2. IN DIALOOG MET KINDEREN EN HUN DIVERSE BEHOEFTEN
2.1 DE BASISBEHOEFTEN STIMULEREN
Waarom is het belangrijk als leerkracht Vanuit een dialoog willen we
om dag in, dag uit in dialoog te gaan met - Een goede relatie opbouwen
kinderen? - Kinderen stimuleren om te groeien
- Hierbij beseffen we dat elk kind andere basisbehoeften heeft
Hoe ga je met kinderen om die allemaal ≠ - De communicatie dient daarop afgestemd te worden
basisbehoeften hebben? - Altijd sensitief en responsief handelen
Wanneer spreekt men van een optimale Een optimale ontwikkeling van binnenuit kan slechts plaatsvinden als aan de 3
ontwikkeling? basisbehoeften wordt voldaan.
ð Een evenwichtige invulling van de basisbehoeften = noodzakelijk (zowel
thuis als op school)
2.2 DE BASISBEHOEFTEN EN MOTIVATIE
Leg het begrip ‘motivatie’ uit. Motivatie =
- Belangrijk om het leren en presteren te bevorderen.
- Elke persoon heeft een intrinsieke motivatie nodig om zichzelf te
ontwikkelen.
Leg het begrip ‘intrinsieke motivatie’ uit. Intrinsieke motivatie =
Geef een voorbeeld. - Een activiteit uitvoeren om de inhoud van de activiteit.
- Persoonlijke interesses zijn de drijfveer voor dit gedrag.
- Ook de meest wenselijke toestand op diep en succesvol te kunnen leren.
Vb: Ik doe mijn best om les te geven omdat lesgeven mijn roeping is.
Leg het begrip ‘extrinsieke motivatie’ uit. Extrinsieke motivatie =
Geef een voorbeeld. - Een activiteit uitvoeren om een uitkomst te bereiken die buiten de
activiteit ligt.
Vb: Een leerling die zijn oefening afwerkt louter omdat hij een sticker krijgt als
beloning.
Hoe kan je inzetten op autonomie om de Autonomie =
intrinsieke motivatie te verhogen? - Bevredigen, verhogen intrinsieke motivatie.
ð De leerling heeft de vrijheid om een activiteit naar eigen inzicht te kunnen
uitvoeren en heeft invloed op wat hij/zij doet.
Vb: projectwerk, contractwerk, kiezen tussen ≠ onderwerpen voor een spreekbeurt,
bzl,…
ð Factoren die autonomie van het kind dwarsbomen, doen de intrinsieke
motivatie dalen.
Vb: deadlines opleggen, limieten stellen, (alle factoren die het gedrag TE sterk
controleren)
Hoe kan je inzetten op competentie om Competentie =
de intrinsieke motivatie te verhogen? - Leeromgeving creëren waarin het kind uitgedaagd wordt op zijn niveau.
ð Het vertrouwen dat de leerling moet hebben in zijn eigen kunnen.
Vb: constructieve en authentieke feedback geven, inzetten op talenten van
leerlingen
Hoe kan je inzetten op verbondenheid om Verbondenheid =
de intrinsieke motivatie te verhogen? - Veilige, vertrouwde pedagogische relatie opbouwen door in te zetten op
‘waarderen en vertrouwen’
ð De verbondenheid met de omgeving ofwel het vertrouwen hebben in
anderen. Een positief klaskimaat: leerlingen moeten zich vrij voelen om
vragen te stellen en niet bang zijn om fouten te maken.
Vb: groepswerk, oprechte interesse tonen in de leerlingen, constructieve en
motivaerende dialoog voor nodig
1
,Hoe moet je basisbehoeften en motivatie - Dialoog en taal afstemmen op het kind
concreet ondersteunen? è Onze communicatie wijze heeft een invloed op hun motivatie.
- Empathische houding aannemen vormt het startpunt.
- Sensitief en responsief handelen/omgaan met kinderen.
- In onze omgang stilstaan bij hun basisbehoeften.
