: consument
- Bedrijfsleiders: de producent
- Beleidsmakers: de overheid
à Waarom moet er gekozen worden? = Zeer veel behoeften en er moet gekozen worden
want het budget is beperkt.
1. De gewone mens: VB: de student moet beslissen over hoe ze hun tijd verdelen tussen
studeren voor verschillende vakken en ontspanning. Na het studeren moeten ze dan
beslissen om al dan niet een bijkomend jaar opleiding te volgen. Als ze willen gaan
werken, moeten ze beslissen waar te solliciteren enz.
2. Bedrijfsleiders: moeten regelmatig beslissingen nemen met betrekking tot
aanwervingen, investeringen, het vaststellen van de prijzen voor hun producten,…
3. Beleidsmakers: denken na over de aanwending van de middelen naargelang van de
prioriteiten.
Wat is het belang van economie?:
1. Bijdrage tot het nemen van betere beslissingen.
2. Kennis van economie helpt om de problemen van de wereld waarin we leven, beter te
begrijpen.
Bel 20: de werking van de beurs. Een cijfer dat dagelijks wordt berekend, het cijfer zegt iets
over de prestatie van de Belgische economie. Bel à België. 20 à 20 belangrijkste bedrijven
(onthoud er 3: AB-Inbev, Colruyt, Proximus)
Samenvatting Economie Noémie Bostyn 1
,Besluit:
De mens heeft veel wensen maar het budget is beperkt dus kies je met je verstand en ga je
voor je beste keuze.
BBP (bruto binnenlands product): is de welvaartsindicator die de levensstandaard van een
land meet/bepaalt.
De 3 P’s: Profit, People, Planet (iets over kunnen vertellen)
People manager: iemand die kan omgaan met mensen
De vakbonden: dat zijn werknemersorganisaties, zij vertegenwoordigen de werknemers.
3 grote:
1. ACV (Christelijke vakbond, kleur: groen)
2. ABVV (Socialistische partij, kleur: rood)
3. ACLVB (Liberale vakbond, kleur: blauw)
ECB: Europese Centrale Bank:
3 trappen:
- De Europese Centrale Bank: ECB: hoofdzetel: Frankfürt
- De nationale bank van België: nbb
- De lokale banken: KBC, Belfius
De nbb maakt een jaarverslag van de nbb: zegt iets over de economische prestatie van ons
land. (EXAMENVRAAG)
Wat zijn de gevolgen van de globalisering voor de werkgelegenheid? à de producenten
laten hun producten maken in lageloonlanden, om de kosten in te perken.
Globalisering: contacten met bijna de hele wereld
Wij hebben een open economie = veel invoer & veel uitvoer (kun je zien in de havens,
luchthavens ook in de bedrijven)
Liberalisering = vrijmaking van de markt, er is concurrentie toegelaten, concurrentie MOET
- Telecommunicatie: vroeger enkel Proximus, nu ook Telenet, Orange,…
- Elektriciteitsmarkten: nu verschillende merken (Luminus, Electrabel,…) die ons
elektriciteit aanbieden maar is nog steeds duur à door de distributiekosten die hoog
liggen.
- Het goederenvervoer per spoor: vroeger enkel NMBS, maar nu zijn er
spoorwegoperatoren die mogen rijden op het Belgische spoornetwerk (Deutsche
Baan, sncf frais, Lineas)
Samenvatting Economie Noémie Bostyn 2
,Welke effecten kan men verwachten wanneer economische sectoren (telecommunicatie,
het goederenvervoer per spoor, elektriciteitsmarkten) worden geliberaliseerd? à meer
concurrentie waardoor de prijzen worden gedrukt en de dienstverlening op een hoger
niveau moet.
2 Het economisch probleem: zeer veel behoeften tegenover schaarse
middelen = beperkt budget.
2.1 Menselijke en maatschappelijke behoeften
Piramide van Maslow
Luxe
behoeften Vb: cruise rond de wereld
Basisbehoeften Vb: drank, eten, kledij, onderdak,…
Een behoefte verwijst naar het aanvoelen van een tekort en naar het verlangen om dat
tekort aan te vullen. Deze behoeften omvatten veel meer dan de basisbehoeften van
voeding, kleding en huisvesting. Bovendien hebben ze niet alleen betrekking op materiële
goederen (stuk fruit, pc, trui), maar ook behoeften aan immateriële ‘goederen’ (diensten
zoals geneeskundige verzorging, cultuur, onderwijs) worden in aanmerking genomen.
Bovendien kunnen behoeften zowel van individuele als collectieve aard zijn. Elk individu
behoort immers ook tot een gemeenschap, waaruit typisch collectieve behoeften als orde en
nationale veiligheid resulteren.
De rangorde en de intensiteit van de behoeften zijn verschillend tussen personen onderling
en veranderen in de tijd en naargelang de omstandigheden. Ook veranderen de behoeften
naargelang allerhande omstandigheden zich wijzigen; denk aan de behoefte aan water of
frisdranken bij warm en bij koud weer.
Het is nuttig erop te wijzen dat de economie zich in principe niet uitspreekt over de waarde
van de behoeften. VB: je hebt zin in een sigaret dan gaat de economie niet zeggen ‘neen dat
is ongezond’
Samenvatting Economie Noémie Bostyn 3
, 2.2 Schaarse middelen en de noodzaak te kiezen
• Economische goederen (99%) à prijs (heeft allemaal een prijs)
- Water (SPA)
tegenhanger
- Broodje
- Onderwijs
• Vrije goederen à gratis
- Lucht (zuivere)
- Water (zuiver) à uit riviertje
Moet een bedrijf meer middelen inzetten om de lokale markt te verruimen of daarentegen
de aandacht meer richten op export?
- Ja, je kunt bijna niet anders
VB: Agristo à 90% export & 10% lokale markt
à heel veel bedrijven leven van de export.
Ten slotte kampt ook de overheid met schaarste problemen en moeten ook daar moeilijke
keuzes worden gemaakt. Het kan maatschappelijk erg verdedigbaar zijn meer middelen te
besteden aan onderwijs, milieubeleid, betere mobiliteit, veiligheid, cultuur,… Maar de
budgettaire mogelijkheden zijn beperkt. Vandaar het belang van een jaarlijkse begroting.
Jaarlijkse begroting = raming van de verwachte inkomsten & uitgaven voor het volgende
jaar.
à begrotingscontrole = (o.a. Europa kijkt mee over onze schouder)
2.4 Economie: een definitie
à KIEZEN (je denkt erover na)
veel behoeften, maar budget is krap à prioriteiten stellen
2.4.1 Wat? Hoeveel?
Productiefactors
TP (totale productie) in tonnen of stuks: afhankelijk van:
- De ligging of natuur
- Kapitaal: je hebt geld nodig om een bedrijf te starten
- Arbeiders: je hebt mensen nodig
- R & D: Research & Development: Onderzoek & Ontwikkeling: zoeken naar
vernieuwingen, verbeteringen & nieuwe producten. VB opzoek naar nieuwe
medicatie (vb Janssens Pharmaceutica)
- Het management: het geheel weten te coördineren.
2.4.2 Hoe?
Kapitaalintensief: als je serieuze machines nodig hebt. VB: auto’s
Arbeidsintensief: waar veel handenarbeid nog nodig is. VB: bouw, tuinonderhoud
Samenvatting Economie Noémie Bostyn 4