Dit is een samenvatting van alles slides inclusies nota's uit de lessen. De tekeningen van op het bord zijn hier ook in toegevoegd. Als je deze samenvatting kan, slaag je.
Inleiding
Examen:
Mondeling
Maar bij één docent mondeling
Vier vragen; bespreek vragen, stukje tekst met een geneesmiddel dat je moet bespreken en
enkele juist/fout stellingen. Goed te kennen: anesthetica, NSAIDs en antibiotica
Kennen: interacties van andere geneesmiddelen met die wij gebruiken/voorschrijven
Niet kennen: Intoxicaties (hoofdstuk 8) en appendix
In cursus dingen die kleinere interlinie hebben zijn eerder achtergrondinformatie
Hoofdstuk 0. Inleiding en terminologie tot farmacologie en farmacokinetiek
Onderscheid tussen
causale therapie
profylactische therapie
symptomatische therapie
substitutietherapie
Elk geneesmiddel heeft een actieve stof = stofnaam bv. methylfenidaat
De naam waaronder het verkocht wordt = specialiteitsnaam bv. relatine
Farmacodynamiek (FD) = wat geneesmiddel doet met het lichaam)
Farmacokinetiek (FK) = wat lichaam doet met het geneesmiddel)
Farmacodynamiek Farmacokinetiek
D = drug
E = effect
2
,Hoofdstuk 1. Absorptie: transport van farmaca over biologische membranen
Absorptiefase is typisch voor orale geneesmiddelen en ontbreekt bij IV toediening.
We gaan ervan uit dat er orale inname in de vorm van een capsule of tablet onder nuchtere
omstandigheden. Dit is meest toegepast en patiëntvriendelijk.
Als iets wordt toegediend als tablet/ capsule is het niet de bedoeling deze te pletten of op te
kauwen.
1. Die tablet kan omkapseld zijn (maagsap resistente omhulsel) deze geeft pas in dunne darm
de werkende stoffen af. Als het in het zure milieu van de maag komt kan het afgebroken
worden.
2. Het kan toxisch zijn voor maag of slokdarm mucosa. Bepaalde bisfosfonaten bijvoorbeeld.
Farmaceutische fase
Na inname via mond -> slokdarm -> maag.
In de maag gaat het tablet desintegreren en zijn actieve stof vrijzetten (tenzij het geneesmiddel een
vertraagde vrijstelling of een maagsapresistente coating heeft.) vooraleer het geabsorbeerd kan
worden.
Farmaceutische fase = desintegratie + dissolutie
De farmaceutische fase gaat vlotter verlopen wanneer het geneesmiddel met voldoende vloeistof
wordt ingenomen.
Uitzonderingen:
1. Wanneer er een maagsapresistente coating is gebruikt, gebeurt dit in de dunne darm (niet
te ver op ingaan).
2. Bij bruistabletten gebeurt de farmaceutische fase niet in de patiënt maar in het glas. Dit
kan de werking enorm versnellen.
Transport
Longitudinaal GI transport: door beweging van spijsbrij
Axiaal transport: door diffusie
Absorptie in de bloedbaan vindt vooral in proximale dunne darm plaats. De maag is eerder het
doorgeefluik naar de dunne darm en heeft vooral een invloed op de opnamesnelheid.
30 tot 60 minuten is 90% van geneesmiddel doorgestroomd. Indien we geneesmiddel in vloeibare
vorm nemen gaat de verblijfsduur in maag korter zijn omdat er geen dissolutie fase is.
3
, 1.1 Mechanismen bij de opname van stoffen over biologische membranen
1.1.1 Paracellulair transport
Transport doorheen de poriën tussen cellen.
De enterocyten van de dunne darm hebben zeer strakke tight junctions. De enige stoffen die hier
tussen geraken zijn klein en wateroplosbaar, bv lithium.
1.1.2 Transcellulair transport
Transport doorheen celmembraan. Kwantitatief belangrijkste route.
a. Passieve diffusie
Drijvende kracht is concentratiegradiënt van hoog naar laag.
Als patiënt tablet inneemt krijgen we een hogere concentratie buiten dan binnen. Dus automatische
diffusie.
De transportsnelheid/flux wordt beschreven door diffusiewet van Fick. Deze beschrijft een lineair
verband tussen de diffusiesnelheid en de concentratiegradiënt.
𝑑𝑆 𝐴
𝑣= =𝐷∗ ∗ 𝑃 ∗ (𝐶 − 𝐶 )
𝑑𝑡 𝑑
D = Diffusieconstante
A = oppervlakte
d = dikte celmembraan
P = partitiecoëfficiënt
Een absorptie verloopt dus sneller indien:
1. Klein molecule (<500 Da)
2. Grote oppervlakte (dunne darm > maag)
3. Lipofiele stof (P > 1) (maar hierbij is de dissolutie beperkt)
4. Grote concentratiegradiënt tussen darmlumen en bloedbaan
Meer informatie over de oppervlakte:
Enterocyten vergroten hun oppervlakte door een brushborder aan de apicale kant. Ook door
aanwezigheid van villi, microvilli, etc.
Als een bypass aangelegd wordt dan wordt verbinding tussen maag en distale ileum gemaakt en zo
wordt een groot deel van oppervlakte overbrugd. Die hebben een probleem met inname voor
geneesmiddelen. Eventueel toediening met injecties ipv met orale medicatie.
Meer informatie over de diffusieconstante:
Deze heeft te maken met molecuulgrootte. Als molecule heel klein is zal het gemakkelijker zijn om
door de lipiden te navigeren. Diffusie constante wordt groter naarmate molecule kleiner is. Er zijn
dus ook limieten hoe groot een molecule mag zijn om erdoor te geraken. Als meer dan 500 dalton
groot wordt het een probleem.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jvthk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €18,99. Je zit daarna nergens aan vast.