3. FUNDAMENTEN VOOR EEN GOEDE DIALOOG EN RELATIE: DE BASISHOUDINGEN WAARDEREN EN
VERTROUWEN
3.1 BELANG VAN EEN GOEDE RELATIE
Onder welke basisbehoefte staat ‘een Onder de basisbehoefte ‘verbondenheid’.
goede relatie’ centraal in het pedagogisch - Kinderen hebben behoefte aan erbij horen in veiligheid en geborgenheid.
model?
Een relatie tussen leerkracht en leerling Interactie =
bestaat uit ≠ componenten. Leg ze uit, - wisselwerking, actie-reactie tussen leerlingen en leerkrachten
geef een voorbeeld. (3) Vb: fysiek contact, kringgesprekken, tweerichtingsverkeer, bevragen van het
welbevinden.
Individuele kenmerken lln/lkr =
- Zowel lkr en lln hebben doelstellingen, behoeften, gevoelens. Deze hebben
een invloed op de kwaliteit van de relatie.
Vb: geslacht, persoonlijke overtuiging, verwachtingen, humor, respect, empathie,
eerlijkheid, nauwe band, fysiek contact, inzetten op vertrouwen en welbevinden.
Externe invloeden =
- Ze maken deel uit van grotere schoolgemeenschappen die positieve
relaties kan aanmoedigen of afremmen.
Vb: onderwijsvisie, schoolverandering, sfeer binnen het schoolteam, thuissituatie
van de leerling.
Waarom zijn sterke relaties tussen - Lln die een hechte band opbouwen met de lkr
leerkracht en leerling van groot belang o Beleven meer plezier op school
voor een gezonde ontwikkeling van de o Komen beter overeen met andere klasgenoten
leerling?
- Positieve relatie met de lkr biedt een veilige basis aan de lln
o Lln weten dat de lkr er altijd is voor hen
- Lln voelt zich veilig
o Noodzakelijke basis om verkennend en onderzoeken gedrag te
stellen en zo te leren
- Lln durft tonen dat hij problemen heeft en zal sneller hulp aanvaarden
- Lln toont loyaliteit en wilt de goede relatie behouden
o Hij zal proberen om geen gedrag te stellen dat de relatie negatief
beïnvloedt.
- Lln zal minder de acceptatiegrens van een lkr aftasten
Wat zijn de effecten van een goede - Beter gedrag op latere leeftijd voorspellen
relatie op het kind?
- Lln leren samenwerkend en altruïstisch gedrag aan, negatief probleem
gedrag neemt af
- Opbouw van een goede relatie vraagt veel tijd en geduld.
Wat zijn de gevolgen als de leerling geen - Groter risico op schoolfalen
2
,goede band heeft met de leerkracht? - Negatief gedrag van de lln verhoogt de stress bij de lkr net omdat die
relatie onder druk komt te staan
Hoe kan je als leerkracht acties - Praten met de lln over hun leven buiten school
ondernemen om in ze zetten op een o Toon als lkr appreciatie en interesse
positieve relatie?
- Maak tijd en ruimte voor spontane gesprekken
- Maak duidelijk wanneer er momenten zijn waar de lln bij jou terecht
kunnen voor hun zorgen
ð Een relatie opbouwen vraagt veel tijd, geduld en vertrouwen.
Een positieve relatie kan zelfs beter - Optredende moeilijkheden bij lln-lkr hechting kunnen tot op latere leeftijd
gedrag voorspellen op latere leeftijd. Wat nazinderen
zijn de onderzoeksresultaten? o Vb: Gesteld probleemgedrag in lagere school wegens moeilijke lln-
lkr relatie in de kleuterklas.
- Belang van een goede lln-lkr relatie bij overgangsperiode wegens
instabielere vriendschappen
o Vb: Onzeker overgangsmoment van basisschool naar middelbaar
- Positieve invloed op schoolervaringen en sociale interactie met peers
o Vb: Bewustzijn van lkr nabijheid bevordert zelfstandig spelen en
werken/
3.2 DE PLAATS VAN DIALOOG BINNEN GOEDE RELATIE
Wat is de definitie van een dialoog? Een dialoog =
- Is een onderzoekgesprek aan de hand van vragen en antwoorden.
