Begroting: een raming van de inkomsten en uitgaven van een overheidsorgaan
voor een toekomstige periode. De begroting houdt een verplichting in om de
geraamde ontvangsten in te vorderen en een machtiging om de geraamde
uitgaven aan te gaan en te betalen.
Hoofdstuk 2 Het verschil tussen publieke en private
begrotingen
1. De soorten openbare boekhouding (begrotingstelsels)
Het verplichtingsstelsel: hierbij vindt de ramoing van begrotingsposten
plaats, afgaand op het tijdstip waarop door de overheid verplichtingen
zullen worden aangegaan, die vroeg of laat tot uitgaven leiden;
Het stelsel van de verkregen rechten: hier vindt de raming van
begrotingsposten plaats met als vast oriëntatiepunt het moment waarop
aangegane overeenkomst tot transacties (leve-ranciers) leiden en
aangegane verplichtingen opeisbaar worden;
Het kasstelsel: bij dit stelsel vindt raming plaats afgaand op het
voorziene tijdstip waarop gedurende het dienstjaar een inkomstenbedrag
werkelijk zal worden ontvangen en een uit-gavepost tot feitelijke betaling
zal leiden. Vanuit historisch perspectief werkten de meeste openbare
boekhoudingen o.b.v. dit stelsel;
Het stelsel van lasten en baten: de raming van begrotingsposten is bij
dit stelsel geënt op het economisch waardeverbruik door de overheid
tijdens het betreffende dienstjaar (dienstjaar: het tijdvak waarop de
begroting betrekking heeft).
2. De verschillen tussen private (bedrijfseconomisch) en openbare
(kameraal) boekhouding
Doel: overheid om de maatschappij te dienen; algemene, sociale of
collectieve doeleinden (bvb. bevorderingen van het onderwijs en het
maatschappelijk welzijn). Private financiën om winst te maken.
Aard: verplicht karakter want de overheid moet uitgaven doen en burgers
zijn gehouden bij te dragen. Belastingen zijn van openbare orde en hebben
een dwingend karakter. Private financiën hebben vrijheid inzake productie,
consumptie, … maar geen dwangmaatregelen om zich inkomsten te
verzekeren.
, Bedrag en omvang: bij openbare financiën gaat het over enorme
bedragen. Private financiën zullen nooit deze omvang en belangrijkheid
bereiken.
Economische invloed: openbare financiën vooral door
interventionalistische maatregelen. Private financiën hebben weinig
individuele invloed op het economische leven.
Beheersregelen: bij openbare financiën worden de uitgaven bepaald
door de opdracht die moet vervuld worden. Bij private financiën gaat men
de uitgaven beperken en zoveel mogelijk ontvangsten boeken.
Bronnen: de basis van de overheidsbegrotingen zijn vnl. de
begrotingswetgevingen in BE. De boekhouding en de jaarrekening van de
ondernemingen wordt gevoerd o.b.v. de wet van 17 juli 1975.
Enkelvoudig versus dubbel boekhouden: de kameraalstijl is een
enkelvoudige boekhouding (de verrichtingen worden slechts eenmaal
geregistreerd als ontvangst of als uitgave). Bij bedrijven is er het dubbel
boekhouden, waarbij elke debetverrichting als tegenpost een credit voor
hetzelfde bedrag krijgt en omgekeerd.
Basis: in de overheidsboeking registreert men de verrichtingen op
kasbasis. De verrichtingen worden enkel aanzien als een boekhoudkundig
feit als daarmee een kasontvangst of -uitgave gepaard gaat. In de
bedrijfsboekhouding wordt rekening gehouden met de waarde van de
goederen en kent men de techniek van de afschrijvingen. Er wordt ook
toegezien op de omvang van de voorraad.
Tijdstip: bij de kameraalstijl worden de verrichtingen geboekt op datum
van de effectieve uitgaven of uitvangsten. In de bedrijfsboekhouding
worden verrichtingen geboekt als rechten ontstaan of verbintenissen
worden aangegeven of goederen/diensten verbruikt worden. Hierbij wordt
gesteld dat de overheidsboekhouding een meer realistisch karakter heeft
dan de bedrijfsboekhouding.
Inventaris van goederen: bij de overheid is de inventariswaarde niet
goed te bepalen. In de privébedrijven is er een uitgebreide inventaris van
goederen. De privé kan geen harde waarborgen bieden, terwijl de overheid
altijd haar ontvangsten kan verhogen. In de privé zijn er aandeelhouders,
wat er bij de Staat niet is. De Staat moet ook instaan voor de infra-
structuur, de veiligheid en de basisvoorzieningen.
Toepassing van het administratief beginsel door de openbare
diensten: continuïteit, benut-tingsgelijkheid, veranderlijkheid.
Lage marktwaarde van overheidsgoederen: nogal wat (on)roerende
goederen van de over-heid hebben een enorme historische kostprijs, maar
de actuele marktwaarde is vaak nihil want men kan of mag het niet
verkopen.
Private boekhouding bevat mogelijkheden om de fiscus te
ontduiken en te ontwijken: vaak eerst een fiscaal instrument en pas
daarna een managementgegeven.
Overheidsbegroting heeft een zeer eenvoudige boekhouding
(kasbegroting) en private boekhoudingen kennen 2 soorten: bedrijfs- en
analystische boekhouding.
, Publieke goederen kennen een politiek beslissingscriterium en
worden alsook niet markt-prijsconform aangeboden. Deze collectieve
goederen zijn niet opsplitsbaar, niet toe-eigenbaar, worden niet
aangeboden onder de marktprijs en worden grotendeels gefinan-cierd
d.m.v. overheidsgelden.
Hoofdstuk 3 Het Kameraalboekhouden
Het kameraalboekhouden richt zich naar een verantwoording van de
kasverrichtingen: de bronnen voor de ontvangsten en de bestemming voor de
uitgaven.
1. De aanrekening
De aanrekening: (imputatie) stelt het probleem van de verbinding van
ontvangsten en uitgaven met de begroting van een bepaald jaar. De aanrekening
is geen fase voor de ontvangsten en uitgaven tijdens de uitvoering van de
begroting. De aanrekening wordt beschouwd als het zuivere domein van de
rijkscomptabiliteit of overheidsboekhouding.
1.1. De periode
De budgettaire periode kan steunen op het beheerstelsel (kasstelsel) of het
dienstjaarstelsel (trans-actiesysteem). In het stelsel van het dienstjaar worden
de ontvangsten en uitgaven, gehecht aan het begrotingsjaar waarin de rechten
ten bate of ten laste van de begroting zijn, verworven. Het beheerstelsel houdt
in dat de begrotingsverrichtingen worden aangerekend op de datum waarop ze
uitgevoerd worden; in casu de kasverrichting. Dit systeem wordt sinds 1967 in BE
gebruikt.
1.2. De praktijk
Problemen voor de aanrekening:
Als een bepaalde belasting in december van het jaar J1 ingekohierd wordt
en in februari van het volgende jaar J2 betaald wordt. Dan stelt zich de
vraag of deze belasting als ontvangst dient aangerekend te worden op het
begrotingsjaar J1 of J2.
Voor een bepaalde begrotingsuitgave worden verbintenissen
(vastleggingen) aangegaan in het jaar in december J1, terwijl de
betalingsopdrachten in maart van het jaar J2 plaats-hebben. Dan stelt zich
de vraag van het jaar van aanrekening.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper NickSlegers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.