lO M oARcPSD| 6792092
Didactiek
1. Inleiding
Didactiek: Gebied dat zich toespitst op theorievorming en onderzoek met betrekking tot het
voorbereiden, uitvoeren en toetsen van instructie-activiteiten
Op microniveau: Didactisch handelen: verbaliseren, demonstreren, observeren,
begeleiden, verbeteren,…
Microniveau: (interactie lerende – instructieverantwoordelijke)
2. Bewegingsbegeleiding: de didactische aanpak
Beginsituatie
= algemene gh-toestand, leeftijd, geslacht
Wat is mijn beginsituatie, waar moet ik aan denken?
Op einde van instructies, is beginsituatie anders dan voor je les
Leerlingen kunnen/kennen al wat meer dan voor de les
Onderwijsleerproces = de kloof tss beginsituatie en
doelstelling overbruggen
Onderwijsleersituatie:
Beginsituatie bepaalt ook sterk
je doelen
=> bepaald samenwerking
Aspecten beginsituatie bepalen:
materiaal, accommodatie,
leerstijl, motivatie,
zelfstandigheid, niveau,
groepsgrootte, positie in groep,
achtergrond/beperking,
groepssfeer,…
➔ hangt af van
doelgroep/patiëntengroep
, lO M oARcPSD| 6792092
Constante factoren:
- lesgever: eigen kunnen, pedagogische en organisatorische kwaliteiten, ervaring,
onderwijsvisie, leerstijl,…
- aard en samenstelling vd groep: groepsgrootte, leeftijd, sociaal milieu (lager sociaal
milieu: meer nood aan structuur) , belevingswereld, buitenbeentjes,…
- voorwaardenstructuur: concrete omgeving: locatie, materiaal, ev storende muziek in andere
zaal, EHBO …
Actuele (veranderbaar) gegevens vd groep en individuen:
motorische vaardigheden, inspanningsmogelijkheden, plezier en motivatie, medische
gegevens (astma), kennis en inzicht vd leerinhouden (spelregels),…
→ wat kunnen ze al?
in welke mate zijn ze bereid mee te doen, komen ze omdat ze moeten of niet, medisch,
hebben ze dat ooit al gedaan
Toepassing
kinderen met overgewicht, je moet het daaraan aanpassen
geen gewichtsdragende activiteiten
Doelstellingen en waarde-oriënteringen
Wat wordt er van de leerling verwacht (Op korte en lange termijn)
zeer gedetailleerd!
niet bv. Aan evenwicht werken, maar specifieke oefeningen; iets heel concreet
Doelstelling = ‘Een bewering, die vertelt wat van de lerende verwacht wordt, nadat hij /zij met een
goed resultaat de leerervaring heeft doorgemaakt.’
- nauwkeurige beschrijving van een verandering bij de lln
- bewering, wat van de lln verwacht wordt na de leerervaring
- gedragspatroon dat de lln kan tonen als die zegt een doelstelling te hebben bereikt
SMART = Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden
Leerdoelstellingen (= persoonsgebonden)
1) Motorische vaardigheidsdoelstelling:
o doen wat er moet gebeuren, de oefn KUNNEN uitvoeren
2) Cognitieve doelstelling (kennis) :
o KENNEN wat er moet gebeuren, de aandachtspunten vd oefn KENNEN
o Je gaat ervan uit dat de groep dingen weet, ook kennis meegeven
3) Dynamisch-affectieve doelstelling:
o = hoe bereid men is om dingen te gaan oefenen
• spontaan bereid om te helpen, inzet tonen, op te ruimen,…
o energie insteken, waarde aan hechten
o lln kunnen samenwerken, zijn bereid om als helper te helpen
o lln aanvaarden hun eigen mogelijkheden
o lln respecteren beurtrol
4) Metacognitieve doelstelling:
o = in welke mate kan de persoon zichzelf ook inschatten
o Regulerende doelen: kunnen plannen, reflecteren, evalueren,…
Zie oefeningen blad
, lO M oARcPSD| 6792092
Waarde-oriënteringen:
- disciplinebeheersing: alle lln kunnen de oefn uitvoeren
o allerbelangrijkste is dat iedereen de discipline beheerst
- leerprocesgeöriënteerd: lln verbeteren elkaar en geven feedback, aanleren, verbeteren en
evalueren
o transfer van wat je geleerd hebt naar andere contxt
- zelfactualisatieconcept: lln in beweging op eigen niveau, wat zij zelf belangrijk of nuttig vindt
o werken aan positief zelfbeeld
- sociale verantwoordelijkheid: elkaar helpen, respect voor elkaar, samenwerken
o werken aan sociale verantwoordelijkheid
• werken aan intersociale relaties
- ecologische integratie: alles even belangrijk, lln hebben plezier, iedereen hoort erbij in de
sociale context
o leerstof & context (leerling) zijn allen even belangrijk
oefeningen blad