- Door in dialoog te gaan met leerlingen, daag je jouw leerlingen en jezelf uit
om zowel je eigen standpunten als die van een ander te onderzoeken.
ð Goede dialoog speelt belangrijke rol in het ontwikkelen van een goede
relatie.
Wat is de definitie van een discussie? Een discussie =
- Probeer je een ander te overtuigen van je eigen mening, terwijl in een
dialoog een gezamenlijk nadenken primeert.
ð Wanneer communicatie als negatief ervaren wordt, zet dit de relatie onder
druk.
Wat zijn de verschillende componenten - Actief luisteren
van een dialoog? - Ik-boodschap
- Authenticiteit en oprechtheid
- Essentiële wisselwerking: geen debat, discussie, of eenrichtingsgesprek
- Evenwaardigheid tussen alle gesprekpartners
o Belang: onevenwichtige machtsverhouding tussen lkr en lln leidt
tot onveilig klasklimaat
o
Wat is het belang van een dialoog binnen Van invloed op ontwikkeling, leren, inspanningen, gevoel leerling
een goede relatie? - Negatief ervaren: belemmerend
- Positief ervaren: stimulerend
Goed in dialoog treden: niet altijd zo eenvoudig
- Sprake van beïnvloedende factoren
- Slechte of miscommunicatie à druk op relatie
3
, Essentiële elementen (gebaseerd op de theorie van Rogers en Gordon): meer dan
woorden!
- Authenticiteit (vertrouwen)
o Zonder authenticiteit treedt er wantrouwen op: Je tonen zoals je
bent vanuit je professionele houding.
- Empathie (vertrouwen)
o Inlevingsvermogen, jezelf verplaatsen in een ander.
- Veiligheid en gelijkwaardigheid (vertrouwen)
o Je mag vrijspreken, zeggen wat je denkt met het nodige respect.
Gevoel van geborgenheid en veilig klimaat.
- Acceptatie (waarderen)
o Basishoudingen waarderen: essentiële basisvoorwaarde.
- Ontvankelijkheid (op het juiste moment een gesprek voeren)
o Open staan voor wat er verteld wordt. Sensitief en responsief
handelen. Belangrijk om een goede dialoog te voeren.
ð Inzetten op dialoog stimuleert de betrokkenheid in het welbevinden van
het kind.
3.3 WAARDEREN EN VERTROUWEN ALS FUNDAMENTEN VOOR EEN GOEDE RELATIE EN DIALOOG
Leg het begrip ‘waarderen’ uit. Geef een Waarderen =
voorbeeld. Het onvoorwaardelijk accepteren van het zijn van elk kind. Het kind waarderen in
wat het kan en wat het doet.
Vb: Erkennen van kwaliteiten en behoeften, talenten stimuleren, gelijkwaardige
gesprekpartners
ð Resultaat: Ontstaan van ruimte en groei voor positieve
ontwikkeling(creativiteit, authenticiteit individualiteit)
Wat zijn de gevaren van positieve - Niet-authentieke persoonlijke bevestiging
bevestiging? (ondermijnend effect)
- Waarderingsafhankelijke zelfinschatting:
o risico op prestatiedruk omwille van nood aan erkenning
- Zelfinschattingsoverstijgende waardering:
o terugvlucht in storend/destructief gedrag wegens
teleurstellingsangst
Leg het begrip ‘vertrouwen’ uit. Vertrouwen =
In het kind geloven en het kind ook laten ervaren.
- Link met dialoog: Een vertrouwensrelatie groeit onder invloed van
authenticiteit, empathie en veiligheid
ð Resultaat: Positief effect op klassfeer en leerresultaten wegens grote
betrokkenheid van partijen.
Belang i.f.v. goede relatie. - Geen veilige leeromgeving
Wat zijn de gevolgen van een niet - Negatieve impact op zelfbeeld
waarderend-vertrouwend klasklimaat? - Blijvende prestatiedruk en stresservaring tot op heden
- Selffulling prophecy: ongewenste gedragsstelling
ð Wantrouwensband: negatieve impact op zelfbeeld + lln gaan zich
verzetten/wraaknemen
4